TABULA BATAVORUM 1979

136
TABULA BATAVORUM SiEPE STILUM VERÏAMUS HISTORISCHE KRING KESTEREN EN OMSTREKEN

Transcript of TABULA BATAVORUM 1979

Page 1: TABULA BATAVORUM 1979

ln

T A B U L A B A T A V O R U M

SiEPE STILUM V E R Ï A M U S

H I S T O R I S C H E K R I N GK E S T E R E N E N O M S T R E K E N

Page 2: TABULA BATAVORUM 1979

StreekarchiefBommelerwaard

TABULA BATAVORUM

Mededelingenblad van deHistorische Kring Resteren

'en Omstreken

lle jaargang, nummer l, april 1979

Page 3: TABULA BATAVORUM 1979

De vereniging is opgericht op 25 oktober 1967 enKoninklijk Goedgekeurd op 2 januari 1974.Verenigingsbestuur:A.Datema, voorzitterJoost van den Vondelstraat l, 4041 XJ Resterentel.: 08886 - 1354Mevr. M.J. Desmet -Goethals, secretaresseBoterhoeksestraat 14, 6666 GA Heterentel.: 08306 - 1611A» J. van Drunen, penningmeesterNassaulaan 7, 4041 CE Kesterentel.: 08886 - 1727J.T.M, van BroekhuizenScherpenzeelseweg 56, 3956 KG Leersumtel.: 03434 - 1119A. PouwerJ.Steenstraat 27, 4041 GC Kesterentel.: 08886 - 1345J. HoekstraSilvanusstraat 24» 4041 AM Kesterentel.: 08886 - 1782H.J. GerritsenKastanjelaan 11, 6666 AB Heterentel.: 08306 - 1452Redactie: Het BestwtrHet is niet toegestaan artikelen of gedeelten ervan,over te nemen zonder toestemming van de redactie.

Page 4: TABULA BATAVORUM 1979

Ten geleide.Het eerste nummer van alweer de elfde jaargang van

ons verenigingsorgaan ligt voor U. De redaktie prijstzich gelukkig dat ook nu voldoende kopij voor eenniet al te dikke Tabula bijeengebracht kon worden.

TOch hebben we nu juist hiermee een vrij zwakkeplek in ons verenigingsleven aangestipt. Aan de enekant zou de redaktie graag tot een regelmatiger doenverschijnen van ons blad willen overgaan, aan de an-dere zijde staat haar voortdurende zorg om deze engene te aktiveren iets van de latente kennis, dieonder onze leden aanwezig is, op schrift te stellen.

Wij hopen dat het lezen van de in dit nummer bij-eengebrachte geschriften andere leden zal stimuleren •dié artikelen, die al jaren in de pen zitten, dochdie door een blijkbaar chronisch gebrek aan inkt nooituit genoemd schrijfmateriaal willen vloeien, nu eenswél aan het papier toe te vertrouwen.

Het jaarverslag van secretaresse3 archeologischewerkgroep en werkgroep streekgeschiedenis brengen Unog eens de belangrijkste feiten van het afgelopenverenigingsjaar voor ogen.

Vooral de artikelen van de heer Budding en deheren Van de Westeringh en Hoeksema.bevelen wij inUw aandacht aan. Enkele boekbesprekingen mogen in onsblad eigenlijk niet missen.. De heer Pouwer nam zeditmaal voor zijn rekening. Een krantenartikel uit1765 is te curieus om ongelezen te laten.

Veel genoegen.

Page 5: TABULA BATAVORUM 1979

JAARVERSLAG VAN DE SECRETARESSE OVER DE PERIODEl JANUARI 1978 TOT 31 DECEMBER 1978.Ledenvergadering.

Op 5 april 1978 werd in het Dörpshuis te Resterende jaarlijkse algemene ledenvergadering gehouden.

In zijn openingswoord typeerde de voorzitter, deheer A.Datema, het jaar 1977 als een succesvol jubileum-jaars "waarin de H.K.K. en 0. ten volle zijn "bestaan ge-rechtvaardigd had.

Het jaarverslag. 197? van de aftredende secretaris, deheer J,A.E. de Kleuver, en de jaarverslagen van de Archeo.logische Werkgroep en van de ?/erkgroep Streekgeschiedeniswerden zonder wijzigingen goedgekeurd. De penningmeester,de neep A.J. van Drunen, gaf het financiële verslag 1977en de begroting 1978. Zijn verslag en begroting alsookhet verslag 1977 van de dep.ötfondsbeheerder3 de heerJ.T.M. van Broekhuizen3 werden na inzage door de kascon-trolecommissie, bestaande uit mevrouw A.J. Flohil _Boersma en de heer A.-J. Pouwer, goedgekeurd.

Hierna bedankte de voorzitter de aftredende bestuurs-leden E.F. Stephanus en J.A.E. de Kleuver. De heerStephanus heeft zich ook als lid uit de vereniging terug-getrokken. De heer De Kleuver, die zich gedurende 10 jaarals penningmeester en secretaris voor de Kring heeft in-gezet, werd tot erelid benoemd.

Als nieuwe secretaris werd mevrouw M.J. Desmet _Goethals aangewezen. Het bestuur 'werd weer aangevuld tot7 leden door opname van de heer A. Pouwer als bijzondere,vertegenwoordiger van de Werkgroep Streekgeschiedenisen de heer H.J. Gerritsen als leider van de WerkgroepArcheologie. Voor 1978 zal de kascontrolecommissie samen-gesteld zijn. uit mevr. A.J. Flohil _ Boersma en de heerS.M. van Minnen.Bestuursvergaderingen,.

In de loop van 1978 zijn tien bestuursvergaderingengehouden, afwisselend bij één van de bestuursleden. De no-tulen van de vergaderingen bevinden zich op het secreta-riaat.Lezingen.

Op 6 februari 1978 gaf Dr. H.N. Boon uit Den Haag,algemeen voorzitter van de Archeologische Werkgemeenschapvoor Nederland (A.W.N.), een lezing onder de titel : "Opweg naar Samarkand". Met mooie dia's toonde de spreker

Page 6: TABULA BATAVORUM 1979

aan wat in Rusland nog overgebleven is van de MongoolseRijken, die in de Middeleeuwen de Europese beschavingherhaaldelijk bedreigd hebben.

Op 5 april 1970, na de verslagen van de jaarlijksealgemene ledenvergadering, sprak de heer H.A. Gerritsenuit Driel over "De archeologie en historie van de Qver-Betuwe." Aan de hand van dia's, gemaakt door de MeerH.J. Gerritsen, toonde hij aan dat Driel al vanaf deIjzertijd onafgebroken bewoond is geweest. Er werdenzelfs Romeinse overblijfselen uit de ife eeuw gevonden,hetgeen voor -de gebieden aan de Rljngrens zeer uitzonder,lijk is. Ook andere centraj waaronder voornamelijk Eist,Herveld en Heteren, kregen de aandacht.

Op 8. mei 1978 sprak de heer J.R. Thijssen, dieoecologische prehistorie'studeert aan de Universiteitvan Amsterdam, over "Archeologie en biologie'1 .Hij licht-te de diverse dateringsmethoden toe, t.w. het pollen-en jaarringenonderzoek en de Cl^-methode. Naast dateringgeven pollen ook inlichtingen over het milieu van de op-gegraven nederzettingen. Dat is ook het geval met schel-pen, leder en botten. De spreker, die zich heeft toege-legd op bottenonderzoek, wees aan de hand van dia's opde manieren om deze te determineren en er gegevens overmilieu en lee-fpatroon van opgegraven nederzettingen uitaf te leiden.

Op 19 juni werd de laatste lezing voor de vacantietraditiegetrouw verzorgd door een van de leden. De heerJ. Bervaes stelde de localisatie van enkele plaatsen opde Peutinger kaart en het Itinerarium Antonini ter dis-cussie. Bij zijn poging immers om deze twee bronnen metelkaar in overeenstemming te brengen, kwam hij tot eennieuwe hypothese over de forten aan de Rijngrens. Metname Levefanum. situeerde hij te Maurik, Carvo in Aalstbij Kesteren en Castra Herculis in Herveld of Ewijk.Na de pauze besprak hij de vöeemde structuren in detopografie van Kesteren. _ De inhoud van de lezing vande heer Bervaes is opgenomen in de Tabula Batavorum vandecember 1978.

Op 25 september sprak de heer A.M. Pouwer over"Streekgeschiedenis en landbouw". Hij richtte zijn aan-dacht speciaal op de landbouw in Kesteren tussen 1800 en1850..: Met cijfermateriaal en gegevens uit het archrefvan Kesteren toonde hij de verhouding aan tussen desociale .stratigrafie (verhouding bewoners-bezit) en het

Page 7: TABULA BATAVORUM 1979

aandeel van de diverse landbouwgewassen in de toenma-lige behoeften. Resteren was zelfvoorzienend, met eenklein, overschot aan-,graan en aardappelen. Uitgaande vandit historisdh overzicht trok de spreker ook lering vooronze huidige tijd: wij zouden nu nog slechts rae.t moeite -aan een ;e,ventüeel noodzakelijke zelfvoorziening kunnentoekome,nr.; 0n • zelf s helemaal -niet meer als we ook rekeningzouden moeten houden met 'opbrengsten voor energie.

Op Ï6"oktbber 1978 onderhiield de heer A.M. Woutersuit Leut ons over "De sporen van menselijke activiteitenin ons land van vóór de Saaie-IJsbedekking". Hij sprakover de Hplsteinperiode, 300.000 tot 200.000 jaar geleden,waarin twe.e culturen te onderscheiden zijn, nl. het oud-Acheuleen en het midden-Acheuleen. De artefacten van dezeculturen zijn samen met de toenmalige midden-pleistoceneafzettingen van Urk en Veghel (afzettingen van Maas enRijn in het huidige gebied van-Utrecht en Gelderland)opgestuwd .door de druk" van de Saale_ijsbedekking.Spreker toonde dia's van artefacten, die in de stuwwal-lencomplexen-. van onze omgevings nl. Lunteren,. Rhenen,Oosterhout-Nijmegen, gevonden zijn. Hij lichtte tevensde gebruikte technieken toe.

De laatste lezing van 1978 ging door op 20 november.Ons medelid, de heer S.M. van Ommeren, zou ons sprekenover zijn reis door Griekenland3 maar hij werd "door ziek-te verhinderd.. De heer J. Combrink uit Rhenen nam deavond over en bracht .ons een boeiend verslag van zijneigen reis, waarbij hi;j zowel de aandacht vroeg voorde historische overblijfselen als voor het natuurschoonvan belangrijke Griekse cultuurplaatsen als o.a. Knossos,(Kreta), Athene, Mycene en Delphi.Excursie.

Een groep van 35 leden en andere belangstellendenreisde op zaterdag 7 oktober 1978 naar Xanten (Duitsl.)om de daar in uitvoering zijnde reconstructie van ColoniaUlpia Traiana te bezoe/ken. In de Tabula Batavorum vandecember 1978 gaf "de heer, T. van Drunen een uitgebreidverslag van dezm interessante en aangename excursie,.

" ' ' - , - . ' . ' " ' -Tentoonstellingen. • . . - . - - ; -

Kort na elkaar bracht, de Kring twee tentoonstellingen,namelijk op l mei 1978 te Gelder'malsen en op 6 mei,tijdens de ja.armarkt, te Buren» Om .organisatorische

; 6

Page 8: TABULA BATAVORUM 1979

redenen werd trouwens voor beide tentoonstellingen het-zelfde , archeologische materiaal uit de prehistorie, de Ro-meinse tijd en de Middeleeuwen gebruikt. Voor Geldermalsenwas onze medewerking gevraagd door het daar werkzameOranjecomité en de Historische Kring West-Betuwe.Zoals in voorgaande jaren was de opbrengst van de tentoon-stelling in Buren bestemd voor het kerkfestauratiefonds.aldaar.Werkgro epen.

De jaarverslagen van de Archeologische Werkgroep envan de Werkgroep Streekgeschiedenis zijn als bijlagen bijdit jaarverslag opgenomen.Contacten.

Zoals in de voorgaande jaren waren er meerdere con„tacten met diverse instellingen, verenigingen en werk-groepen in Nederland. Met inlichtingen wederzijds envoor hulp bij de documentatie konde-n v/e steeds terechtbij de provinciaal archeoloog Drs. R.S. Hulst en hetROB te Amersfoort, evenals bij Prof.Dr. J.E. Bogaers enDr, J.K. Haalebos van het Archeologisch Instituut teNijmegen en bij het Archeologisch Instituut te Amster-dam"." De heer C.A. Kalee van het Archeologisch Instituutte Utrecht kwam in het depot de vondsten uit Vechteninventariseren. Hij zal hiermee in 1979 verder gaan.

Mevr. C.van Driel _ Murray van het Instituut vanPrae- en Protohistorie in Utrecht kreeg het leer uitVechten ter bestudering. Uit haar brief, die in de Ta-bula Batayörum van december 1978 is afgedrukt, blijktdat zij er interessante kenmerken op heeft gevonden enbijzonder ingenomen is met het conserveringswerk, datde heer N. Wigcherink erop had uitgevoerd, in samenwer-king met de restaurateur Goubits van het ROB te Amers-foort.

Uit Utrecht kregen we bezoek van Dr. D.P. Bosschavan den Erdbrink van het Laboratorium voor zoölogischeoecologie en taxonomie. Deze bracht Prof. Nicolson uitCanada mee om. de twee aensenschedels uit de meso_ enaeolithische tijd, gevonden in Maurik, te bekijken.

De afd. AWN van Nijmegen, de archeologische werk-groepen uit het hele Maas- en Waalgebied en de Over-Betuwe (Huissen) kwamen op werkbezoek om de IJzectijd-vondsten van de H.K.K. en 0. te bekijken en te bespreken.

Page 9: TABULA BATAVORUM 1979

Ook met de Historische Kring West-Betuwe te Geldermalsenzijn vruchtbare contacten onderhouden in verband met cur.sussen (zie bijlage Archeologische Werkgroep) en met detentoonstelling van 6 mei 1978 (zie onder tentoonstel-lingen) .Bibliotheek.

Door aankoop, schenking, ruiling, lidmaatschappen enabonnementen'werd ook in 1978 weer een aantal nieuweartikelen, tijdschriften en boeken verkregen; Nieuweruilabonnementen zijn tot stand gekomen met de Heem.,kundekring "De Duffeit", de Historische Vereniging"Tussen Rijn en Lek" en de Stichting "De Maurikkroniek".Publicaties.

Van de "Tabula Batavorum" verscheen in december 1978het enige nummer van de 10e jaargang. Het typewerk werdverzorgd door mevr. J.Th.Oosthoek-Jansen uit Heteren.Leden.

Op 31 december 1978 bedroeg het aantal leden 108,waarvan 5 jeugdleden

Heteren, 5 maart 1979-M.J. Desmet-Goethals

secretaresse

De leden die prijs stellen op de volledige ledenlijstkunnen hiervan een exemplaar aanvragen bij de -secretaresse.

8

Page 10: TABULA BATAVORUM 1979

Jaarverslag Werkgroep ArcheologieH.K.K. en 0. Resteren,

Als we zo eens terugzien op het jaar 1978 en nagaanwat in deze periode door onze werkgroep boven water isgehaald (zowel letterlijk als .figuurlijk), dan blijkttoch weer dat onze Betuwse bodem np.g veel verborgenhoudt.

De heren Bro.nkh.orst en Van de Beemt beginnen hunboekje "De verdwenen mens" met: Een slootkant in onsoude Friesland. Kleffe.bagger, groenbruine planten-slierten enz. Hetzelfde ondervonden wij bij Culemborg:doortrekking van de provinciale weg S 101. Een nieuwgegraven sloot langs deze weg. leverde een groot aantalaardewerkscherven uit de Ijzertijd op. De bodem vande sloot met 30 cm water was ons werkterrein. De grond-hopen langs het cunet leverden ook nog wat Romeinsaardewerk op.

Het nieuwe wegenplan rondom Kesteren was ook eendankbaar object. Ten zuiden van de Nedereindsestraatzijn wederom vele vondsten gedaan, hoofdzakelijk uitde Romeinse tijd. Ook ten noorden van deze straatkwamen Romeinse resten te voorschijn. In het cunet vande'weg naar de dijk en van'de dijk naar de provincialeweg zijn verder nog vondsten gedaan van middeleeuwsaardewerk.

In Herveld zijn bij de aanleg van riolering nabijde Schoolstraat aardewerkfragmenten afkomstig uit deIjzertijd en enkele -uit de Romeinse tijd gevonden.Ook nabij de, Moordakkerstraat en de Onderstalstraatzijn. bij het rooien van boomgaarden veel Ijzertijd-scherven gevonden. Het Romeins ontbrak hier evenmin.

Bij een onderzoek in een perceel bouwland ten noor-den van de Linge te Indoornik werden veel Ijzertijd-scherven gevonden, maar ook weer samen met Romeins.

Vele andere plaatsen in de Betuwe waren onderwerpvan de werkgroep, o.a, Maurik zuidelijk van de Rijn-dij-k nabij de camping, Kerk-Avezaath _ aanleg rio-lering _,De Boutenburg nabij Kesteren, Opheusden nabijde Linge. Al deze plaatsen leverden archeologischmateriaal op.

Niet alleen in het veld, maar ook in het depot werdveel werk verzet. Praktisch het Ixele jaar door werdelke maandagavond gewenkt aan de inventarisatie en

Page 11: TABULA BATAVORUM 1979

determinatie.In het kader van wederzijdse informatie over

archeologisch onderzoek, speciaal betreffende de pre-historie tot aan de Romeinse t^jd, in het GeldersRivierengebied en het Maasgebied, is met de archeolo-gische werkgroepen (A.W.N. -Nijmegen) uit het geheleMaas-Waalgebied en Boven-Betuwe (Huissen) een verga-dering gehouden te Resteren. Onderwerp was: Ijzertijd-vondsten in het werkgebied v.an de Historische KringKesteren. Meerdere van deze vergaderingen zullen wordengehouden te Huissen en in het Maas-Waalgebied.

Leden van de Ijzertijdg'roep 'hebben op verzoek vande Historische Kring Geldermalsen enkele instructie-avonden verzorgd over het sorteren van gevonden mate-riaal.

Ook in 1978 zijn er weer diverse prettige contactengeweest met het ROB en diverse universiteiten.

H.J. Gerritsen

Jaarverslag Werkgroep Streekgeschiedenis.In het afgelopen jaar kwam de werkgroep negen keer bij.

een voor bespreking van een bepaald onderwerp uit deStreekgeschiedenis en/)f voor overleg over de werk-zaamheden ten behoeve \an de werkgroep»

Dit jaar waren twee bijeenkomsten gewijd aan deGelderse munten, waarbij een aantal munten getoond ofaan de hand van afbeeldingen bekeken konden worden.De kerkgeschiedenis in groter verband was het onder-werp op twee andere bijeenkomsten. Daarmee \verd degrondslag gelegd voor een nadere bestudering van dekerkgeschiedenis in ons gebied. Er blijkt slechts be-perkt literatuur over dit onderwerp aanwezig te zijn.

De overige onderwerpen, welke aan de orde kwamen,waren de geschiedenis van de fruitteelt in Gelderland,dus voornamelijk de Betuwe, iets over postzaken en detram van Tiel naar Kuilenburg en de geschiedenis vande steenbakkerij. Dit laatste onderwerp zal nog nadertoegespitst worden op plaatselijke omstandigheden ineen komende bijeenkomst.

Daarnaast werd. overleg gepleegd over het werk in-zake Streekgeschiedenis in de toekomst en werd een be-

10

Page 12: TABULA BATAVORUM 1979

gin gemaakt met fte-t raadplegen van de gemeentearchievenin overleg met de gemeentebesturen van Resteren en Lien.den.

Ook dit jaar is weer gebleken, dat er nog ruim vol-doende onderwerpen en materialen te .vinden zijn om dekennis van de geschiedenis van deze streek op te bouwen,

, A. Pouwer' : Tentoonstellingen.

Ri jksmu seuffl Kam.In het Rijksmuseum G.M.Kam te Nijmegen zal van

14 januari tot 23 april van dit jaar een tentoonstel-ling worden gehouden, die vooral gewijd is aan recentearcheologische onderzoekingen in Nijmegen.Ikonen in Echteld.

Tot en met 13 mei presenteert Kasteel De Wijenburgheen expositie van ikonen die onder de naam "HeiligWel en Wee op Ikonen" het levens-, lijdens-, of legen-darisch .verhaal vertellen over talrijke populaireheiligen uit de Grieks-katholieke kerk.Jan Steen in Leiden.

Het stedelijk museum "De Lakenhal" in Leiden geefttot l april een tentoonstelling van het werk van JanSteen. Dagelijks van 10 tot l? uur. Zondags van 13 tot17 uur.Museum Boymans van Beuningen te Rotterdam.

Hier is een zeer interessante tentoonstelling overde Egyptenaren.Het uetreft hier een rondreizende tentoonstelling vaneen selectie uit de ausea van Caïro en Ale:candrië,dieonder de naam "Goden en Farao's" vanaf l aaart tot29 april in Rotterdam te zien is.Het museum is dagelijks geopend van 10 tot 17 uur,'s zondags van 11 tot 17 uur.

10a

Page 13: TABULA BATAVORUM 1979

Bui t enge w on e pu bl i c a t. i e s,Alweer enige tijd geleden deed de behoefte zich ge-

voelen om een andere manier van publiceren te vindenvoor artikelen van een zodanige omvang dat deze de mo-gelijkheden van ons verenigingsblad te boven gingen.

Het bestuur heeft de nodige medewerking weten tevinden om deze voornemens te concretiseren. Zoals de.zaken nu liegen zal een zeer interessante publicatievan de hand van ons lid, de heer N.VYigclierink, in detweede helft van dit jaar het licht zien. In zijnnDe Romeinen in Kesteren" zal hij een uitgebreid ver-slag doen van de opgravingen alhier van enige jarenterug. Het fraai uitgevoerde werk zal verlucht zijnmet vele tekeningen van de verschillende vondsten,situatieschetsen en zo mogelijk foto's.

Leden van onze vereniging worden in de gelegenheidgesteld om tot.l juni aarrstaande op dit boekje in teschrijven tegen een bedrag van ƒ 5S--- Bestellingen nagenoemde datum worden slechts uitgevoerd tegen de dan^eldende prijs van tenminste ƒ 10,-.

Betaling kan plaats vinden op de binnenkort doorons toe te zenden contributie-acceptgirokaart. Bijdeze kaart zult U een circulaire aantreffen waarop Uwaandacht nog even op deze insG&rijvijjg gevestigd wordt.

Met pensioen.De ook in onze Historische Kring bekende directeur

van de Stichting Gelders Oudheidkundig Contact,,deheer E.J.Kruyswijk Jansen3is op l maart jongstleden metpensioen gegaan. Daar het niemand van het bestuur mo-gelijk was om op de receptie persoonlijk afscheid tenemen, is onze waardering voor zijn werk en persoonuitgedrukt in een bijdrage voor het op de receptie aante bieden afscheidscadeau.

Langs deze weg wensen wij .de heer Kruysvvijk Jansentoe dat hij-nag -lang in gezondheid van zijn pensioenmag genieten.

10 b

Page 14: TABULA BATAVORUM 1979

Ruim vijftig jaar geleden langs deOude Rij n en Lee.

Het grootste gedeelte van de jaren '20 woonden wij inde Oudewaard, dicht bij de Ley of Lee, in de volksmondook Lee.gra?,f genoemd. 0ns huis werd in de jaren ifO /f5verwoest. Men had indertijd, behalve de Bossche Dreef,geen straatnaamaanduiding en onze huizen waren voorzienvan een plaatje met de letters L en O, Lede en Oude-waard, nr. l t/fa 25. Bij mijn weten.waren er niet meerhuizen. Er was geen kerk, .doch de meeste bewoners warenkerkelijk ingesteld op Kesteren en Lienden.

Hoe het vroeger was, toen er nog geen verbindingenwaren met Kesteren, Lienden en de Mars (ik spreek nuover de tijd, dat de Oude Rijn nóg bevaarbaar was) benik nooit te weten gekomen. Er was geen eigen begraaf-plaats en ook geen school. Wij waren dus genoodzaakt,om. de afstand van Oudewaard naar Kesteren, waar onzeschool was, viermaal per dag en te voet, op klompen,af te leggen. De route liep destijds nog over de oudeBossche Dreef langs Ter Lede of langs het pad De Regen-boog, dat langs de Eogewei lag. In de zomer was het een.waar genoegen, tussen de korenvelden met vele soortenbloemen te lopen, doch in de winter was het meestal welanders. Als jeugd mochten wij nog niet aan fietsen den-ken. Bovendien waren de ouderen helemaal niet op fietsengesteld.

Oudewaard was rijk aan vogels. Men hoorde de spechtenhameren in d;e passen, het geroep van de grutto's en dekoekoek, de kreten van de buizerds en de grauwe kieken-dief. En soms waren er zoveel spreeuwen, dat ze in hetzonlicht een schaduw pp het land meevoerden. Er warenmaar een paar kersenboomgaarden. Vóór en tijdens de plukwas er een enorme herrie van de spreeuwenjagers. Daarnakeerde de rust in het oude Innd terug. Dan zwiervenTeunis van Gent en,wat later, Pons van de Sluis met hunschaapskudden langs de Rijnbandijk over de dreef ofpas gemaaide klaverakkers en korenvelden.

Zeer zelden zag men een auto op de weg, doch als mener een zag en het was droog, dan trok het voertuig eenwolk van stof mee door het landschap. Naar ik meen wasDr. Westra de eerste autobezitter. De arts daarvoor hadnog een stoomfiets in gebruik.

De bewoners van Lede en Oudewaard waren nogal op11

Page 15: TABULA BATAVORUM 1979

zichzelf ingesteld. Een vreemde kwam er niet zo gemak-kelijk in. Vaak maakten we grote tochten langs de Leyof langs de Oude Rijn, zwierven over de Molenwei, waarhet mooie klokjesgras stond, dat met de duivelknuppels(grote lisdodde) een mooi boeket voor de vaas vormde.Helaas, we beseffeen toen niet, dat het zeldzame plantenwaren waar jaren later over werd geschreven. Ook de vis-otter kwam er in die tijd nog voor. En het gilde derstropers was talrijk. Uit deze tijd stammen de namenDen Draak en Den Duuvel. Zij waren fervente stropers.

Het overgrote deel van de verwanten woonde in Keste-ren en de lange winteravonden werden vaak gevuld methet dagelijks nieuws. Zo was iedereen op de hoogte alseen 'geit had gelammerd of een koe had gekalfd. Vaak hadmen het over het werk, over belevenissen uit vroegerjaren of men vertelde verhalen uit de overlevering vanvader op zoon. en moeder, op dochter. Men kon aan, de ge-zichten zien, dat de mensen geloofden aan heksen enspoken. Waren zij in het donker op pad, dan droegen demeesten een flinke stok, zogenaamd- als hulp bij hetlopen, doch in werkelijkheid als afweermiddel tegen eenof andere heks, die zich omgetoverd had in een zwartekat, een uil, in een raaf of weerwolf. Vele malen keekmen achterom of men werd aangevallen. Ik heb wel eens denaam horen vallen van stoepgeest en het oorduveltje,dat de neiging had, goede mensen kwade dingen in teprenten» Als je als kind zo'n bijeenkomst had bijgewoonden het was wat laat geworden, dan durf ik U gerust be-kennen, dat het heus geen pretje was om de Bossche Dreefin het donker naar de Oudewaard af te lopen.

Sommige*1 van mijn oudooms hadden nog aan de aanleg vanhet spoor gewerkt en dat inspireerde mij later om ereen artikel over te schrijven voor ons mededelingenblad.Ook een paar vertellingen heb ik opgeschreven en laterwat uitgewerkt. Hoewel niet geheel historisch verant-woord, was "Alarm in de Mars" er een van. Het verhaalover de dolle ridder van Ter Lede, die te paard goudensporen droeg, behoort er eveneens toe» Hij verwaarloosdezijn volk door altijd vechtend door de vreemde te trek-ken. Op een dag verdronk hij als straf. Een fabel?Toch niet, daar ik bij toeval iri een woordenboek vanK. ter Laan ontdekte, dat inderdaad een Heer ter Ledemet ene Heer Jan van Renesse en anderen door het kante-len van een schouw bij Beusichem in 1304 zijn verdronken.

12

Page 16: TABULA BATAVORUM 1979

Een ridder had natuurlijk onderdanen bij zich, die zekeruit de streek kwamen. Kan men dus vaststellen dat deDolle Dirk, zoals men de Heer ter Lede noemde, een gulden»sporenridder is geweest? Weet iemand van onze vereniginger soms iets meer van?

Vroeger was het nadrukkelijk verboden bij de Oude Rijnte komen. Was het te diep, zodat men gemakkelijk kon ver-drinken, of was het de angst voor de geesten der verlo-renen, die daar in "rondolmen" op de loer lagen? Als zijje grepen werd je met kettingen op de bodem vastgebonden.Weer een fabel? Of had het werkelijk iets te maken met hetverleden? Ik dacht zo dat het gemakkelijk iets te makenkon hebben met de Romeinen. Immers, hun slaven werden metkettingen vastgeketend aan hun roeischepen, zodat zijniet konden ontsnappen. Het is zeker mogelijk, dat onzevoorouders op deze wijze en vaak voor eeuwig hun geest-verwanten zagen afvoeren. Het is dus een waarschuwing aanhet nageslacht geweest, die tot de huidige dag bleefvoortbestaan. Wat met rondolmen bedoeld werd, kan ik Uhelaas niet vertellen. Het had wel iets met vuur te maken»doch meer weet ik er niet van.

Men had het ook wel eens over drijfzand in de OudeRijn. Als men daar in geraakte, was men reddeloos ver-loren'* Wat drijfzand was, kon ik zien bij de aanleg vande riolering in 1957 vanaf de Oude Rijn langs de oudeRhenense weg in de richting Ambtshuis/Rijnbandijk» Menhad een sleuf van ca. 2& m diep gegraven tot even onderde waterlijn. Ging men in dit loodgrijze zand staan danzakte men langzaam naar beneden en geen enkele riool-buis bleef recht liggen. Men was hier genoodzaakt omzware pompen aan te brengen en een betonvloer te stortenover een lengte van plm. 150 ia, waarop later de buizenweftden aangebracht.

Men vertelde ook wel, dat de Gemeyne Waard heel vroe-ger een -eiland was. Ik heb een kaartje gemaakt van Ledeen Oudewaard met aantekeningen van oude wegen, paden envroegere rivierlopen, waarvan er in 1930 en zelfs nu noggoed kenbaar waren. Het kaartje is bestemd voor een over-zicht, dus niet geschikt voor eventuele nametingen. Deweg en het pad vanaf de Oudewaard in de richting Schui-lenburg, komen niet op oude kaarten voor, mijns inziensomdat ze zeer waarschijnlijk behoorden aan de grondeige-naren/aangelanden. Van het pad is na 1950 een groot ge-

13

Page 17: TABULA BATAVORUM 1979

deelte afgegraven. Men vindt daar nu in de buurt een diepeput. Zeer zeker stond dit pad vroeger regelrecht in ver-binding met Ter Lede. Dicht bij de terp Het Bosch en opde hoek van de oude Bossche Dreef lag eveneens een put.Wat dit geweest is weet ik niet. Maar langs de sloot al-daar waren nog sporen van een pad. Ook kon men, staande opde Bossche Dreef en richting Ter Lede kijkend, een padontwaren. Waarschijnlijk heeft hier vroeger een soort ge-bouwtje gestaan aan de rand van de weg. Het pad vanafTer Lede onder de spoorlijn door (men sprak van de «eerstepoort") stond niet op een kaart ingetekend. Vermoedelijkook een eigen weg. Ouderen uit Resteren zullen zich ditpad nog heugen. Het stond in verbinding met de oude wegvanaf Den Oord naar Den Hoek in de Mars. Deze weg en hetpad, dat in de Mars ligt, en naar ik meen er nog is, warenwel op de oude kaart vermeld. De weg achter Den Oord inde richting Ambtse was in vroeger eeuwen een pad. Mensprak toen over het Maaierspad. Deze weg was evenmin opoude kaarten vermeld, dus waarschijnlijk weer eigendomder aangelanden. De weg die tegenwoordig de Affibtse verbindtmet de Rijnbandijk is nog niet zo oud. Het was of is eeneigen weg, vermoedelijk aangelegd net voor of na 1900door de familie Van de Pol of de heer B.Lodder. Dit isnog wel na te gaan, denk ik zo. In ieder geval stond erin 1935 dicht bij de Rijnbandijk een bordje "eigen weg".Het was op deze weg, dat een veldwachter iemand bekeurdewegens rijden zonder licht. De man werd vrijgesprokenomdat het geen openbare weg was.

Vanaf Den Oord langs de Rijnbandijk zag men duidelijksporen van een oude rivierloop. Hier en daar zelfs die-pe gaten. Naar ik meen zijn de,meeste gedempt, doch devallei is nog duidelijk zichtbaar. In de buurt van deSpees zag men deze sporen ook, doch in deze buurt is zo-veel afgegraven dat men daargpen absolute zekerheidheeft. Wel op de uiterwaarden, welke net op Opheusdensgrondgebied liggen. Nabij de boerderij De Ambtse zijnook duidelijke sporen aanwezig. Bij hoog water zelfszeer goed kenbaar. Dit verschijnsel was ook duidelijkte zien aan de overzijde van de Oudendam in de Oude-waard. Dit spoor liep geheel om Aalst heen. Ook aan deoverzijde van de Schuilenburg was zo'n situatie te zien.Dit spoor liep regelrecht naar het dorp Lienden toe.Ik hoop dat mijn gezondheid het toelaat, daar nog eens

Uf

Page 18: TABULA BATAVORUM 1979

\1 *oie"ÏCP± _^ d» l ^" J "is •

^ (______iKAARTJÈ"7flMl fl°' ,

\ j.L£OJB. EN OüOEV/^ARJ? . 4l e£NLJS*£tei<*UT- v*u weT lIVfRLEÖcM vcs ,11_ r taetft «»ii*T'gg i•' ™«»i >"•*-*^———"^""^TI^ frf tr * ..jffjBi^___^__.__ __.___ . . l

l IL. XX. Q,/ng ^/ v/'g g t,üpGfJ _;.t_ a « ^ a a ' s a L f f t e \yygj>f-'AI _____ l

L--- ' - . - JI1/J&.&. J?AüJüi_.__„___ 4-L*-ftgyu.o«t^«^_________ , j ,»n - _t

j t A/'i * i

^{K*>^

KESlT£R£W\l1\ v

Page 19: TABULA BATAVORUM 1979

te gaan snuffelen. Tot dan!Met vriendelijke groeten

H.K. Budding

Ontstaan en bewoonbaarheid van het landschaprondom Resteren»

Ir. K.J. Hoeksema en ir. W.v.d.üesteringh.Vakgroep Bodemkunde en Geologie, Landbouwhoge-school, Wageningen.

Bij een 'beschouwing over het ontstaan van de omgevingvan Resteren is het goed om te bedenken, dat; de zand-gronden van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe veelouder zijn dan de klei&ronden ,van de. Betuwe. De grind-rijke zandgronden van de Nijmeegse heuvels, het Montfer-land, de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug zijn ooit ookaangevoerd door de Rijn' en de Maas (1), maar onder to-taal andere omstandigheden dan de veel jongere kleigron-den van de Betuwe.

In de Ijstijdperiode, ook wel Pleistoceen genoemd,was het klimaat zo koud, dat.de natuurlijke vegetatie inhet stroomgebied van de Rijn en de Maas verloren ging.Er viel veel neerslag in de vorm van sneeuw en de onder-grond was bevroren. Als dan in het late voorjaar desneeuw begon te smelten, kwam er opeens met de riviereneen bijzonder grote hoeveelheid materiaal mee. Hieraandankt Nederland het ontstaan van zijn ondergrond.

Door de aangroeiende gletsjers, o.a. in Zwitserland e&omgeving en in Skandinavië, daalde het peil van de wereld,zeeën. Een gevolg hiervan was, dat de rivieren Rijn enMaas zich in hun eigen afzettingen insneden. Toen danook in de voorlaatste (Saaliën) ijstijd de gletsjerszich tot .Nederland uitbreidden, drongen gletsjertongende vallei van de Rijn (nu het IJsseldal) en de valleivan de Maas (ter plaatse van de Gelderse Vallei) binnen*De enorme ijsmassa's drukten de randen van die valleienomhoog tot de stuwwallen van de Veluwe, de Utrechtseheuvelrug, de Nijmeegse heuvels en het Montferland.

Na die koude periode van het Saaliën volgde een warmeperiode, het Eeraiën, met een sterke stijging van de zee-spiegel, zodat een groot deel van de Gelderse Vallei een

Page 20: TABULA BATAVORUM 1979

zee-inham was. Daarop volgde ongeveer 100.,000 jaar ge-leden de laatste ijstijd (het V:eichseliën), Die brachthier wel zeer koude omstandigheden, waarbij de begroei-ing verloren g.ing, maar het Skandinavische landijs kwamniet verder dan de Elbe bij Hamburg. Wel hadden we hierweer te maken me't periodiek grote afvoeren van waterdoor zgn. verwil d er d e r i vi_er_en, waarbij de gehele hui-dige Betuwe e.en stroomvlakte met geulen en zandbankenwas. In deze laatste ijstijd''zijn'..door erosie"'de steileranden van de Veluwe bij Doorwerth, de Wageningse Bergen de Heimenberg ontstaan. Door afspoelen eti afglijdenvan grond van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe en hetverwaaien van veel zand (dekzand) in de Gelderse Valleiwerd deze vallei zover opgevuld, dat er geen Rijnwatermeer doorheen ging.

Bij het milder worden van het klimaat, wat ongeveer10..000 jaar geleden begon, kreeg het gehele stroomge-bied van de Rijn en de Maas weer een begroeiing. Vanafdie tijd viel er minder neerslag in de vorm van sneeuw,was de ondergrond niet meer bevroren en werden de rivie-ren meer docr bronnen gevoed. De rivieren konden hier-door het gehele jaar blijven stromen.

De grootste geulen van.de verwilderde rivieren ont-wikkelden zich tot stroombeddingen van een zgn. kronke-lende of meanderende rivier.Dicht naast een meanderenderivier bezinkt het zandige materiaal op oeverwallen,t-erwijl de fijne deeltjes op grotere afstanden tusseneen moerasvegetatie in kommen tot bezinking komen.Periodiek werd de gehele Betuwe wel overstroomd, maarde oeverwallen en de kommen hadden zo'n dichte begroei-ing, dat de stroomsnelheid beperkt was. Er was een groteoverstromingsvlakte, die als waterberging fungeerde.

Door de begroeiing van de.oeverwallen werd de ri.viërals het ware op zijn plaats gehouden. Maar een rivier,heeft de neiging om zijn meanders steeds meer te ver-groten, totdat bij een hoge .waterstand de rivier overde meanderhals kortgesloten wordt, bijv. wanneer er ineen grote bocht een blokkering bij ijsgang optreedt.Dan ontstaan nieuwe .rivierlopen op een tracé door dekommen, .die het door hun kortere verbinding winnen vande oude, meer kronkelende ri viérlop.èn. Juist door deafwisseling van het ontstaan van nieuwe rivierlopen endaarop volgend het insnijden van een rivierbedding methet vormen van duidelijke oeverwallen, wisselen in hetOnbedijkte rivierlandschap perioden van bewoonbaarheid

16

Page 21: TABULA BATAVORUM 1979

van de oeverwallen en het verlaten ervan elkaar af.(2)]>e bewoonbaarheid onder zulke pr-imitieve omstandig-

heden wordt niet bepaald door de mogelijkheid om zichte vrijwaren tegen verdrinking, maar vooral door de mo-gelijkheden van voedselvoorziening. Een te frequenteoverstroming maakt akkerbouw (wintergraan, gevaar vooruitwinteren) onmogelijk. Ook de levensomstandighedenvoor het grote wild en de huisdieren worden in gevaargebracht, ondanks het feit dat er-op deze vruchtbarerivierkleigronden een weelderige , vegetatie is.

Op allerlei plaatsen (Dodewaard, Opheusden, Resterenaan de westkant o^nder de Hoge Woerd) is IJzertijdbe-woning gevonden. Ook uit de Bronstijd zijn te Dodewaard/Opheusden bewoningsresten teruggevonden. (4) Uit deRomeinse tijd zijn een aantal grote woonplaatsen bekend.In Eist is zelfs onder de in 191 / 5 verwoeste kerk devondst gedaan 'van de resten van twee Romeinse tempels(5)Kesteren is bekend geworden door de opgraving van eeninheemse nederzetting uit de Romeinse tijd op de HogeWoerd.(6)i die jammer genoeg grotendeels verdwenen isdoor de aanleg van de autoweg* In recente tijd is doorde opgravingen van de Historische Kring te Kesterenveel over Kesteren in de Romeinse tijd bekend geworden.(7)

Maar in de derde eeuw na Christus kreeg de vrij dich-te bevolking van het rivierkleigebied _ honderden ne-derzettingen uit die tijd zijn bekend (8) - het ergmoeilijk door het veelvuldig optreden van hoge water-standen. Deze waren het gevolg van het in cultuur nemenvan grote stukken lössgrond en rivierklei voor de voed-selvoorziening van de bevolking van de grote Romeinsesteden in het stroomgebied van de Rijn en de Maas, zo-als Mainz, Trier (ca. 100.000 inwoners), Keulen (ca.28.000 inwoners), Colonia Trajana bij Xanten (ca.i25.000 inw. zonder het Romeinse garnizoen van CastraVetera), de burgernederzetting en garnizoenen van Nij-megen. De ontbossingen veroorzaakten meer oppervlakkigeafstroming en hoger omlopen van rivierwaterstanden.Het gevolg hiervan was, dat de bevolking wegtrok. Zie-hier het begin van de volksverhuizing.

Heel aarzelend kwam in de Merovingische periode hieren daar weer bewoning op de hoogste plaatsen die veelalook in de Romeinse tijd bewoond waren, maar pas in deKarolingische periode breidde de bevolking zich sterkuit. Men vestigde zich vooral daar op de- stroomruggen(dat zijn de beide oeverwallen en de dichtgeslibde

17

Page 22: TABULA BATAVORUM 1979

bedding van de verlaten rivier)s waar een grote opper-vlakte niet te zware grond voldoende goed ontwaterd ^wasom akkerbouw te bedrijven. Resteren had aan de zuidkantvan de Oude Rijn na de Romeinse tijd een hoge oeverwalgekregen. Plaatselijk ligt er het Romeinse niveau zelfs1-J- m onder het huidige maaiveld. (8)

De uitgebreide graanteelt verstevigde de voedsel-voorzieningsbasis, omdat met het goed bewaarbaregraan de ongelijkmatige vrijgevigheid van de natuur,,als men alleen aangewezen is op jacht, visserij, ver-zamelen en ook veehouderijj kon worden aangevuld.

Na de kerstening onder Karolingische-heerschappij,ontstonden eerst houten kerkgebouwen, maar bij toege-nomen welvaart kon men zich zelfs de luxe permitterenom Romaanse kerken te bouwen van geïmporteerde tufsteen,zoals ook bij de oudste kerk van Kesteren het geval is.(9).

Omstreeks 1100 heerste er in de Middeleeuwen eenbloeiperiode. Onder invloed van de kloosterorden(Cisterciënsers, Praemonstratensers) werden grote op-pervlakken bos ontgonnen tot cultuurland. De bevolkingbreidde zich uit, waardoor nog meer ontginningen werdenuitgevoerd. De steden werden welvarend. Grote Gotischekerken werden gebouwd en vele Romaanse kerken werdenuitgebreid met een bakstenen Gotisch koor. Maar voorhet rivierkleigebied hadden al die ontbossingen en ont-ginningen weer dezelfde nare gevolgen als in de Romeinsetijd, nl. het periodiek veel hoger oplopen van de .ri-vierwat er s tand en.

Ku was evenwel de samenleving beter georganiseerddan in de Romeinse tijd, zodat men kans zag, gedeeltenvan de hoge oeverwallen en stroomruggronden, waar zichvnl. de bewoning bevond en het bouwland was, te bedijken.(10). Men beschermde zich niet alleen tegen hoge rivier-waterstanden, maar ook tegen hoog binnenwater. Dehoogste rivierwaterstanderi duurden meestal maar kort,maar vanaf de stroomopwaarts gelegen kommen bleef nogheel lang water naar het westen stromen, waartegen menzich probeerde te beschermen door het aanlog vanzgn. achterdijken. De Broekdijk bij Ochten-Echteld ende Broekdijk bij Kesteren zijn hiervan mooie voor,,beelden. (11)

Het partieel bedijken van het rivierkleigebied ver-kleinde echter de vjaterbergingsmogelijkheden. Dienten-gevolge liepen de rivierwaterstanden nog weer hoger op.0e periodiek hoge waterstanden belastten de niet-bedijkte

18

Page 23: TABULA BATAVORUM 1979

gedeelten van het rivierkleigebied nog weer extra. Maartoch deed het daar niet zoveel schade wanneer de bewoningen het bouwland zich bevonden op de hoogvloedvrije rivier,terrassen» zoals langs de Maas en verder stroomopwaartslangs de Rijn en langs-de IJssel, of op de rand van destuwwallen zoals bv. bij Wageningen, Rhenen, Achterbergen Amerongen.

De hoger oplopende rivierwaterstanden versterkten deopslibbing. In een betrekkelijk korte periode is in deWageningse Nude door de frequente instroming dan ook eendik pakket vruchtbare rivierklei afgezet. (12) Dit be-gunstigde sterk de mogelijkheden tot het winnen van eengoede kwaliteit hooi en hiermede het in cultuur houdenvan een grote oppervlakte bouwland op de Wageningse Eng.

Ook'Rhenen had eerst geen"; behoef te aan bedijiking,want men woonde op de hoge zandgronden en had daar ookhet bouwland, terwijl de Mars veel goed hooi gaf. Datook Amerongen nu nog een zeer grote oppervlakte uiter-waarden heeft^, is een gevolg van de ligging van de be-woning en het bouwland op de flank van de stuwwal.

(slot volgt)N.B. Verwijzihgen naar literatuur zijn in de tekst metcijfers aangegeven, bijv. (1). In de volgende afleveringzal een literatuur-overzicht opgenomen worden.

.:.:;.:..: BOEKBESPREKINGEN.Ter gelegenheid van het è'50-jarig- bestaan verscheen

er een boekje over het Polderdistrict Neder-Betuwe eneen boek over de Tieler- en Bommelerwaarden. Het eersteis geschreven door de heer R.C. Hol en hst andere bevatbijdragen van prof.mr. O. Moorman van Kappen, mr. JanKorf en mr. 0.1.A. Baron van Verschuer.

Beide boeken zijn in 1977 uitgegeven door de betref-fende polderbesturen en gaan uit van de zogenaamde dijk.brief van de graaf van Gelre _ Reinald II (1326 - 1343)•In deze brief werd het polderbestuur in feite juridischingesteld, met omschrijving van de districten en regelsvoor bestuur.

l?

notitie
Moet zijn pagina 19
Page 24: TABULA BATAVORUM 1979

1. R.C. Hol. Zesh-onderdvijftig jaar Neder-Betuwe.(1527-1977)Amsterdam 197? - 98 blz. met enige literatuuropgaven.

Dit boekje is als aandenken toegezonden aan alle ingelan-den van dit district en beschrijft op bevattelijke wijzede ontwikkelingen in onze streek met een aantal gebeurte-nissen, zonder diep en uitvoerig in te gaan op de gehelegeschiedenis. Het voordeel hiervan is, dat in kort be-stek een overzicht verkregen wordt van het gebied, debedijkingen, de .rol van de Gelderse graaf, de organi-satie van het bestuur, het waterstaatkundig beheer ende bestuurlijke ontwikkelingen in de laatste tijd.

In- de bijlagen wordt o.a. de inhoud van de brief vande graaf in begrijpelijk Nederlands weergegeven met eenkorte historische toelichting. Ook wordt het wapen om-schreven en weergegeven, alsmede een verklarende woor-denlijst. In het boek vonden we 35 afbeeldingen vankaarten, tekeningen en foto's, die het geheel illustrerenen toelichten. Het zou te ver voeren om hier delen uitde inhoud weer te geven.

We zouden iedere geïnteresseerde willen aanbevelendit boekje te lezen; het leest gemakkelijk en bevat velezaken, welke niet eerder gepubliceerd zijn voor ons ge-bied.2. 0. Moorman van Kappen, J. Korf en O.W.A Baron vanVerschuer. Tieler-en Bommelerwaarden, 1527 - 1977.Tiel _ Zaltbommel 1977, 441 blz. m.literatuuropgaven.

Voor degenen, die na het voorgaande belangstelling-hebben gekregen voor de geschiedenis van het polderbe-stuur in onze omgeving, is dit een boek dat meer indetails ingaat op het wel en wee van naast gelegen pol-derdistricten.

In het eerste deel, blz. l - 2353 gaat Moorman vanKappen uitvoerig in op de geschiedenis van genoemde pol-ders en de werkzaamheden van de besturen tot 1838, metcommentaren en verantwoording van de verwerkte gegevens.In de aanhangsels vinden we de verschillende dijkbrie-ven en de gereformeerde dijkrechten in de oorspronke-lijke taal.

In deel II beschrijft Korf het tijdvak van 1838 tot1954, en in deel III geeft baron Van Verschuer eenvisie op de toekomst van de polders onder de titel"Poldermeester, waar gaat ge naar toe?"

18

notitie
Moet zijn pagina 20
Page 25: TABULA BATAVORUM 1979

Ook dit boek kunnen we niet uitvoerig gaan bespreken*Een iets nadere aanduiding van de inhoud geven we vooreventuele belangstellenden.

In het eerste deel vinden we een goed beargumenteerdegeschiedenis van het ontstaan van de waterschappen ende waterstaatszorg in de Tieler- eri Bomraelerwaar*denvóór de l e eeuw. Daarbij komen ook de staatkundige enjuridische aspecten aan de orde. Naar men mag aannemen,zal veel wat hier vermeld wordt ook van betekenis zijnvoor de Neder-Betuwe. Mede gezien de oorsprong van dedijkbrieven van de Graaf van Gelre en de ligging naastons gebied'.

In de geschiedenis van dit gebied na de 14e eeuwwordt meer uitdrukkelijk ingegaan op de lotgevallen enhet bestuur van genoemde waterschappen, zonder dat hetgrotere verband verloren wordt met naburige waterschap-pen, bijv. Maas en Waal e.a.

Het deel over het tijdvak 1830 - 1954 is geschrevendoor Korf, die blijkens zijn manier van behandelendicht bij het waterstaatsgebeuren gestaan heef l •. en eengoed leesbaar overzicht van deze periode geeft. Ook hetmenselijk aspect van de bestuurders komt hier aan de or-de.

De laatste tien bladzijden van het boek geven eenvisie op de toekomst van het polderbestuur.

A. Pouwer

üitloting obligaties..Overeenkomstig de per 10 april 1974 vastgestelde

voorwaarden zullen de eerste renteloze obligaties adƒ 50,- worden uitgeloot.

Van de ?2 uitgegeven obligaties zullen er 8 (d.w.z.ruim 10 %)aflosbaar worden gesteld.-

De nummers zullen op de. aanstaande algemene verga-dering bekend worden gemaakt. De houders van de betref-fende obligaties ontvangen schriftelijk van deze uit-loting bericht.

De beheerder depotfonds.

Page 26: TABULA BATAVORUM 1979

BIJDEAGEN TOT DE GESCHIEDENIS VAN HETEREN.I. Oude namen. _ Ir.W.van de Westeringh,Heteren. -

•!;_•' Np.ë bestaande per c eels-. en huisnamen. (In veel ge.villen zuilen deze vcTorkomen op dezelfde plek of indezelfde omgeving als vroeger).Beemd (1602)Beverspol (1649)Buidelmaker (1649)Donderberg (1649)Epen (1388)Fles (1554)Ganzenkamp (1429)Haafakker (1649)Hog'e Kamp (1456)Hoge v/eide (1649)Hoge Weitje (1649)Hoge 'vest (1525)Inschiet (1539)Keutelkarap (1525)Kloosterkamp (1649)Koeweide (1590/96)Krommedijk

Lange Akkers (1649)Molen (1649)Notenboom (1649)Nijburg (1402)Olieakker (1649)Ooievaarsnest (1649)Paardsweide (1649)Peuterskamp (1649)Plukroos (1602)Rauwendaal (1618)Ressenerbroek (1649)Riem (1504)Rode Toren (1388)Schoutenkamp (1649)Uilenburg (1649)valeweitjes (1649).Weerbrcek(1486)

Lage Land (1649)2. Verandering van namen (voorbeeld)"Klaverakkers", "Korte Lever" en"Tulkushof" droegen

in de l?e eeuw nog gezamenlijk de naam "pe Inschiet",evenals het naastliggende (noordelijke) perceel.

Na verdeling^ verkoop e.d. .van deze drie percelenwerd het westelijke perceel "de Klaverakkers" genoemd,toen kwam het te behoren tot de boerderij waartoe ookal het grotere (noordelijke)perceel "de Inschiet" be-hoorde. Dit gebeurde kennelijk ter onderscheiding van

22

Page 27: TABULA BATAVORUM 1979

beide percelen.De naam van het middelste perceel "de Korte Lever,"

hangt waarschijnlijk samen met de familie Cortleven',die in 1649 als eigenaar-verpachter vermeld staat.

Het oostelijke perceel "Tulkushof" heeft vermoedelijkooit behoord bij boerderij Tulkushof (Tullekens(?)-hof).

3j»_jM'amen _dJLe_ mogelijk op verlaten land wijzen.Bij de "Boge" West" ligt het "Lage Land". Het'Lage Land

ligt euenwel niet laag, maar evenals de HQge West rela-tief hoog ten opzichte van de omgeving. (Het Lage Landwas in de 2e eeuw n.Chr. bewoond, wat in het toen nog on-bedijkte gebied alleen mogelijk was bij een hoge ligging.)

Hoge West zou wel eens een verbastering van Hoge"Woest" kunnen zijn; Lage Land is een jongere schrijf-wijze voor "Lege" Land.

De "Hoge V'oest" en het "Lege Land" wijzen dan op woest,leeg land; oftewel woest, verlaten land eventueel onbe-woond, afgelegen land. -

k» Straatnaam die een stukje historie weergeeft.De "Onsle Lieve Vrouwe "straat" is ~e~n~~zeer oude~~straat

in Heteren. Deze naam zou wel eens in verband kunnenstaan met een klooster* mogelijk het 0.L.Vrouwe-kloosterin Renkuin, dat bezittingen in Heteren had.

Nog waarschijnlijker is het dat de Onze Lieve Vrouwestraat verband houdt met de vicarie op het altaar van0.L.Vrouwe in de St.Willibrorduskerk in de tijd vóór deReformatie. Deze vicarie was al in 1539 bekend. Devicarie ontleende inkomsten uit land dat aan of bij dezestraat lag.

Of er een verband bestaat tussen deze 0.L.Vrouwevicarie en een 0.L.Vrouwe klooster is niet bekend.

5. Het adellijke huis "de Fles".De Fles wordt reeds in 155 genoemd;"huyss ende hof f-

stat, erff ende guet, geheiten die Vlesch".Het goed was overgegaan van het geslacht Mom van de

Rode Toren op het geslacht Ingen Nulandt. Dit geslachten het met hen verwante geslacht Van Scherpenseel hebbende Fles in bezit gehad tot in de 18e eeuw. Het goed om-vatte behalve het adellijke huis ook nog een woning, waar-op een bijzondere pachtvoorwaarde rustte, want in 1649 i6"de woningh genaemt de Vies met 2jJ: mergen boomgaerts metnoch l mergen weijde verpacht voor 100 gulden en tienpaar duijven".

23

Page 28: TABULA BATAVORUM 1979

In de 19e eeuw was de Fles in het bezit van een VanLonkh.uyzen. Deze familie bewoonde de boerderij tot in hetbegin van de 20ste eeuw. Toen kwam de familie De Hartogop de Fle.s wonen. Deze familie verkocht de boerderij aande- gemee'nte Het.eren ten behoeve van e-en uitbreidingsplan.Toen de plannen om in de boerderij een bibliotheek tevestigen niet konden doorgaan, verkocht de gemeente deboerderij weer.

(slot volgt)

OUDHEIDKUNDIG MUSEUMFRANS.BLOEMEN

WYCHEK.Zoals voorgaande jaren zal het oudheidkundig museum

Frans Bloemen te \\ychen ook dit jaar, naast de normaleopeningstijden op de werkdagen, enkele zaterdagmiddagente bezoeken zijn.

Hiervoor zijn de volgende data vastgesteld:Zaterdag 14 april, 5 mei, 2 juni, 7 juli, 4 augus-

tus, l september en 6 oktober^ .Het is dan geopend van 14 tot 16 uur.U vindt het museum, dat een rijke verzameling aan

uit Wychen en omgeving opgegraven voorwerpen bevat,naast het kasteel-raadhuis.

Page 29: TABULA BATAVORUM 1979

Uit de Amstêrdamsche Courant,Donderdag A ari. J.765T

Alzo op den 19 November des jaars 1?655 tot Heterenin den Ampte van Overbetuwe, de persoon van Petronellavan Niftrik, huijsvrouw van Derk Artz des avonds in deweijde haar koei zittende melken, door een persoon isopgegrepen, die haar agter over geworpen en getendeerdheeft, om haar met een mes den hals aftesnyden, dat zyzulks afweerende» twee sneeden in den arm bekomen heeft,dat haar ook telkens de oogen toehoudende, gedreigdheeft deselve uit te steeken, het geen zy insgelyksmet haare handen belet hebbende, die persoon eindelykmiddel heeft gevonden, om voornoemde Petronella vanNiftrik, een stuk van haar tong te snyden, sodanigdat zy daar door ten eenemaal spraakeloos is geworden.

En vermids de justitie ten hoogsten daar aan gelegenis, dat den daader of daaders, van zodanig enorm delict,mogen worden ontdekt, om haare condigue straffe, endat de suépicie allezints zig opdoet dat zekere Janvan Niftrik, broeder van voornoemde Petronella vanNiftrik, geboortig van Heteren, oud circa 50 jaaren,klyn van statuur, bleek van weezen, spits van neus,bruin van oogen en hair, tgeen krullende is, redelykras of vaardig van gang, spreekende met een brouwendetong en door de neus, zulk enorm delict geperpreteerdheeft.

Zoo is 't, dat Steven Graave van Randwyck, Heerevan Homoet en Gameren, Amptman, Rigter en Dykgraaf desAmpts Overbetuwe, by en mids dezen belooven een premievan 250 guldens, aan die gene, die den voornoemde Janvan Niftrik of de daaders van dit enorm delict, weette ontdekken of aan te wyzen, zoo, dat dezelve in han-den van de justitie komen te geraaken, en van het faitovertuijgd worden: zullende des aanbrengers naam (desbegeerende) worden gesecreteerd.

actum den 2k December1765

25

Page 30: TABULA BATAVORUM 1979

ln

T A B U L A B A T A V O R U M

SiEPE STILUM V E R Ï A M U S

H I S T O R I S C H E K R I N GK E S T E R E N E N O M S T R E K E N

Page 31: TABULA BATAVORUM 1979

StreekarchiefBommelerwaard

TABULA BATAVORUM

Mededelingenblad van deHistorische Kring Resteren

en Omstreken

lle jaargang, nummer 2, september 1979

Page 32: TABULA BATAVORUM 1979

De vereniging is opgericht op 25 oktober 1967 enKoninklijk Goedgekeurd op 2 januari 1974»VerenigingsbestuurA« Datema, voorzitterJooet van- den Vondelstraat l, 4041 XJ Resterentel.: 08886 . 1354Mevr. M.J. Deemet-Goetiials, secretaresseBoterhoeksestraat 14, 6666 GA H e terentel.: 08306 - 2A. J. van Drunen, penningmeesterNassaulaan 7, 4041 CE Keeterentel.: 08886 - 172?J.T«M. van BroekhuizenScherpenzeelseweg 56, 3956 KG Leersumtel,: 03434 - 1119A» PouwerJ. Steenstraat 27, 4041 GC Kesterentel. : 08886 - 1345J. HoekstraSilvanusstraat 24, 4041 AM Kesterentel.: 08886 - 1782H. J. GerritsenKastanjelaan 11, 6666 AB Heterentel.: 08306 -22452Redactie: Het Bestuur

Het is niet toegestaan artikelen of gedeelten ervan overte nemen zonder toestemming van de redactie.

Page 33: TABULA BATAVORUM 1979

Bronnen voor de__geschiedenis van de streek rond Ke s t e -ren in het streekarchief Tiel, Buren 'en Culernborg.'

A. Houtkoop.Op maandag 15 januari hield ik voor de HistorischeKring Resteren en Omstreken een inleiding over de iahet streekarchief berustende bronnen voor de geschie-denis van.de plaatsen in het werkgebied van die vereni-ging. De aangeboorde bronnen waren weer net als inder-tijd voor de geschiedenis van het Land van Maas en V/aal(zie het artikel Maas en Waalse relaties in Tweestromen-land nummer 29» november 1978) zo overvloedig, dat hetvan groot belang geacht werd de verzamelde gegevens ineen studie vast te leggen, 1/Vat hierna volgt is dus deneerslag van het voor de lezing gedane onderzoek. Voordiegenen, die de lezing in januari niet konden bijwonen,is het wellicht plezierig dat zij het gemiste alsnog,zij het in een andere vorm, gepresenteerd krijgen, ter-wijl voor de op de lezing aanwezigen een schriftelijkevastlegging van het toen gebodene vermoedelijk wel wel-kom is.De gemeentelijke ar chief bewaarplaat sen van Tiel en.

Het gemeentearchief van Tiel, tevens het centrale kan-toor van het Streekarchivariaat Tiel, Buren en Culemborg,is gevestigd in het voormalige raadhuis van de gemeenteWadenoyen in Drumpt op de Burgemeester Meslaan 98 (tel.034 0-12230) . Drumpt maakt nu deel uit van de gemeenteTiel en is nu eigenlijk te beschouwen als een stadswijk,Het gemeentearchief is geopend van woensdag tot en metvrijdag. .Het gemeentearchief van Culemborg is in. het historischehart "van die "stad te vinden in de Binnenpoort op deMarkt ( tel. 03450 -3169 )« Geopend op maandag en dinsdag,doch telefonische afspraak wordt voor bezoek aan ditarchief wel op prijs gesteld.Beide archieven maken deel uit van het hierboven al ge-noemde Streekarchivariaat, waarvan het bestuur bestaatuit de burgemeesters en gemeentesecretarissen van deaangesloten gemeenten. Het personeel van onze instellingbestaat momenteel uit twee archivarissen en twee nietgekwalificeerde krachten, waarvan de één belast is met

3

Page 34: TABULA BATAVORUM 1979

de verzorging van het fotoarchief, terwijl de ander alsindixeerder werkzaam is.In mijn verhaal komen achtereenvolgens aan bod de oudearchieven van de gemeenten Tiel en Culemborg, het nieuwarchief van de gemeente Tiel (het archief uit de periode1013 tot en met 1930) s andere archieven van (semi) over-heidsinstellingen en van partikuliere instellingen enverenigingen, do historische bibliotheek, de topogra-fische atlas en de kaartenverzameling.Het oud archief -der gemeente Tiel.Het oud archief der gemeente Tiel, in 1928 door eengedrukte inventaris van de hand van H. L. Driessen ont-sloten, bevat een groot aantal archiefstukken die vanbelang kunnen zijn voor de' bestudering van de geschiede-nis van de streek rond Resteren,Naar de inhoud 'heb ik: die stukken in , de volgende rubrie-ken onderverdeeld:a. Stukken betreffende de staatkundige toestand -en be-treffende belastingen van .gewest en /of van. het Kwartiervan Nijmegen.b. Stukken betreffende de bezittingen .van de stad Tielin dit gebied.c. Stukken betreffende dé bezittingen van de Tielse kloos-ters aldaar.d. Stukken betreffende wegen en waterstaat. In ditlaatste rubriekje komen ook aan de orde het notulen..boek van de commissie tot beheer en aanleg van de zand-weg van Tiel over de Grote Brug naar de Rijnkant en eenkorte geschiedschrijving van deze weg.^._Sj;ukken_betre_f l^e.'nde_de jstaatkundige toestand en be-_treffe.nd_e J3ej.astinj-,e_n _yan jje^ejjtTeji ]ya"n het ~~

Blijkene afschriften van oiude akten in een aantal privi-legeboeken waren do inwoners van Driel in de jaren Ii>.if7-'48 >nogal weerspannig en zo zag de Gelderse hertog Arnoldzich in 1 47 genoodzaakt die(de bewoners dus) van Tielen Zandwijk te -beloven scnadeloos te zullen houden we-gens de hulp 3 die zij hem hadden toegezegd, in mei vanhet daarop volgende jaar werd een dergelijke belofte ge-daan door een broer van de hertog van Qelre, de heervan Batenburg en het Nijmeegse stadsbestuur. De akten

Page 35: TABULA BATAVORUM 1979

IBBMMB

1

2•••

Tiet „St, Agnietenstraaf*.m,

Page 36: TABULA BATAVORUM 1979

komen o.a. voor in Oud Archief Gemeente Tiel (voortaanaf te .korten., tot OAT):inventaris nummer (voortaan af tekorten tot nr») 95.Diegene onder ïl, die zich in het algemeen wil oriënte-ren over de staatkundige toestand van Gelderland of overmaatregelen /betreffende de plaatsen rond Kecteren inhet bizonder, kan veel gegevens putten uit de seriesl,and_ en kwartièrsrecessen vanaf l508»'die in het gemeen,tearchief van Tiel, aanvankelijk in gescheiden seriesen na 1700 in een gecombineerde serie voorkomen. De re-cessen zijn- de verslagen van de vergaderingen van de'Staten van het gewest Gelderland of van het Kwartier VanNijmegen , die Tiel als één van de stemhebbende stedenontving. Helaas/vertonen de series.wat lacunes.Over de heffing en inning van landschaps.. en kwartiers-belastingen bevat het Tielse gemeentearchief ook veelmateriaal. Zo zijn OAT nrs. 566-7 rollen van verpachtingvan de gemene middelen (dat zijn geen ongeoorloofde han-delingen, maar de algemene middelen bf .inkomsten van deoverheid) van het Ambt van Neder-B'etuwe en de daaronderressorterende heerlijkhed.en» Deze belastingen werden op-gelegd door het Kwartier van Nijmegen' en geïnd door hetTielse Cornptoir (belastingkantoor), terwijl de rollenwerden opgemaakt tegenover o.a. afgevaardigden van hetambt van Neder-Betuwe.Tot de gemene middelen behoorde <na. het schapeng.eld envoor deze belasting gold, .als voor de.meeste belastingenin tie achttiende eeuw, dat.de opbrengst ervan verpachtwerd. De voordelen daarvan zijn evident; de overheid konhierdoor direkt over de opbrengst van de belasting be-schikken, terwijl voor het innen daarvan door haar geenambtenarenapparaat in stand gehouden hoefde te worden.De pachter van de belasting ontving in ruil daarvoor vande belastingplichtigen het door hen verschuldigde. Risi-coloos was dat pachten van de belastingen zeker niet,maar in de meeste gevallen was het erg winstgevend doorde grote marges tussen reële opbrengst van de belasting-en pachtsom. De opbrengst .van de verpachting zowel alsvan de inning was mede afhankelijk van de conjunktuuren daardoor erg onderhevig aan schommelingen.-Het schapengeld, verschuldigd door d.e bewoners van de-• ."• ." . ' . "5

Page 37: TABULA BATAVORUM 1979

Rijnkant, werd in: 1784 gepacht door .J., van. Voor thuisenvoor de som van ruim achthonderd, gulden. In. 1787 .was .•Evert Janse van Ooyen de pachter en hij hoefde maar ietsmeer dan"de helft van de pachtsöm van zijn voorganger tebetalen ( "F 420).- ; .Andere .pachters tot en met 1797 waren' Johannes Bor enJohannes de ;Haas3 :terwijl de verpaëhtingsopbrengsteavan het schapengeld in de periode 1784 tot en met 1797ook bekend zijn van Hien en Dodewaard (met als pachtersleden van de families Den Hertog en De Kat), Ochten,Echt-eld, Maurik, Eek .en V/iel, Ingen eri-Ommeren. De ge-middelde opbrengsten; in die -plaatsen varieerden van vijf.honderd, tot en mat veertienhonderd 'gulden per jaar 'endie bedragen geven, natuurlijk een indikatie over hetaantal inwoners per dorp.In Kesteren zelf waren de opbrengsten niet zo groot;in 1784 was Jac.van Ommeren pachter voor F 605» t.erwijlGobel van: Versendaal in 1793 de hoogste prijs moest be-talen en wel F 645.Verder worden in Se rollen nog de pachtopbrengsten vanOpheusden, de üarschj Leede en Oudewa.ard., IJzendoorn enLienden c.a. ve.rmeld.Interessant kunnen verder nog zijn OAT'nr. 6l33 eenpachtboek. van o.a. het monopolie van de impost op debrandewijnen en de gedistilleerde wateren en van de im-post op tabak (U ziet dat accijnsen op deze produktenook toen al populair waren bij de overheid, die vond datde genotzoekers maar eens goed moesten bloeden), doorhet Tielse coinptoir bijgehouden in.de periode 1703 tot.en met 1793 en OAT nr. 1393? een rol van verpachting . .van de gemene •niiuclclen uit de beginjaren van de Bataaf-se Republiek.Een :bizonclere belasting was het zogenaamde zevenjaars-geldj een .belasting die werd geheven door de stad Tielsedert het begin van cu, tachtigjarige oorlog. Tiel wasnamelijk du. belangrijkste versterkte stad in de Betuween derhalve van militair-strategisch belang voor de ge-hele streek. Voor het onderhoud van de Tielse verster-kingen, wallen en poorten moest de: gehele streek bij-dragen en Tiel had het recht verkregen 'eens in de zevenjaar d i e bijdragen a f t e vorderen. . . . .In OAT nr. 576 wordt opgegeven voor welke bedragen o.a.de dorpen rond Kesteren werden aangeslagen. Maurik moest

6

Page 38: TABULA BATAVORUM 1979

elf goldgulden betalen en nog één in het gelach (de kos-ten van de voor Tiel rondreizende, belastingontvanger) .Die ene goldgulden in het gelach werd betaald door alledorpen van Maurik tot on met Echteld «, de laatste in derij.De belastingaanslagen zelf verschilden nogal wat per dorp;zo moest, zoals reeds vermeld,, Maurik elf goldguldenbetalen, Eek, Ommeren en IJzendoorn ieder zes, Ingenechter weer negen „ Lienden acht goldgulden evenals Kes-teren, Hien en Dodewaard en Ochten, terwijl Opheusdenen Echteld weer zeven goldgulden betaalden. Die bedra-gen zijn illustratief voor de omvang van de dorpen inde. tijd dat deze bijzondere belasting werd vastgesteld-,Het zevenjaarsgeld werd aan Tiel betaald tot en met 1811,hetgeen wel een bewijs is van de hardnekkigheid waarmeeeenmaal funktionele belastingen werden gehandhaafd.Stukken betreffende de invordering van deze belastingkunt U aantreffen in OAT nr. 577-9 en OAT nr. 1396.

_ _ _ . _ _ _ d £ j3tad_Tielstreekrond " ~"

Over de bezittingen van de stad Tiel aldaar kan ik be_ •trekkelijk kort zijn, want die stelden niet zo veel voor.De stad bezat een zeven morgen groot zijnde elzenpasonder Meclel, ook wel Meel genoemd (thans gemeente Ech-teld). Curieus in dit verband is een dossier betref-fende hei: betwiste recht van uitweg van dat stuk land.In 1774 werd namelijk de koper van het houtgewas op deelzenpas verhinderd, het door hem gehakte elzehoutover het land bij het huis Meclel van de douairièreVan Deelen te vervoeren. De douairière had de kopervan het hout, Zeger de Jong en zijn voerlieden eenweg langs het bos aangewezen, maar die was volgensDe Jong onbruikbaar en omdat hem het -gebruik van eenandere weg naar de Meelsestraat werd geweigerd be-klaagde hij zich met zijn mede_koper Otto de Blank bijde magistraat van Tiel.Het stadsbestuur liet het er niet bij, zitten en zijstuurde haar deurwaarder Balthasar Verwey samen metR. de 'wit, twee onbekenden en een voerman op maandag23 augustus naar de elzenpas onder Medel. De wagen,met twee paarden bespannen, gang' door de hekken van dedouairière en over haar land. Enige stompjes niet gerooid

7

Page 39: TABULA BATAVORUM 1979

elzehout werden opgeladen en het gezelschap ging dezelfdeweg .terug. Het hout werd-, nadat de terugreis was vol-tooid, voor het Tielse stadhuis uitgeladen en blijkenseen verklaring van de deurwaarder uit 1779 (mogelijkin verband net een verjaringstermijn) werd de heeri- enterugreis-in 1774 zonder hindernissen afgelegd. De deur-waarder eü zijn mannen hadden zelfs nog een h.eg op hetland van de weduwe Van Deelen verwijderd zonder dat heniets in de weg was gelegd..De stad Tiel had naast de zeven morgen elzenpas geen be-zittingen in de streek rond Kest-eren. In verband- niet be-zittingen van de stad is alleen nog van belang--het'feit,dat de stad in '1682 door koop uit de-.boedel van DirkJacob-Vijgh, Heer van IJzendoörn," hot veer van Tiel op\Vamel verwierf. Dirk Jacob Vijgh was een kleinzoon van -Diederik Vijgh, ambtman van Neder-Betuwe en bev.oner vanhet nog in Tiel bestaande Ambtmanshuis (thans kantoorvan het Polderdistrict Tielerwaard), die vanwege zijnmachtige positie de bijnaam van Koning van Tiel had ver-Viiorven.c. jStjal e i e r f f ejidj; jie_bezj.tj;ijigen_ v r_ v^ornialigeTielse' ~~ ~ _ _ _ . _ _ - .Het ouu archief van de gemeente Tiel bevat vele? stukkenbetreffende het beheer van de voormalige geestelijkegoederen, dat na de Hervorming aan het stadsbestuur wasgekomen. Die geestelijke goederen waren afkomstig vande Tielse St. Gecilia en het St.JLgnita- of St. Agnieten-klooster en van het klooster van '- estrooien. (Voor de ge-schiedenis van deze goederen raadplege 'men A. J. Maris,De reformatie der geestelijke en kerkelijke, goederen inGelderland, in het bijzonder in hot Kwartier van Nijme-gen, Den Haag, 1939).Zo had het klooster van bestrooien, blijkens een inven-taris., uit het jaar 1593 (OAT nr. 913) een thijns in be-zit gehad uit vier morgen land in h'et kerspel Doo.ewaardgenaamd Cortenweert, welk land. echter door een dijkbreukzeer mot zand was belopen, waardoor er geen inkomsten voorgenoten werden.Johan Hubertssen tot isendorn betaalde jaarlijks aan het-zelfde klooster 8 philipsgulden uit vijf. morgen land teEchteld, terwijl dat klooster ook nog had bezeten zeven

Page 40: TABULA BATAVORUM 1979

Resteren. Kerk mot pastorie, 'j^C '

mmmmmmam*

34

Page 41: TABULA BATAVORUM 1979

morgen "swart lants op Medei" in het kerspel Echteldywelk land genaamd werd Den Diepert, In 1645 werd dit landdoor de stad in gebruik gegeven aan burgemeester Adriaanvan Riemsdijk, die in ruil daarvoor het conyentsgedeel-.te van dé Nederbetuwse schaardijk zou repareren. Tenoosten van dit stuk land lag de Latesteynse bouwing(boerderij) en ten westen de Meelse straat (OAJT nr.924).Van de bezittingen van het klooster van V.'estrooien isin 1601 een overzicht gemaakt ten behoeve van het stads-bestuur (OAT nr. 916). Die inventaris werd door Cuneravan Heess bij het stadsbestuur ingeleverd niet zonder"protestatie ende onvercort haer convents eygenedom".Volgens deze inventaris bezat het klooster 3behalve dereeds genoemde landerijen,, vijf morgen weiland op Lien-den, zeven morgen land in Echteld eri nog eens een stukland op Echteld groot 4i~ morgen en genaamd Deyskempken,een tiende (Van de opbrengst) uit drie of vier akkers,genaamd de Puyffelicxe tiendjen en nog eens vier mor-gen op een andere weide.Hoe het die landerijen van het voormalige klooster vanWestroöien in de loop der tijd verging, leert men uitde pachtboeken die al vanaf 1632 aanwezig zijn (GAT nrs.•532-3), terwijl de pachtboeken (OAT nrs. 938-9 en 1/+10)paehtgegevens van alle voormalige Tielse kloosters uitde periode 1720-1002 bevatten.Het klooster van St. ƒ ngneten (het St.tèr, gelegen aan de thans nog in Tiel .bestaande St. Ag-nietenstraat) bezat een thijns uit huis en hoefstaet inMaürik van " enen enkelen gulden ende een haelf oort",terwijl dat klooster ook te Maürik in bezit gehad heeftvijf morgen bouwland (OAT nr. 91 ). Ook van de bezittingen van dit voormalige klooster is een pachtboek voor-handen en wel dat beschreven is onder inv.nr. 928.Blijkens een inventaris, ook in 1601 opgemaakt , or. lastvan het stadsbestuur van de bezittingen 'van het, voor-malige klooster St.Cielyen (hst St. Cecilia-klooster ,waarvan het Lutherse St. Ceciliakerkje in de TielseKerkstraat nog een restant is) wordt als eigendom vandat klooster een gedeelte. van een kampje land onderMaürik vermeld, terwijl de pachtboeken van deze kloos-tergoederen zijn beschreven onder OAT nr. 929-931 endateren uit de periode 1630-1663.

9

Page 42: TABULA BATAVORUM 1979

JE-•_Stu_kken_betref fende__w_eê_eri_.en J?aterstaat_.Het oud archief van Tiel .bevat een keur van archivalia,die de zorg'van .de toenmalige overheid voor de infra-structuur an vuor de. bescherming van mens en goed. tegenwateroverlast belichten.Een bezit, waar het Streekarchivariaat erg trots op- is,is dat van de Middeleeuwse kronieks de Chronicon Ti.e_lense (OAT nr,1870). Vooral het zesde deel van deze: : .unieke kroniek is als bron voor de geschiedenis, van . , -Gelderland en speciaal voor die van onze streek vangroot belang. Dat gedeelte is in 1789 door de bekende . - ?Tielse patriot J.D. van' Leeuwen integraal en dus in hetLatijn uitgegeven, terwijl momenteel, en dat is naarmijn mening zeer verheugend nieuws, aan de vertaling ende bewerking-.daarvan door een groepje ïïijmeegse histo-rici e& mediaevisten wordt gewerkt. Er wordt naar gestreefddie vertaling na gereedkoming en goedkeuring ook in drukhet licht te laten zien, waarmee een zeer rijke middel-eeuwse bron ook voor gebruik door de amateur-historicusbeschikbaar zal komen.De schrijver'van de Chronicon zelf, over. wiens, identi-teit door deskundigen nog steeds getwist wordt en diewaarschijnlijk wel nooit met volledige zekerheid aange-wezen zal kunnen worden, was mogelijk een dijkgraaf inof bij Tiel; in ieder geval, bezat hij een grote kennisvan waterstaatszaken in het Gelders rivierengebied.In 1435 was de auteur zelf aanwezig-bij een dijkbreukbij Huissen in de Over_Betuwe en in 1428 bij een dijk-breuk tussen Tiel en IJzendoorn, terwijl hij een jaardaarvoor reeds behoorde tot diegenen, die zich grotemoeite getroostten om dé Waaldijk bij IJzendoorn tebehouden voor het kruiend ijs.Hoe rijk de Chronicon Tielense als bron is voor' de ge-schiedenis van onze streek, wordt u duidelijk indien Uhet bekende handboek van Elisabeth Gottschalk "Storm-vloeden en rivierovertromingen in Nederland" ter handneemt. Voor die natuurrampen in de middeleeuwen zal .uienzich vaak verwezen zien naar deze kroniek.In 1439 op de "heyligen clertien-dagh die men naenrptEpyphania Domini" (hoe efficiënt zijn wij ^Oste_eeuwers dan toch door in dit geval gewoon te kunnen

10

Page 43: TABULA BATAVORUM 1979

A U C T O R ï SI N C E R T I

C H R O N I C O NT I E L E N S E ,

MAJORIS CHRONICI PARS ULTIMA El'MAXIME NOTABILIS,

in qtió

A primo peregtinarum liafce in regiones nationum adventu»prxferiim a primorum Epifcoporum Trajcctinorum tempo-re, varia: fub iis, nee non fnb Comuibus cc Ducibua

Gelria; , Comitibusqtie Ilollandi» , ves gcflte tra-ccantur, interruixtisaliis, qua; corum lemporilnis ac-clderunt, ad medium usque feclili a N. C. XV.

quibtis acccdunt

«onnulla medii feculi fequentis, ipfam pnecipue civltateraTielam attinentia , ab alio , fed recentiore , etiara

incerio , fcriptore , poft ipfura opus , adjefta,,

EX ARCHETYPO PRIMUS EDI DIT , ADNOTA-TIONESQUE ADDiDlT

JOH. D I D. VAN L E E U W E N ,

1RAJECTI ad RHENUM,typif et impenfis

B. W I L D, & J. A L T H E E R,C I O I D C C L X X X I X .

Page 44: TABULA BATAVORUM 1979

vermelden 6 januari) verleenden blijkens een oorkondede geërfden van het Zahdwijkse Broek de inwoners vanMaurik en Zoelen vergunning om- "Coops Steege"' te "bedij,..ken en~ de. daartoe benodigde aarde, te nemen onder voor-waarde, dat: zij een zekere stenen brug, die' helaas ver-der niet wordt .omschreven, zouden afbreken en vernieuwenbuiten .kosten van de eerste partij (OAT nr. 1775).Vermoedelijk wordt 'deze brug of sluis in 16 1 weer onder-handen genomen;.in ieder geval bevindt zich onder OATnr-, 1779 een dossier betreffende de vernieuwing van eenstenen sluis aan de Copsteeghse straat bij Rossum'sbouwing.Over de aanleg van een weg naar de Fdjnkant vanaf Tielbevinden zich in het Tielse gemeentearchief ook heel watgegevens.In de eerste plaats zijn een bron de resolutieboeken vande magistraat van Tiel, terwijl zich daarnaast onderOAT nr. 1781 een dossier bevindt met archivalia uit d.eperiode 1648-1662.In de wordingsgeschiedenis van bovengenoemde weg vallentwee perioden te onderscheiden, zoals ik in een artikelin de Tielse krant van 8-7-1975 reeds heb aangetoond.In 16 -6 werd al besloten tot de aanleg van een zandpadnaar de Grote Brug, waartoe- in 16 8 de heren van hetgericht van Zandwijk (de rechtbank van die plaats) doorde landschap werden gemachtigd. Hun octrooi liep in1660 af en werd toen weer voor een periode van tv/aal fjaar verlengd. In 1662 was met de uitvoering van dewerkzaamheden nog geen begin gemaakt en na overleg tus-sen de heren van het gericht en afgevaardigden van degeërfden van Zandwijk werd het octrooi tot de aanlegvan een zandweg naar de Grote Brug aan de laatste par.,tij overgedragen. .Ook de geërfden Van Zandwijk waren kennelijk niet bijmachte de zandweg' aan te leggen en het was al 1762 toende Tielse magistraat in overleg trad met het ambtsbe-stuur van de Neder-Betuvve..Medio 1763 deelde burgemeester Cock zijn mede.-stadsbe-stuurders mee, dat de plannen voor de aanleg van de" zand.weg naar de Rijnkant vaste vorm hadden aangenomen. Destad Tiel zou de weg aanleggen en het onderhoud daarvangedurende tvjee jaar geheel voor haar rekening nemen.

11

Page 45: TABULA BATAVORUM 1979

Vanwege door landeigenaars letterlijk in de weg gelegdemoeilijkheden werd de aanleg van het wég-gedeelte van deGrote Brug naar de Rijn onmogelijk gemaakt, zodat hetTielse stadsbestuur daarvan voorlopig inaar afzag. D«aanleg van de zandweg van Tiel naar de Grote Brug werdin september 1764 officieel aanbesteed.Op CL e aanleg van het tweede' weggedeelte moest nog eenhalve eeuw gewacht worden. Op het Tielse gemeentearchiefberust het notulenboek van de Commissie voor het beheer-van de zandweg op Eek en Wiel, dat de periode 1G21 toten met 1900 beslaat. .Deze commissie, bestaande uit- depresident S, Baron van Lynden, hoofdschout van de Neder-Betuwe, secretaris H.J. Rink, penningmeester C.C. vanLidt de Jeude en de leden A. Baron van Pallandt en Mr.J. Dijckmeester, koos voor de route over Den Ham en kortetijd later kon de aanleg van de weg in twintig percelenworden aanbesteed. De totale kosten beliepen F 1142,-terwijl de bruggen afzonderlijk werden aanbesteed voorF 337)- per stuk.In de samenstelling van de commissie kwam de grote in-vloed van de stad Tiel duidelijk tot uitdrukking; zit-ting namen automatisch de burgemeester en de secretarisvan de gemeente Tiel naast een lid van het arabtsbestuurof de dijksteel van de Ned.er ..Betuwe en de eigenaar vanhet veer van Eek en Wiel.Van bovengenoemde weg bezit het Tielse gemeentearchiefeen tweetal kaarten, en wel een kopie van 1762 van de !

hand van de landrneter F. Beyerinck van de kaart geti-teld "Afteykeningh van den wegh en 't santpat naer deGroote Brugh en vorder het voetpat tot aen den Ham ge-meten en opgesteld in januari 1730".Uit 1763 dateert een kaart van het terrein tussen deGrote Brug en de Omhierse tochtsloot, waarop het nieuwaan te leggen zandpad was aangegeven. Kaar ik vermoedzijn deze beide kaarten te beschouwen als documentatievoor de in 1764 uiteindelijk gerealiseerde plannen,Curieus is als laatste in deze rubriek de akte door deZwolse notaris Hilbrandus ter Kutlen in 1540 opgesteldvan de verklaring door Johan Evertss. en RoeloffAerontss., beiden ingezetenen van Zwolle, ten behoevevan burgeneesters, schepenen en raad van die stad overhot feit, dat "diu van Tyel" hen te Ochten op het veertol hadden afgevorderd voor hun ossen. Vermoedelijk

12

Page 46: TABULA BATAVORUM 1979

heeft deze akte gediend als bewijsstuk bij een klachtvan het gwulse stadsbestuur bij haar Tielse tegenvoeter.Anders is de herkomst mo.eilijk te verklaren. Of de Tie-lenaars: nooit meer zo stout geweest zijn en beterschapbeloofd hebben, kon ik niet achterhalen, maar deze kwes-tie is <een slechts vrij onbetekenend voorbeeld van devele tolgeschillen waar de middeleeuwen onder gebuktgingen en waarvan de stad Tiel natuurlijk ook haar deelgekregen heeft, ' • " •

CULEMBORG .Mijn onderzoek in het oud archief van Culemborg heeftniet veel van belang, opgeleverd. De betrekkingen tus-sen de streek rond Resteren en Culemborg lagen meer bijde. heer, later graaf van dat gewest. Zo had de 15deeeuwse Gerrit van Culemborg, heer van die plaats, eenbroer zweder dié heer was van Maurik. Vermoedelijk eenzoon van Gerrit van Culemborg, die naar zijn vader wasvernoemd, wist zijn gebied 'in 1 61 sterk te vergrotendoor de aankoop 'van de beide helften van de heerlijk-heid Lienden en . Ter Lede met de Oudenweert c. a., ter-wijl de graven van Culemborg een tijd de heerlijkheidEek en Wiel in buzit gehad hebben.Voor het beheer van de Culemborgse goederen in de Neder-Eetuwe, te weten die te Maurik, Rijswijk en Liendenwerd een apart rentambt ingesteld. Het archief van deheren en graven van Cul.-emborg, dat berust op het Rijks-archief in Gelderland te Arnhem bevat dan -ook .een keurvan archivalia betreffende- eigendom. en beheer , van dezebezittingen. , - -Het stadsarchief zelf bevat ecüter nietc van belang.v-el worden een aantal personen genoemd, die hun familie-naam ontleend hebben aan dorpsnamen uit de streek rondResteren, zo komen twee Jan van Eek ' s voor in de indexop de inventaris van het oud archief der stad en van henis de één kerkmeester van de parochiekerk van st. Bar_bara en de ander richter te Culemborg.Een van Ingen3 voorzien van de voornaam Alairt, was ookeen belangrijk Cule^uborger; hij bekleedde de posten vanburgemeester,, richter en schepen van die stad. Diefuncties werden ook bekleed door mogelijk een familie-lid genaamd peter.

13

Page 47: TABULA BATAVORUM 1979

Ene Robrecht van Lienclen, heer van Nedertiormael (MaartenToonder, de schepper van Heer Bommels zou geen mooieretitel verzonnen kunnen hebben) was kapitein en super-intendent van stad en graafschap van Culemborg.Voor genoalogen zal het archief van de stad Culeraborgdus mogelijk wel enige'aanknopingspunten bevatten.HET NIÈUW_A-RCHISF VAN_D'E .GEMEENTE _T IEL EN DE ARCHIEVEN ...'VAN "HET GAST-""EN W|ËSHUÏS.' " " """;Onder het nieuw archief van de gemeente wordt/ doorgaansverstaan het archief vanaf de zogenaamde Franse, tijd totaan de invoering van het U.D.C.stelsel (de universeledecimale code), op welk moment een gehoed andere maniervan archiefordening, .gebaseerd op serievorming en dossiers(archiefstukken betreffende een bepaalde zaak), haarintrede deed. Het nieuw archief is dus niet het lopendearchief. • . .r/at betreft de invoering van het U.D.C, stelsel valt opte merken, dat het niet op één bepaald moment in het ge-hele land is gebeurd, maar dat dat na een aarzelend be_gin door steeds meer, doch natuurlijk niet gelijktijdig,archiefvormende Instanties is .ingevoerd.Voor de gemeente Tiel wordt als jaar van invoering vande U.L.C. .1930-aangehouden.Het nieuw archief' van de gemeente Tiel is zeer omvang-rijk en beslaat ongeveer één strekkende kilometer. AlsU zich bedenkt hoe dun één velletje papier Is5 dan kuntU zich voorstellen wat een enorme hoeveelheid archiva-lia daarin schuil gaat. Daardoor is liet des te betreurens-waardiger dat aan de inventarisatie van het archief nogbegonnen moet morden en;door het ontbreken van een in-ventaris in enigerlei vorm, is een onderzoek in hetnieuw archief nomenteol nog zeer tijdrovend en arbeids-intensief. Zeker is echter wel,dat het archief veel ma-teriaal zal bevatten dat van belang Is voor de geschie-denis vr.n de streek rond Kcstcren.Van belang is ook net archief van het Tielse Gasthuis ofhet Oud Burger Mannen- en Vrouwenhuis. Dit archief iswel geheel geordend en voorzien van een gedrukte inven-taris van mijn hand. in een staat van de eigendommen vandie instelling' uit het jaar 1689-1690 blijkt, dat zijin het bezit \/as van veel onroerend goed in ]jvi streek.Op Echteldj Ooi en Mcdel bezat .het Gasthuis in totaal

Page 48: TABULA BATAVORUM 1979

25 morgen en 2 hond aan bouwland en de landerijen droe-gen beeldende namen zoals Den Diepert, De Helle en DenVerlick en ook onder Ingen bezat het Gasthuis veel lan-derijen, zowel wei- als bouwland, tezamen ongeveer 30morgen groot.Het opmaken van deze staat der eigendommen was waar-schijnlijk het gevolg van aam- en verkopen door de gast-huismeesters in bovengenoemde jaren. Zo werd aangekocht1-J morgen land gelegen op Medel en 3 morgen bouwland op. .Aalst, terwijl een perceel bouwland groot 3i~ morgen engenaamd Den Oyevaer Op Echtelci werd afgestoten.Na een sprong in de tijd zien wij het Gasthuis in de19de eeuw in het bezit van De Koeweide en Boutenburg on-der Aalst en Lienden en van Do Schrouwenkamp en Kerneis-weide onder Ingen, terwijl van 1085 tot en met 1906 hetGasthuis .in .het bezit was van een boerderij te Ochten.Hoewel :het .Gasthuis als taak had-het onderdak verlenenen verzorgen van behoeftige ouden van dagen, die in hetbezit waren van het Tielse burgerrecht, yerd in de be~deeldenlijst van die instelling aangetroffen Jenneke deReuver te Driel en Elisabeth Jansen te Dodewaard.Het -yeeshuis van Tiel, waarvan het archief door een voor-lopige inventaris is ontsloten, v;as wat haar bezit aanonroerend goed betreft steeds veel minder op het oostengeoriënteerd dan het Gasthuis en blijkens een lijst vanbezittingen van die instelling uit het jaar 1645 (OATnr.1828) bezat zij te'Echteld slechts 11 hond land be-last mét vier voeten dijk (het onderhoud daarvan).Tussen bovengenoemd jaar en 1699 kocht het Weeshuis,,blijkens weer een andere inventarislijst, van YohannesHermanes een "hoofstat!! te Ommeren, welke zeker nietklein geweest moet zijn, gezien het feit dat voor deverkoop van die boerderij in het laatstgenoemde jaar deweeshuismeesters een bedrag ontvingen van meer dan elfhonderd gulden; een toen zeer respectabele som.HET ARCHIEF VAN DE COÖFERATIEVE VEILIEGVEKENIGIIvG .GHLRIA.Waren de vorige a'rchieven "die van de~ stedelijke ove'rh'eïcf ofof van semi-overheid'siAstellingen (te weten die instellingenwier regenten door het stadsbestuur benoemd werden en diede plicht hadden, hun begrotingen en rekeningen door de-zelfde instantie te laten goedkeuren), het archief vande coöperatieve veilingvereniging Gelria behoort niettot deze categorie archieven. Gelria was een particuliere

15 .

Page 49: TABULA BATAVORUM 1979

vereniging, die ten doel had de afzet van de productenvan de Betuw.se tuinbouwers en fruittelers te bevordereno.a. door export naar het buitenland (Engeland en Duits-land vooral) en door particuliere- verkoop via een ver_zendhuis. Opgericht in 1898 was de vereniging slechtseen kort leven -beschoren. In 1902 ging zij failliet ennadat de leden tijdens het bestaan van de vereniging eral weinig plezier van beleefd hadden, v» er d en zij toengeconfronteerd met een behoorlijke schuldenlast,- diehoofdelijk over dé leden omgeslagen werd al naar gelanghun verkoop via de veiling. Dat faillissement had eenreeks civiele procedures met weigerachtige ex_leden totgevolg. Nog jaren na het faillissement waarde het spookGelria door de Tielse rechtszaal en in de kolommen vande plaatselijke dagbladen rond.Tot diegenen dié weigerachtig bleven hun aandeel in deomslag van het faillissement te betalen behoorden J,H.van Lonkhuyzon te Heteren en C. Hol te Ochten. Zijmoesten via een gerechtelijke procedure alsnog daartoeworden gedwongen. De dossiers van deze rechtszaken be-vinden zich ook in het Gelria archief.In totaal sloten zich gedurende haar bestaan meer dan"achthonderd fruittelers en andere belanghebbenden bijde vereniging aan en een respectabel deel daarvan kwamuit de streek tussen Resteren en Zetten. On precies--tezijn bedroeg het percentage leden uit dat gebied 25%.In verschillende, plaatsen v/aren- afdelingen van Gelriaopgericht. In Maurik woonden 46 leden, in Eek en viel31 en in Ingen 36 leden, maar ook in Heteren, Dodewaard,Zetten, Echteld, Li enden s Uzendoorn9 Ochten, Rijswijk,Hien, Hemmen en Oia^eren hadden fruittelers zich bij Gel-ria aangesloten. Tot de leden van Gelria behoorde ook deburgemeester van Heteren de heer P.J. Kuiler.Van de archivalia van Gelria, die van belang zijn voor'diegenen onder TJ5 die geïnteresseerd zijn in de agra-rische geschiedenis,., treft U aan emballageboeken van deafdelingen Maurik,,- IJzendoorn en Heteren,, crediteurenboe-ken van de afdelingen .Eek en Wiel, Maurik, Heteren, IJ..zendoorn en Dodewaard. Vooral de crediteurenböeken zijninteressant, omdat in deze registers per lid-crediteur. •een omschrijving wordt gegeven van de door hen geleverdewaar, onder vermelding van de geleverde hoeveelheden end e pri j zen daarvan.

16

Page 50: TABULA BATAVORUM 1979

Verder bevinden zich in het archief van Gelria een con_tributieboek, dat per afdeling en per lid een opgave geeftvan de betaalde contributie, ingekomen stukken afkomstigvan de afdelings-secretarissen en convocaties voor afde-lings- en algemene vergaderingen.DE_J IELIO;THEEK.De wetenschappelijke bibliotheek van het Tielse gemeen-tearchief bevat tal van boekwerken, die voor de bestude-ring van de streekgeschiedenis van belang zijn en onzebibliotheek is waarschijnlijk de ;grootste en meest uitge-breide op dit terrein. De collectie ïieliana althanswordt aaar mijn mening nergens overtrof f én. De biblio-theek is onderverdeeld in vijf rubrieken, te weten in;rubriek A. met boeken en tijdschriften^ gewijd aan dealgemene geschiedenis van Nederland en aan genealogiesrubriek B. met'boeken en tijdschriften'over Gelderland inhet algemeen en de Gelderse geschiedenis in het bizonder,terwijl voorrubriek C. hetzelfde geldt, maar dan voor wat betreft deBetuwe.rubriek D. bevat alle Tielianay en het ie deze rubriek,die de kern van onze bibliotheek vormt»Rubriek D. is het meest uitgebreid en wat haar betreftwordt naar de grootst mogelijke volledigheid gestreefd,rubrieken E. en F. bevatten vakgerichte literatuur. Zijzullen weinig of niet door het pub'liek geraadpleegd b-e.,hoeven te worden. In rubriek E zijn arciiivistische hand-boeken en boeken over paleografie (het oude schrift) on,,dergebracht, terwijlrubriek F. de archiefinventarissen bevat, die door ar-chiefdiensten in den lande zijn uitgegeven en doorgaansnaar collega-instellingen in ruil.-abonnement gratis wor..den toegezonden.De boekwerken beschreven onder de rubrieken E. tot en metD. zullen vermoedelijk voor de lezers van dit blad het in.,teressantst zijn en in die rubrieken treft u van allerleiaan wat een wetenschappelijke bibliotheek zo de moeitewaard maakt. Oriënteert U zich eerst eens in het gemeente-archief van Tiels alvorens U zich naar< een van de grotewetenscnappelijke bibliotheken in Arnhem, Nijmegen'ofUtrecht .begeeft, yjellicht vindt u dan ook betrekkelijkdicht 'bij huis wat U -zoekt.

17

Page 51: TABULA BATAVORUM 1979

Ook boekjes en boeken over allerlei facetten van het levenin het gebied rond Resteren (natuurlijk later vanzelfhistorie) zijn voor ons de moeite waard om op te'nemenin ue bibliotheek, rij doen dan ook moeite die te ver-zamelen, maar een handicap daarbij is, dat wij niet indie streek w-onen of werken. Dat is vaak de reden dat wijte laat op de hoogte korae,n 'van nieuwe uitgaven en dusniet meer in staat zijn die aan te schaffen.Leden van de Historische Kring Resteren zouden zichvuor ons zeer nuttig kunnen maken door het Tielse ge,,meentoarchief in voorkomende gevallen even telefonischop de hoogte te stellen.Een praktijkgeval-moge u het nut daarvan aantonen. Nietlang geleden bundelde een inwoner uit Maurik zijn her-inneringen en gaf die in boekvorm 'uit. Een artikel ineen plaatselijk blad vestigde daar de aandacht van dedienst op en een bestelling werd geplaatst. Het wasechter reeds te laat; de belangstelling voor het boekje,dat in een zeer bep.erktc oplage was verschenen, was zestormachtig geweest, dat dit in de kortste keren, ikmeen zelfs binnen één dag, was uitverkocht.Eén onderdeel van de bibliotheek, waar ik- in het bizon-der Uw aanclacj.it op wil vestigen, is de collectie kran-tenleggers. Hét Tielse gemeentearchie'f bezit reedskranten vanaf I8l5s terwijl de eerste in Tiel uitgegevencourant genaamd "Tielsch Stads en Arrondissementsweek.,blad'1, uitgegeven door A. van Lo.on.; in februari IGijif-het licht zag. . .De Tielse couranten met hun bonte verscheidenheid be-vatten ook voor d.e streek^eschiedenis een schat aan ge-gevens en ora U dat aan te tonen heb ik eens gekekenwat in de eerste maand van 1077 in de "Tielsche Courant"voor nieuws uit Uw streek werd vermeld. De-TielscheCourant overigens verscheen driemaal per week en wsl opde maandag-, donderdag., en zaterdagavond. L-iegenen, diezich. abonneerden j moesten per kwartaal zegge en sclirij-ve één gulden neertellen.In de krant van vrijdag 5 januari stond een aantalagrarische aanbiedingen in de advertentiekolommen, ter.,wijl een voordracht door de heer F.I?.Gorten over de...wibselbouw ten huize van de heer s. S t ar/; te Li enden werdbesproken. In dezelfde krant adverteerde mevrouw B.A.van Houten cp huize Hornixveld onder Maurik oia een

Page 52: TABULA BATAVORUM 1979

dienstbode, die "eene burgerpot koken en tevens huis-werk verrigten kani! Mevrouw Van Houten zocht dus een,all-roundrneid en die waren in. 1877 nog wel te vinden.In ue Tielsche Courant van 9 januari trof ik een verslagaan van de tweede wintervergadering van de Vereniging"Nut en Genoegen" aan het Maurikse Veer. Op die ''genot-vollen (en wie had anders kunnen verv;achten van een ver-eniging met een dergelijke naam) nuttigen avond" werdhet meesterwerk van J.J. Cremer "Kriekende Kriekske"voorgedragen, gevolgd door "Bij het kerkportaal" vanJan van Beers, welke voordracht menigeen een traanontlokte.In de krant van IM januari maakte de procureur van de -eiser Mr. Y/.A. van Lidth de Jeude bekend, dat de arron-dissementsrechtbank te Tiel op verzoek van zijn cliënt,de Liendense arbeider C. van Veenendaal, diens huwelijkmet Lambertje van der Linden op grond van overspel doorechtscheiding was ontbonden. Ja, die Lambertje 'bleekgeen onschuldig lammetje en zij stond er gekleurd op nietzo'n advertentie in de toen goed gelezen krant.De krant van 19 januari bracht "hot news;! uit Opheusden,waar een kerkoorlog in volle gang was. Een conflict inde kerkvoogdij van de Hervormde gemeente aldaar had ertoegeleid,, dat er twee elkaar rivaliserende kerkvoogdij-colleges waren ontstaan, die allebei de kerkelijke lan-derijen publiek verpacht hadden. Dat gaf natuurlijk aan-leiding tot een fikse verwarring bij de pachters en dekwestie deed in de kleine gemeenschap van Opheusden veelstof opwaaien. In de krant van vrijdag de negentiendewerd nu gemeld; "Thans haeft ook de aanvoerder der nieuwepartij 3 de heer \y. Goiirts3 zijn gevangenisstraf onder-gaan". Een nieuw proces zou aanhangig gemaakt worden(vermoedelijk door de oude partij) teneinde te 'bewerk-stelligen dat de archiefstukken, die niet c.e pastorie nogsteeds in het bezit waren van de nieuwe partij, overge-dragen zouden worden.V/ie het begin en het verdere vervolg van deze voor onsnu vermakelijke kerkstrijd wil bestuderen kan dus, naastin het kerkelijk archief, in de collectie Tielsche Cou-rant terecht.In de krant van 26 januari v/erd geadverteerd niet de ver-pachting va n het Smidswoidje, het Langeweidje, het VoorsteV.'eidje, het Achterste V.'eidje, de Hoogenboomgaard en de

19

Page 53: TABULA BATAVORUM 1979

Lange- Pasch, alle gelegen op de Luchterburg onder Tngen.Aangekondigd werd ook het optreden van de beroemde Sto-tTaij de goochelaar, in De 7:ngel te Hien. Diegene, dieeerste rang wilde .zitten, betaalde drie kwartjes, terwijlmen voor de tweede rang vijftig cent moest neertellen.in de Tielsclie Courant van 28 januari stond een zeerkritisch verslag van de uitvoering van de pas weer opge-richte: Rederijkerskamer "De Broederschap" to Echtcldvan de hand van Voritas, een anonymus die als motto hadhet gezegde van De Genesbet; "Zegt wat gij meent".Twee dagen later vergastte de krant ons op een verslagvan een Nutsvergadering te Maurik met als spreker de heerJ. P. Kok uit Eek en VJiel, dio een goed "gestileerde" redehield over de mode.Met de voorafgaande keuze uit de gedurende slechts éénmaand verschenen kranten, hoop ik U te hebben overtuigdvan het feit, dat de oude kranten van groot belang zijn.Als bron voor geschiedschrijving zijn zij zo belangrijk.,omdat zij de meer officieel getinte inhoud van archief-stukken zo aardig op een andere manier adstrueren eü be-lichten.DE 2QPÜGRAFIS_GH_EDo topografische atlas van hot gemeentearchief vanbestaat ui twee afdelingen, en wel de pas in opbuu\v zijn-de prentenverzaiaeling en het fotoarchief. Voor U is hetfotoarchief, dak vele duizenden foto's en prentbricfkr,.ar-ten bevat on dat natuurlijk ook steeds v^ordt aangevuldmet zowel oud als nieu\< maceriaal, het meest interessant.In het fotoarchief zitten ook prentbriefkaarten vanplaatsen in de omgeving van Tiel zoals van Dodewaard,E.-chteld, Eek en ".iel^ Ingen. Kesteren, Lienden, Maurik,Ochten, Ommeren, Cpheusden, Rijswijk, IJzendoorn en Zet..ten. Daarnaast bevaL de kaarbenverzamoling een aantalkaarten, die de gehele streek beslaan; een enkele kaartkwam al eerder in dit verslag aan d;j orde.Hiermee ben ik aan liet eind gekomen van dit overzicht vanvoor y belangrijke archieven en colleC'cic-s ten gemeente..archieve van Tiel. Bij de samenstelling hiervan heb ik degrootst mogelijke volledigheid nagestreefd. Het is nu tehopen dat o.c lezers vau. dit artikel en de belangstellen..den in streek^escniedonis hun weg naar onze archieven ao..gen vinden en dat dit overzicht hun dan tot leidraad bijhet onderzoek kan zijn. . 1979

Page 54: TABULA BATAVORUM 1979

J.T.M, van Broekhuizen.In de 10e jaargang van de Tabula, december 1978, ver-schenen de eerste drie berichten als resultaat van hetonderzoek in het oud archief van Resteren, Deze reekswordt voortgezet niet enige publicaties over andere ge-beurtenissen.JTV . De y u^d_erp_es t • iri .JL_Q£6__en_ 186?,.In de löe- en 19e eeuw stierven in Europa miljoenen run-aeren aan de runderpest. Meer dan de helft van- de doordeze besmettelijke virusziekte van herkauwers aangetastedieren stierf na ongeveer een week. In Nederland kwam deziekte, ook v/el veepest of veetyphus genoemd, in 1866 en'67 op grote schaal voor. Ook Resteren en Opheusden blevener niet vrij van. Al in oktober 1865 maakte de burge-meester w. p. van der Zande bekend dat het wegens "de insommige oorden des larids uitgebroken runderpest" gewenstwas geen vreemden bij gezond vee toe te laten en dat alleswat met ziek vee in aanraking was geweest de ziekte konoverbrengen. Aangeraden werd de stallen schoon te houdenmet water, waarin azijn3 chloor of zout. Indien bij hetuitbreken van de ziekte dit niet onmiddellijk aan deburgemeester v«erd gemeld, dan kon de betrokken veehoudertot 2 -5 jaar gevangenisstraf worden veroordeeld.In februari 1866 volgde een nieuwe mededeling: "deRUNDERPEST , die ontzettende ramp, breidt zich uit."

Als voorzorgsmaatregel werd nu ook aanbevolen een kleinehoeveelheid zoutzuur aan het drinken toe te voegen. Ookcarbol eum wa s daarvoor geschikt 3 zoals eveneens blijktuit een advertentie van 15 januari 1867 van de apothekerA.J.Faassen te Tiel. Deze verkocht "Calverts. Carbo.lzuur .Gezuiverd Carbolzuur, om te drinken (l I! e d. maatje op500 kannen water), prijs 6 Cents per Flesch."Op 25 december 1866 brak de ziekte uit bij Jan van Lut_terveld Jvzn op de bouwhof "De Perk11 in Resteren. Vierrunderen werden ziek. Deze en de tien andere, diedirect of indirect met de zieke dieren in contact' warengeweest, werden onteigend en op- 26 en 27 december afge-maakt. Dit gebeurde nadat de ziekte officieel was ge_

21

Page 55: TABULA BATAVORUM 1979

constateerd door de provinciale veearts J.M.D. "«'estholzte Nijmegen en vervolgens 'de waarde der dieren was geschatdoor Gerrit Stunnenberg te Opheusden r|als deskundigedaarvoor door den Burgemeester benoemd". Het vlees vande niet aangetaste dieren werd na keuring verkocht.Het zieke,; afgemaakte vee werd "ter behoorlijke diepte"begraven na "inkerving van de huid"; daarbij werd een"genoegzame hoeveelheid" ongebluste kalk toegevoegd.(Waar dit begraven gebeurde wordt'niet vermeld). Hetterrein "gelegen binnen 1500 ellen" rond de boerderijwerd besmet verklaard, nauwkeurig omschreven en aange-geven door palen niet «en bordje met het opschrift"veepest". (G.Willemsen ontving wegens schilderen vanplankjes en letters ƒ 3«-)« Ook wacuten werden uitgezet.Zo ontvingen Adrianus Frederikus van Schenkhof, GerritStork en Samual van Ree, allen te Opheusden, een uit-kering voor het houden van burgerwacht"....12 dagen ennachten tot den 26 January 1867 ad ƒ l._ per 24 uur."Dat ook militaire wachten werden uitgezet blijkt uiteen vergoeding die A.Sipman, landbouwer te Opheusden,ontving: ".....wegens het op hoger gezag plaatsen vaneen Militaire Schildwacht van den 25 January tot en metden 20 Maart 186? op. zijn met. winterkoorn rogge bezaaidland ter bewaking van de door de veepest besmet ver-klaarde bouwhoeve van de Wed. C. Roest, landbouwster teOpheusden aldaar een pat (l) over dat land gelopen ende wassende rogge vernietigd, waarvoor ..... negen gulden".Uit het voorgaande blijkt reeds, dat ook in Opheusdenvee ziek werd. Dit was niet alleen het geval bij M.Roelofsen, weduwe van Cornelis van Roest, in de bouw-schuur in ei e kom van Opheusden, maar ook bij Jan -ille^Arendts, landbouwer (tevens steenfabrikant en wethouder)op den Huize Vreeswijk (in de latere Dorpsstraat,, in deoorlog verwoest).Bij de Weduwe Roest werden op advies van de provincialeveearts J.K.Smit te Arnhem op 15 januari 1667 drie ziekedieren afgemaakt en begraven onder toezicht van BerendAarts, rijksveldwachter te Kesteren. Van 22 "verdachterunderen"; die ook: werden onteigend, werd na de slachthet vlees verkocht. Bij Arendts werden eind januari2 zieke runderen afgemaakt en begraven en 37 verdachte

Page 56: TABULA BATAVORUM 1979

VEEHOUDERS IN NEDERLAND.Het beste, tot hiertoe bekende middel tegen do VEEPEST is:

CAIVEKTS CARBOLZIJURdat in Engeland met uitmuntend gevolg is aangewend en door twee deskundigen te Amsterdamis onderzocht en aanbevolen , die bereid zijn U in te lichten.

De kosten zijn gering en het gebruik als volgt:1. Grewoon Carbolziiui', om. te Avassselien, dit moet vermengd

worden met 500 a 1000 deelen water en daarmede het vee, de stal en dn stalbehoeften om de 2of 3 dagen gewasschen en afgespoeld worden.

Prijs <>5 Cent» per I4an.2. GJ-ezuiverd Carbolzuur, om. tt? drinken 4 dit moet vermengd

worden met 5000 deelen water (l Ned. Maatje op 500 kannen) , en alzoo voor tdurend tot drink-water gebezigd worden.

Prijs 65 Cents per Fïescli.3. Oarbolzuixr houdend. IP oedor « tot zuiver ing van besmette stallen,

mesthopen, enz., moet uitgestrooid worden.Prijs 1O Cents per Pond.

B. A. Viim DOOKN & Comp.AMSTERDAM, 15 Januari) 1867. Chemisten, Bloemgracht.

Eenige Agenten voor geheel Nederland.Te bekomen bij A.. J. F.A-A.JSJSEJN" 9 Apotheker in de Waterstraat te 7Fiel9

voor den zelfden prijs als aan het Hookl-Dépöt.

Page 57: TABULA BATAVORUM 1979

dieren geslacht. B.Aarts ontving voor zijn toezicht ophet afmaken en begraven ƒ l.- per rund,, terwijlG. Stunnenberg -hetzolfde bedrag per dier ontving voorhet schatten van de waarde van de zieke en verdachterunderen.Voor "de zieke dieren word tweederde van de geschattewaarde vergoed, voor de verdachte dieren de volle waarde.De -geschatte waarden van de melkkoeien liepen uitten vanƒ 115 tot ƒ 190 (thans: ca ƒ 1900 ., ƒ 3000), De pinkenwerden geschat op ƒ 50 tot ƒ 70 en tweejarige ossen opƒ 95 tot ƒ 125. Een prijsverschil tussen roodbont enzwartbent vee blijkt niet uit de beschikbare gegevens.Op basis van de geschatte waarde ontving de -Weduwe Roestals schadeloosstelling ƒ 1999s J.W.Arendts ƒ 53G3s33 enJan var: Lutterveld ƒ Iif51-Niet alleen vee verd onteigend maar,ook allerlei materialenuit de stal j het erf en de mestput. Verbranding ervan ge-beurde onder toezicht van B.Aarts. Tot de vernietigdego.ederen bij J.l„-Areridts hoorden: 20 stalrepels met bij-behorend houtwerk (ƒ16), mest (ƒ20),'enige manden (ƒ2),enige ^gavels en greepstelen (ƒ 0,50)3 l bergleer (ƒ 10),1 stalleer (ƒ3) s 2/f koetouwen (ƒ3.560) , 2 kruiwagens (ƒ 10),2 emmers (ƒ2,00) en mest (ƒ 407S1,6). De waarde van allegoederen tezamen was ƒ 612,yl. Bij de Weduwe.Roest werdaan' overeenkomstig materiaal vernietigd voor een bedragvan. ƒ'253j75 en bij J. van Lutterveld voor ƒ 225,70(waaronder 19 kubiek ellen (=nP) mest voor ƒ 62 en 30pond hooi voor ƒ 03oO).Hoewel de eerste berichten in 1865 op paniek wijzen vielhet -aantal' ziektegevallen uiteindelijk•in beide dorpennog mee. Alleen bij drie grotere bedrijven kwam dezerunderpest bij een aantal dieren voor. Een idee van deomvang geeft ook het totale aantal stuks rundvee. Volgenseen opgave van 1865 waren er op l jynuari van dat jaarin ae gehele gemeente 302 koeien, 677 kalveren en 219slachtossen, totaal dus ca. 1200. In beide volgende jarenwerden er 78 als ziek of verdacht van besmetting opge-ruimd, wat op '6 - 7% neerkomt.K.B. ï.fa het gereed komen van dit artikel bleek, dat hethuis van J*ft. Arendts genoemd is naar de geboorteplaatsvan zijn echtgenote,

23 •

Page 58: TABULA BATAVORUM 1979

H__et^_G.rafvel_d__aan de Mauriksestraat te 2>elen._lnleidan_£.Zaterdag 26 mei 1979 des middags half twee startten, van.uit hun woonplaatsen,de verkenners van de archeologischewerkgroep van de H.K«K.^ 0. om zich op weg naar Maurikte begeven. Het waren er die middag slechts vier; Buijs,Van Dam, Daterna en Jager, want de vijfde vaste klant.Henk Gerritsen, was met de geologische vereniging op ex-cursie in Duitsland. Voor hij vertrok had hij ons nogverzocht, in Maurik te gaan kijken omdat daar een nieuweweg naar het recreatie-gebied aangelegd werd en hij daarscherven gevonden had. Wij vonden inderdaad nog een aan-tal Ijzertijd- en Romeinse scherven, maar aangezien dezeafkomstig waren uit opgebrachte aarde van onbekende her-komst had verder zoeken weinig zin.Op voorstel van J. Buijs werd besloten eens poolshoogtete gaan .nemen bij de uitbreiding van het zandwinnings-object aan de Mauriksestraat te Zoelen. We reden erheenen zagen, dat het te ontzanden gebied omgeven was dooreen greppel. De ..uitgegraven grond was gebruikt voor hetaanleggen van een dijkje rond liet terrein, v/ij volgdende greppel rond het terrein en constateerden, dat opverschillende plaatsen het zand reeds op 30 cm onderhet maaiveld voorkwam. Er iferd echter geen enkel scherf-je gevonden en dat was op zichzelf al vreemd.De verrassing kwam toen we de greppel aan de laatste(oostelijke) zijde doorliepen, plotseling schalde VanDam's. kreet: " C R E M A T I E l!1 Iedereen snelde toe enhoewel nog geopperd werd dat het!!verbrande resten vaneen dolle koei» zouden zijn, varen we het er snel overeens, dat we te doen hadden mot menselijke crematieres-ten. De greppel werd daarop ter plaatse aan een nauv/ge-zet onderzoek onderworpen en 5 m zuidelijk van de crc»matieresten werd in de zijkant van de greppel de flauweafdruk van de wand van een inheemse pot'gevonden. Onge-veer 20% van de pot bleek nog in de wand te zitten; derest wac door de graafmachine verwijderd, pe klei, dienog in het restant pot aanwezig was, was vermengd metcrematieresten.Bij het vrijmaken van de restanten van de pot kwamentwee bijgiften te voorschijn: een Romeins kruikj e en eenRomeins bekertje, i.'e probeerden te bepalen waar de grond

Page 59: TABULA BATAVORUM 1979

i',*MÜ

Page 60: TABULA BATAVORUM 1979

uit de greppel terecht gekomen. was era .hadden het gelukdie plaats, te ontdekken'en nog flink wat scherven van depot terug te vinden. •Tegen zessen gingen we naar huis; Datema nam de Romeinsevondsten mee ter v.erdere bewerking. Jager de inheemse.De plaatsea van d-e graven v/orden opgetekend on genummerdl en 2.Maandag 28 mei werd de Provinciaal Archeoloog Drs. Hulstvan de vondst op de hoogte gebracht. Dinsdag 29 mei kwamhij het terrein verkennen en onderzocht hij de vondstente Resteren. Hij achtte het waarschijnlijk, dat we rnaarmet een gering aantal graven te doen hadden en beslootgeen nader onderzoek in te stellen. Hij verzocht onswaakzaam te blijven en hem te bellen zodra zich ietsbijzonders voordeed.Zaterdag, 2 juni .gingen we weer met een flinke groep oppad. Vrij snel werd het derde graf gevonden achter dewestrand van de greppel, waarna consequent zoeken,metbehulp van twee gutsboren, graf if te voorschijn bracht.Dit graf if was waarschijnlijk het enige dat ongestoordgevonden werd. Maandag k juni, 2e Pinksterdag, werd graf5 aangeboo.rd en zaterdag' 9 juni werden de restanten vangraf 6 gevonden in de postmand van de greppel.Daarmee was het met de vondsten gedaan, want de zater-dagen 16 en 23 juni leverden in het geheel niets op.Wel werd de 23e geconstateerd', dat de kleiafgravingsnel vorderingen maakte en dat de graafmachine dicht inde buurt van de. greppel kwam. Er werd daarom besloten.,maandag 25 .juni 's avonds het afgegraven terrein te gaanonderzoeken.Die avond bleek, dat het graf.veld veel groter was dan . .oorspronkelijk verondersteld werd. Op vier plaatsen wer_den restanten van aardewerk, van crematieresten en vanskeletresten gevonden. Tevens waren vele rechthoekige enronde grondsporen te herkennen.;Dinsdag 26 juni werd deProvinciaal Archeoloog hiervan onmiddellijk in kennisgesteld. Dinsdagavond werd het afgegraven terrein v/eerverkend en hierbij werden de restanten van een zestalgraven gevonden, terwijl tekenaar/. J. Bervaes de grond-sporen en de plaatsen van de von'cistën' 'zo goed mogelijkvastlegde.

25

Page 61: TABULA BATAVORUM 1979

Woensdag 27 juni kwam Drs. Hulgt voor de tweede maal hetgrafterrein bezoeken. Hij besloot het afgegraven terreinaf te vlakken, met welke werkzaamheden maandag 2 juli be-gonnen werd. Reeds na de eer-ste dag waren in het zandverschillende cirkelvormige en rechthoekige greppels tezien, die de begrenzingen van de graven (groepen) vorm-den. •Het begin van de werkzaamheden van de R.O.E. betekendetevens het einde van onze activiteiten. Aangezien hetnog wel even zal duren vóór een publicatie van de op»graving verschijnt, meenden we er goed aan te doen onzebevindingen reeds nu aan onze leden voor te leggen.De vindplaats.pe vindplaats is gelegen in.de gemeente Buren tussen dedorpen Maurik en Zoelen en wordt aan de oostzijde be-grensd door de Mauriksestraat en aan de zuidzijde doorde bestaande zandwinning. Dwars door de Betuwe, vanafde Blauwe Kamp, -via De Hevel, De Heldert,- Groot Breed-slag en Het Haagje tot Eek en v.'ial, loopt een meander-,gordel 3 ' gevormd vóór het Laat-Neolithicurn. Deze meander -gordel is gedeeltelijk overlangs vernieuwd en wordt aande westzijde door een ocverwal bedekt, welke na de Midden-Bronstijd ontstaan is (Havinga en Op 't Hof, K.N.A.G.geografisch tijdschrift IX (1975) Nr. k blz.269/271, uitwelk artikel wij, met toestemming van de schrijvers, bij-gaand kaartje overnamen).Op deze oeverwal ligt de'vindplaats, als onderdeel vaneen groot terrein, dat bestemd is voor uitbreiding van,,de reeds jaren bestaande zandwinning. Daartoe wordt hetterrein eerst ontdaan van de bovenlaag, welke uit kleibestaat. De afgegraven klc-i v/o-rdt naar schepen in hetA'darn-Rljnkanaal vervoerd, vanwaar verder transport naarTerschelling plaats vindt, waar de klei gebruikt wordtvoor dijkverzwaring.Het grafveld ligt temidden van een aantal plaatsen, waarin het verleden bewoningssporen uit Ijzertijd en Romein-sa tijd gevonden zijn. De door ons gevonden' graven lig-gen 1,3 km ten oosten van de vindplaats Zoelen-Oost(Kanaalverbreding en slibput); 1,6 kni ten oo.sten vanZo el on-V( c t-, t (Retse zijstraat); 1,3 km ten noordoostenvan de glasfabriek i!De Maas1'; l kin ten westen van deboerderij ;'De Hevel" en 0,7 km ten zuidwesten van deboerderij :tDe Heldert".

26

Page 62: TABULA BATAVORUM 1979

TERREIN ZOELEN-212

?ig 6. Vereenvoudigde typografische bodeinkaart van een doe! van de Neder-Betuwe. lussen Maunk entienden (zie lïg. l) Si luut iekaar l voor de kaarlliguren 5 en H en hel profiel E-F (fig. 7a. h) 1. kom;2. oeverwal (al/emng 2): 3 oeverwal (af /e t tmg 2} die oudere meandergordel (alzclting 3) bedekl; 4. komplexvan oeverwal en kom. waarvan de eerste sleeds en de tweede meestal hoven meandergordel; 6. meandergordel(afzetting 2); 7 mc.mdergordel (alVelimg 3) die gedeeltelijn, overlangs, is verjongd; 8. meandergordel(afzetting 3). meestal door jongere komklei bedekl: de bijbehorende oeverwal is niet weergegeven. 10 oudekultuurgrond uil de Bataals-Romcinse lijd; 12. oude kultuurgrond uu de Bronstijd; 13 fossiele rivierloop of

overloopgcul; 14. MijasBron: A.J. Havinga en A op 't Hof

De Neder-Betuwe, opbouw en ontstaanvan een jong rivierkleigebiedK.N.A.G. Geografisch Tijdschrift IX(1975)4

DEÏAIL vaoiGRAFVELDZOELEN OOST-2HKK&Q

Page 63: TABULA BATAVORUM 1979

Op de vraag bij welke bewoning het graf veld behoort, iszonder meer geen antwoord te geven. In de eerste plaatszijn de meeste voorwerpen, die tot datering van het graf-veld hadden kunnen bijdragen, in de richting Terschel-ling verdwenen. In de tweede plaats is het goed mogelijk,dat zich tussen de boven opgesomde plaatsen waar bewo-ning aangetroffen werd en het graf veld nog andere bewo-ningsgebieden bevinden 3 die tot op heden onbekend zijn.Aangezien echter een aantal van de gevonden graven vrijnauwkeurig gedateerd kan worden en de onbekende grondentussen de bewoningsgebieden en het grafveld mettertijdhun geheimen ook wel zullen prijsgeven, nemen we aan,dat in de toekomst een relatie gelegd zal kunnen wordentussen bewpningsgebied en grafveld.De vondsten. . . . .

eDe graven l t yfn. 6 lagen in een kleilaag op een dieptvan 40.. cm tot 65 cm onder het maaiveld, boven op hetzand, dat ter plaatse óp een diepte van 65 cm ligt.graf 1; hierin werden uitsluitend crematieres.tfin aan..

getroffen.graf 2; a. Fragment inheemse pot, gevuld niet crematie,,

resten. Het aardewerk was met organisch materi-aal verschraald- diameter bodem 12 cm.

b.Kruikje Gtuart type 110 A.c. Geverniste beker, Stuart type 1.

graf 3: a.Ruwwandige kruik Stuart type 10? (Drunstingtype 4) . ..

b.Ruv/wandige. kom met platte rand, Drunstingtype 5

c.Kruikamfoor , Brunsting' type 23 •d.Creïïiatieresten.

graf M-: a. Kruik Stuart type 110 B, gevuld met crematie.. .resten.

b.Kruikje Stuart type 108 (?)c . T . ü . „bak j e 18 X 31 ) ; st empel MEDDICUS ( Mo ezel ...

gebied Trajanus).d.Draadfibula met bandvormige beugel ;.(70.n.C.

tot miduen 3e eeuw3 Van Buchem -;De .V'ibulae vanNijmegen" plaat XIII).

. .- • 27

Page 64: TABULA BATAVORUM 1979

graf 5: Op een diepte van 50 ca begon een 30 cm dikkelaag? welke bestond uit cruraatieresten shouts.,kuol en verbrand aardewerk. Kennelijk is hetgehele residu van de verbranding in een kuilvan 0 bij 50 cm gedeponeerd.Van Ec beschrijft deze begraving.swijze op pag.159 van "De.Romeinen in Nederland".Bovenop de laag lag e.en inheemse wandscherfwelke secundair gebakken was.

graf 6: Inheemse wandschervens verschraald met scherf-gruis.

graf 7: a. Aaneenpacjjende wandscnerven bruin gevernistaardewerk,Brunsting type l p,onversierd,h.oogtemeer dan 11 cm,geen zandbestrooiing.

b. Aaneenpassende bodemfragmenten met standringen wandfragmenten van gladwandig wit aardewerk.

c. Crematieresten ' .graf 8: a. Restanten crematie en houtskool.

b. 2 scherfjes geverniste wandfragmenten.graf 9: Bodem., en v/andfragmenten van grove inheemse

pot mei; crematieresten .Diameter bodem 12 cm.Aardewerk verschraald met grint.In de nabijheid van de pot; onverbrande skelet,,resten.

graf 10;a Tweeledig oorshalsfragment,kleine wandfragmen-ten en raiidfragivient van gladwandig wit aarde- •werk.

b. Kleine houtiraghienten en crematieresten.graf 11;a. Enige niet verbrande skeletresten.

b. Crematicresten met 2 kiezen.c. jRuwY.'artdlge lichtgrijze rand;vjand_en bodem.-

scherven,onder aan buitenzijde groef3iiogertwee hijeenli^gende groeven,mogelijk Stuart 286

d. 9 aanc,enpassende wandschorven inheems aardewerke. énkele v»an d i' ragmen t en T.S.f. Rand-wand„en bodemfragnienten (gehele vroiiel)

van T.S.schaaltje Lype Drag.i8 Stempel onlees-baar j datering tot Domitianus.

g. üiverse kleine ruwwandl^e scherven.h. l'.; glacncneï ven, waaronder een klein tweeledig

"druipocr" en twee bodem..of voetscherven met20'

Page 65: TABULA BATAVORUM 1979

S*£5

AF6RAVINGSGRENS

238

H

W A T E R

_ _ . _ - - . ,

__'

---—ƒ

'

SITUATIESCHETSGRAFVELOZOELEN-OOST-n

HISTORISCHE KRING KESTEREN & OMSTREKEN«78.07.06 _____ ^

O

o

LEGENDA: Q = CREMATIE

® =

1425= DIAMETER63b = LENGTE

2s?°-=HOEK

Page 66: TABULA BATAVORUM 1979

concentrische groeven'. Bij het uitgraven ver-toonde de horizontale doorsnede een vierkantevorm. . - • ' • '

graf 12: .Boden en enkele wandfragmenten van inheemsepot 3 waarin crematieresten. Diameter bod era 8 cm.Verschraling niet grint. In de nabijheid, van depot. bevonden zich skeletresten.

graf 13: Enkele kleine ondefinieerbare scherfjes.graf lif:a. Hals van een gladwandige kruikstype Stuart

109 B.b. Aaneenpassende bodemfragmenten ruwwandig

kruik je.c. crematieresten.

graf 15: Twee b eender fragment en.graf 16: a. Bodem en wandfragmenten van gladwr.ndige kruik;

lichte groef in bodem.b. l fragment ruwwandig aardewerk.

graf ... Rand en wandfragmenten van twee dunv/andige in-heemse kommen. Aardewerk verschraald metscherffruis.

Behalve in de graven werden ook elders voorwerpen gevon-~ : c. klop., of v,:rijf stenen (zandsteen)

2. slijpstenen (kwartsiet)2 slijpstenen (zandsteen)1 ronde vuur r-; t e en met retouche2 vuurstenen artefactenkiezen en tanden (gedeeltelijk in i/aakfragraent )

Alle hiervoor genoemde genummerde graven zijn aangegevenop de bijgaande situatieschets.De graven l t /m 6 zijn bovendien op de detailkaart inge-tekend. De op deze kaart voorkomende greppels (één cirkel-vormig en twee rechthoekig) kwamen pas te voorschijn na-dat de Rijksdienst het terrein had afgevlakt.Vergelijking met andere graf v el.de n ui_c do j^orneiiiöe _tijd.Het ligt voor de hand,, het grafveld "t o Zoelen te verge-lijken met andere begraafplaatsen uit dezelfde tijd.Daarvan zijn er ons in de Betuwe drie. bekend;

29

Page 67: TABULA BATAVORUM 1979

1. Het grafveld Op het .'an-dgoed ilottestein te Geldermal-" sen. In 1905 v/erden daal- bij een on-tzanding de eerstevondsten gedaan, Stuaro beschrijft in "Oudheidkundigemededelingen XLIX-.1968" op blz'5' 61 e.v. 8J> vondsten.Naast glaswerk, kruiken en 36 T »<S. bakken en bordenwerden een 13—tal bronzen bekkens, kannen en.patera1sgevonden* Dit grafveld, of liever deze vindplaats,bood veel verrassingen. Zo v/erden er ook 'een 'aantalzilveren Keltische punten gevonden en een gouden munt,

. een solidus v&n Honorius (393-A-25 A„D») 9 geslagen te' • Ravenna (determinatie penningkabinet 's-Gravenhage).2. Het grafveld op de :>Z,v/arte ïeun" te Kesteren,

In 196? werden bij l-u.-t delven van een graf. op dé" Ge-meentelijke Begraafplaats te Kesteren 2 gravqn gevon-den, waarin Romeins aardeverk aangetroffen :werd(Nieuwsbulletin KNOB oktober 1967). In 1970 werden intwee bouwputten oostelijk van deze begraafplaats10 graven aangetroffen, (Mededelingen H.K*K..& 0.1970)en in 1972 bij de bou-v vyn een bijzondere school(Carvonestraat ./Silvanusötraat) nogmaals 2 graven(Mededelingen H.KcK.& O, 1972).Alle graven behoren waarschijnlijk tot hetzelfde- graf-veld. Het gevonden aardewerk is voor het grootste ge-deelte Romeins en voor een klein gedeelte inheems.Naast crematieresten zijn ook niet verbrande beender-resten gevonden. Over, het voorkomen van grondsporenis niets bekend,

3. Het grafveld op de "Prjnsenhof'•• te Kesteren.Dit grafveld werd door onze \verkgroep in 197A- ontdekt.Na berging van een i.O-tal graven werd de opgravingdoor de R.C'.Bc overgenomen. Een publicatie van.deR.O.B. is in vaurbsreiding». ünz.e vondsten zijn be-schreven in ''Romeinen in- Kesteren" van de hand vanN. Uigcherink (uitgave H.K.K-& Oc, ter perse).Uit het gelijktijdig (uit de 2e eeuw na Chr.) te Ree- .terer voorkori-en van twee t'.rc.fvelden, die een aantalaanwijsbare Trerr,chilJ.«n vertonen, zullen de vakarche.o-logen ongetwijfeld intere.sr:ante gevolgtreklcingen kun-'n e n maliën o : , . - - . -

Een vierde grafveld, dat we in onze gr.öve vergelijkingwillen betrekken, is het in 1957 ontdekte grafveld inde Noordbrabantse gemeente Schaijk (Modderman en Isings:Een grafveld uit- ,de Roneinse tijd op de Gaalse Heide).

30

Page 68: TABULA BATAVORUM 1979

Kenmerkend waren hier de ook in Zoelen voorkomende rondeen rechthoekige greppels.Vergelijken we deze vier grafvelden met dat te Zoelen enbetrekken we in die vergelijking de wijze van begraven ende in de graven aangetroffen voorwerpen, dan ontstaat hetvolgende beeld:

Botte., Zwarte Prinsen.- Gaal se Zoelenstein Teun __ hof Heide _

datering I/ïl II II i/n I/[Icrematie X X X X Xlijkbegraving ? X O O Xgreppels o m graven ? ? O X Xinheems aardewerk 0 X 0 X XRomeins aardewerk X X X X Xbronzen schalen enz. X O O O OX = aanwezigO = niet aanwezig? = onbekendBottestein en Prinseuhof zijn kennelijk andere grafvel-den dan de drie overige.Zwarte Tcun en Gaalse Heide en Zoelen hebben do meestekenmerken gemeen. Als Modderman concludeert dat de GaalseHeide een inheems grafveld uit de Romeinse tijd is, dangeldt dat ongetwijfeld ook voor de Zwarte Teun en voorZSielün. Toch zijn er tussen Zoelen en de Gaalse Heide en-kele verschillen; op de Gaalse Heide werd geen lijkbegra-ving aangetroffen? in Zoelen wol; op de Gaalse Heide be-vond zich binnen één (ronde of rechthoekige) greppelslechts één graf, in Zoelen vonden we meerdere gravenbinnen één greppel. Plet verschil tussen de Zwarte Teun enZoelen is, dat in Kesteren greppels om de graven (nog)niet gevonden zijn.Ongetwijfeld zullen uit hot onderzoek van de Rijksdienstnog vele interessante feiten naar voren komen. U kunt er-van verzekerd zijn, dat wij U op de hoogte zullen houden.Resteren, augustus 1979- Archeologische Verkgroet>

H-K'K-& °' J.J. Jager31

Page 69: TABULA BATAVORUM 1979

Ontstaan van het dorp Veenendaal.JoW.v.d.Kuinder _ Hamer

Het ontstaan van Veenendaal wordt gekenmerkt door ver-schillende factoren.De.eerste is de aanwezigheid van veen, waaraan Veenen-daal zijn naam te danken heeft» Vanaf het Wurm Pleni-glaciale tijdperk, de tijd dus waarin landijs vanuithet noorden ons land gedeeltelijk bedekte, werden er inopeenvolgende perioden ook dekzandruggen in de GelderseVallei afgezet, zo ook tussen Veenendaal en de Klomp.In het Atlanticums een periode die 5500 v.C. aanvangt,en waarvan men in de westeuropese kuststreken meso_lithische en neolithische sporen heeft aangetroffen,ontstaat er in de kommen tussen de dekzandruggen en ookop de ruggen een dikke veenlaag» In sommige streken inde Gelderse Vallei is het veen op de ruggen dikker danin de kommen. Bij Veenendaal is dat echter andersom;daar is de veenlaag op de ruggen slechts 50 cm. In hetveen kwam ook een sterke bebossing voor.Boven op dit veen van de dekzandruggen .ontstonden land-bouwgronden, waarin tij onderzoek verspreide stukjes bak-steen, gebrande leem, houtskool en turf strooisel ¥/erdenaangetroffen, hetgeen op bewoning wijst.Ook von.d men in het verlengde van de dekzandruggen grep-pels, die niet voor afwatering bestemd zijn geweest. Debodems waren bedekt met resten verwerkt veen en samenmet de zijwanden gaaf afgestoken» Het blijkt dat eenveel verspreide methode van bemesting in de GelderseVallei,en dus ook in de omgeving van Veenendaal, bestonduit een vermenging van mest van de potstal, gras- enheideplaggen, turfstrooisel en het zand, dat uit voor-noemde greppel werd. gehaald.De vorming van een bouwlanddek moet omstreeks lifOO n.C.zijn geschied. Men vond o„rn. de zaden en resten van ko-renbloemen en vooral van boekweit. Het laatste werd pasin lifOO n.C. in grote hoeveelheden in West-Europa ver-bouwd.Het patroon van verkaveling schijnt met deze oude bouw»grondefi in overeenstemming te zijn. Meer hierover kanmen lezen in het boekje-/'Een Veluws dorp" door Edelman,Edelman _ Vlam,

Page 70: TABULA BATAVORUM 1979

fJ. Geoot Ejurci&mp. ..'l

Pari 6?. v 'D*HMT O. '

. Beno. Meent.7, Mu&der Dfjkje.

«4. Eleiae Beek., 9. Emmtkbidzer Laao.'Zo. Groot HaVsveliII. Breeschoten O.

na. Haiselo.?3, Haansche Steeg.14. Maaader Zand Z- W.

j ,: Ió. iü. aoeïriam 'L,47. Klaphek W.1 3. Hcstbtmp.

' 19, fee Gsniel, U. -'S*.' Voarfatmp.21., Nerges».2*. Ter Horst53. Cnneraweg Z.24. Gr, Haverkaiap.25. De Haar O.a6. De Peorf.

(Hnaa. Berg is ± ao-f A.P.)

u w e

« 1 * 3

. , . - / - w ^iwr«ii v Wfci<j^;^;-;...-

:••*; "O^-v ..*^-; ,.t f»s« ,/t^*A"- :--j:'----:.•; T?*¥* "5 v'^ï" '^/^

Page 71: TABULA BATAVORUM 1979

David van Bourgondié' en de Grift.De tweede factor in het ontstaan van Veenendaal is destad Rhenen. De,.-oudste vermelding van Rhenen stamt uit855 n.C. Het werd villa Rheni genoemd. Tot in de 12deeeuw was Rhenen een bijzondere heerlijkheid, met alslaatste heer de bisschop van' Rhenen, die in 1178 stierf*Bij zijn dood schonk hij deze heerlijkheid aan het dom-kapittel te Utrecht. Rhenen werd dus Stichts bezit en in1 -03 werden stadsrechten verleend door bisschop Frederikvan Blankenheiitu Misschien zelfs waren in 13 6 al stads-rechten verleend, omdat bisschop Jan van Arkel de stadtoen op eigen kosten liet ommuren.Tot de bezittingen van Rhenen hoorden de noordelijkevenen van de Gelderse Vallei; zij maakten deel uit vande stadsvrijheid. De bisschoppen van Rhenen hadden zichwaarschijnlijk op grond van het "Wildernisregaal" alseigenaren beschouwd. Een regaal hield in het FrankischeRijk in,' dat de heersers op alles in hun rijk recht had.,den en toen dit rijk in de 9de eeuw n.C. werd opgeheven,namen de landsheren deze rechten over en beleenden anderenweer met gedeelten van die rechten.Behalve o.a. het uitoefenen van gez-ag, het vorderen vankrijgsdienst en belastingen, het tol- en veerrecht, hetmuntslaan, hield dit ook het recht in tot in bezit nemingvan onbeheerde woeste gronden;.het hierboven genoemde"Wildernisregaal'1.De Rhenense venen, die in de Gelderse Vallei, lagen, had-den evenals de Gelderse Vallei zelf smalle corridors,die tot de aangrenzende Hollandse en Gelderse gebiedentoegang gaven. Hun heren beschermden zich ook tegenlaatstgenoemde landstreken, door het" bouwen van versterktevestingen en kastelen.Een van deze kastelen heette Ter Horst en stond tussenRLenen en Veenendaal op de plaats waar het tegenwoordigeAchterberg ligt. Het was een _bescherniing tegen de Gelder-sen. Dit Ter Horst was gebouwd door een voorvader vanbisschop Godfried van Rhenen en werd enige malen ver-woest. Deze bisschop Godfried van Rhenen bouwde het weerop en omdat hij geen nakomelingen had, bepaalde hij datna zijn dood het kasteel altijd ten dienste van deStichtse bisschoppen moest staan..In 1456 erkenden Utrecht en Rhenen bisschop David van

33

Page 72: TABULA BATAVORUM 1979

Bourgondië, bastaardzoon van Philips van Bourgondië ,alswettig heer en dus oefende David o-ok op kasteel Ter Horstzijn rechten uit. Van Iif73 tot 1 48! liet hij de Griftgraven, die zijn naam kreeg. Daarbij maakte hij gebruikvan het riviertje de Eem, dat van de buurtschap Manen(zie kaartje) naar de Grebbe loopt en zo de Rijn bereikte.De huidige Eemwal is daarvan nog .een overblijfsel.De buurtschap Manen ligt tussen Ede en Veenendaal. Van-wege het wildernisregaal was bisschop David dus heer vande Rhenense venen en het veer en. gebruikte deze Griftvoor het vervoer van turf en tevens voor afwatering.Een oude oorkonde zegt3 dat '"'Bisschop David die Griftheeft doen rnaecken by enen Jacob van Bulkenestein van deRhijnn af f tot in de venen toe ppten Sticht sen bodemmetten veendvck daertoe behoorende" en verder 5 dat "als.,doen bij Bisschop Davids tijde ende daerwaer deselfdeGrifte gebruyckt is geweest met schepen genaemptsamereusen, maesschepen of lordenen om torff te h.aelen".Men meent dat er, vóór de Grift gegraven werd, ook al eenverbinding moet zijn geweest vanuit de venen, want in1353 kwamen er boden uit Arnhem bij de graaf van Culem-borch, die in Renswoüde woonde en grote stukken veen be-zat bij Ede^ om turf te bestellen.Turf was vroeger niet alleen belangrijk als brandstof ofals meststof (zie "de oude landbouwgronden1) maar diendeook voor h G' t bakken van steen. De bewoners van Nederland sdus ook die van de Gelderse Vallei, gebruikten in oudetijden hout, dat zij uit de bossen haalden, voor hetbouwen. Natuursteen was schaars en duur. Wel werd er steenverwerkt, dat de pomeinen hier achtergelaten hadden, toenzij de Lage Landen verlieten, zoals resten van muren enkazernes. De kennis van het maken van steen, die de Ro-meinen wel hadden, was verloren gegaan.Omstreeks 1165 hebben de Cistercicnser monniken in Rin_sumageest bij Dokkuni het stenen bakken herontdekt enbakten de zogenaamde kloostermoppen.Voor het maken van goede steen was zwarte turf nodig, dielangzaam brandde, zodat de steen overal even gaar werd.Ook werd turf gebruikt bij de zoutwinning in Zeeland doorzouth-Oudende darg of derrie (modder) te verhitten metturf en met zout water te overgieten.

Page 73: TABULA BATAVORUM 1979

^^^^^^wjAra

Page 74: TABULA BATAVORUM 1979

Het goed Immickh u ysen , het Gr oo_t e en Klein e V e e nl_o_.De derde factor 'in de geschiedenis van Veenendaal is hetgoed Immickhuysen met het Groote en Kleine Veenlo.Op 20 februari 1392 kocht gweder van Abcoude, behorendetot het geslacht Van Zuylen, gronden in den Engh3 tennoorden van Utrecht, Op het goed "Valle Florunr1, oftewel^Bloemendaal11 genaamd 3 werd een klooster gesticht van deKarthuizer monniken (Karthuizer was een verbastering van.Chartreuse bij Grenoble, v;aar vanaf 108 monniken eenleven leidden van kluizenaars in een gemeenschap-). .Het-klooster kreeg de naam "Nieuw Licht" en de monniken hielden zich bezig met het afschrijven van boeken. In .deuniversiteitsbibliotheek te Utrecht zijn nog fraaie exemplaren aanwezig.Swede.r en zijn nazaten schorken veel goederen aan ditklooster, o, a. het goed Immickhuysen en het Groote enKleine Veenlo. Deze goederen -.lagen op dekzandruggen inde Rhenense venen.De 29ste prior van het klooster Nieuw Licht, pieter Lasgeheten, stichtte op de Immickhuyser hoogte een kapelvoor de turfgravers, die uren naar de kerk in Rhenen ofEde moesten lopen, ver daarvandaan moesten zwoegen enhulp van hun kerk ontbeerden. In 1535 werd deze kapelgewijd aan St. Salvator,De Munnikenweg in Veenendaal is de oude weg van de kapelnaar het Kleine Veenlo, waar de monniken hout mochtenkappen via de Nieuwe We$«

Na de dood van David van Bourgondie' in 1496 werd de Griftzeer verwaarloosd; gevisiteerd (gecontroleerd) werd erniet meer en de wijken (grachten naar de Grift) en deGrift werden niet meer gebaggerd en schoongemaakt.De laatste bisschop van Ter Horst, die op het slot resi-deerde, Hendrik van Beieren, die ook wereldlijk vorst was,werd in 1527 door de Geldersen verjaagd en h.et slot werdverwoest. Op 15 november 1527 moest hij zijn temporal! -teit (wereldlijke inkomsten van geestelijken), dus ookde venen en het Rhenense veer, aan Karel V overdragen.

35

Page 75: TABULA BATAVORUM 1979

Karel gaf een deel daarvan weer in leen aan het klooster"Nieuw Licht en exploiteerde zelf de Prat.tenborchse enEdervenen.Jan Roeck kreeg in 15i(-G octrooi voor vergravingen.van deGrift en het schoonmaken. Voor 2300 pond werd h.et uitge-voerd.;; Er werden verlengingen tot in Ederveen, waar dezwarte venen op uit kwamen, en naar het Maanderzand ge-maakt. Men maakte tochten naar de Vechtstreek en naarVlaanderen om de verveningen en waterwegen daar te be-kijken.Bekend werd gemaakt, dat degenen, die contributie betaal-den, de Grift voor turfvervoer mochten gebruiken. Tochwilde Karel V zijn venen nog beter exploiteren en lietde kanselier van Gelre, de Gewestelijke Staten en Mar-,garetha van Parma, cie landvoogdes en zijn natuurlijkedochter,weten, dat hij "sijn veen tot meerder waardewilde maken, omdat de omleggende landen lange tijd van"brande!! (brandstof) onderhouden mochten werden'1.De aangeschrevenen moedigden dit plan ten zeerste aan enin 1549 kreeg Gilles van Schoonebeeke een octrooi voorhet nog weer verder vergraven van de Grift, nu vanaf deEem bij Amersfoort via het Groot Veenlo tot voorbij deprattenborcher venen.Gilles van Schoonebeeke was een Vlaming, die in eencompagnie tot exploitatie van de venen zat. Hij zou in1556 het werk moeten beëindigen, maar mocht het nog eenjaar uitstellen, als het werk te veel uitliep. Hij wasook een soort makelaar in Antwerpen, die door zijn vrouwgoede relaties met het hof van Karel V iri Brussel had.Zodoende hield hij zich eveneens bezig niet het bebouwenen de uitbreiding van de stad Antwerpen en het ver ster.,ken der stadsmuren tegen de Geldersen, onder leiding vande bekende' Maarten van Rossurn.Men beweert, dat Gilles van Schoonebeeke 300 arbeidersmeenam naar de venen en dat dezen een deel gingen uitma-ken .van- de oorspronkelijke bewoning van het dorp Veenen-daal. Dit echter is nog altijd een open vraag.

36

Page 76: TABULA BATAVORUM 1979

Het stichten van eenL k_e_rk__in V eenendaal.Er was dus door de Karthuizer monniken van het kloosterNieuw Licht uit Utrecht in 1535 een kapel gesticht op hetImmickhuyser goed op het Groot Veenlo, die aan St.Salva-tor gewijd was. Voor de arbeiders in de venen, die meerdan de gewone kerkdiensten van de kerk behoefden, was eralleen de kerk in Rhenen of Ede. Dit nam veel tijd enmoeite en er was ook veel wateroverlast, al zorgden deGrift en de wijken zoveel mogelijk voor de afvloeiing.Die wateroverlast (nog wel tot in het begin van de 20steeeuw) werd veroorzaakt doordat de dekzandruggen in oost-west-richting lagen en de Gelderse Vallei zelf in noord-westelijke richting loopt.De kerk in Rhenen, toegewijd aan St. Cunera, behoorde totde Duitse orde, die tijdens de kruistochten was ontstaan.Dus sc'hr'even de veengeneten (deelnemers aan een zelfdevervening,) en de veenraden (college van 7 personen, ge-kozen door de veengenoten) aan Karel V, dat "men manierevynde, duer op de venen ofte moerassen een parochiekerckop te richten, daer veel eerlycke luyden ende vrome ar-beiders daer te coemen wonen ende oèck veenen te pachten,orame dat sij besorcht sijn, dat sy luyden ende haerkijnderen mochten affkeren ende ontwennen van de dienstvan Godt ende de heyliche kercke ende bij sieckten endeanderen schielijckon lasten sonder die gerechte (sacra-menten) der heylichen kercke _ontffanghen, moecheu aff-leyffrich v.erden (sterven), als oeck van eenigen aldaercortelick geschiet is".In 15 -9 kwam toestemming van Albert Egmont van Meresteyn,landscommandeur van de Duitse orde en balije van Utrecht,tot de oprichting van .een nieuwe kerk op het Groote Veen-lo, waar trouwens dichtbij, namelijk op de Immickhuyserberg, de kapel van Nieuw Licht al stond. Dit Groote Veenlolag in het midden van de venen op de scheiding van Gel-ders en Stichts gebied en op het punt,, waar de oude Griften de verlenging naar de Prattenborchse venen elkaarraakten. Maar de prior Pieter Las en zijn monniken ver-dedigden de prioriteit van hun kapel.Nu bezat Lysbeth, de weduwe van Dirck van Ereevelt,land op het Klein Veenlo, waar de monniken van de kapelhun hout haalden. Zij verkocht in 1562 dit land aan deveengenoten, die geld bezaten van de opbrengst van de

37

Page 77: TABULA BATAVORUM 1979

contributie op de Grift. Twintig goudguldens ggven zijer voor. Philips II had in 1557 na de dood van Karel Val toestemming gegeven tot het oprichten van een 'kerk,dus in 1562 begon men met de bouw.De heer van Zevenbergen schijnt hout voor de kap gegevente hebben. Philips II schonk ten behoeve van het onder-houd van de ke'rk één van de kanunnikspraebenden, dieKarel V Hendrik van Beieren had ontnomen, (een praebendeis rente uit kerkelijke goederen-,aan een kanunnik ofandere geestelijke geschonken als vergoeding van doorhem te vervullen geestelijke bedieningen.)De bouwkosten werden tevens voldaan uit de contributiesvan hen, die eerst niet hadden willen bijdragen aan deGrift en dus ook niet op de venen mochten komen. Deze"spijtoptanten" werden alsnog in de gelegenheid gesteld,gebruik te maken van venen en Grift, echter tegen beta-ling van de dubbele contributie .en bovendien een flinkesom geld.s voor de bouw van de kerk.Op l mei 1566 werd de kerk -door de bisschop van Gronin-gen -er vicaris-generaal van de aartsbisschop var-Utrecht geconsacreerd en eveneens aan St.Salvator gewijd.De Iinmickhuyser kapel verdween. Het moet een eenvoudigkerkje zijn geweest.Veenendaal werd een zelfstandige parochie en kerkelijkvan Rhenen afgescheiden. Maar op 't gebied van het wereld-se bestuur behoorde het nog steeds tot Rhenen.In augustus 1566, enige maanden na het in gebruik nemenvan de Salvatorkerk, brak de Beeldenstorm in., alle hevig-heid los, maar Veenendaal merkte daarvan niets. Het ont-vetten ging door, al wao er veel last ondervonden vanveenbranden. Bij plakkaat van 15 8 moesten alle houtenveenhutten en schoorstenen van steen gemaakt worden, zo_dat, toen de kerk. klaar was, Veenendaal. welicht een ver-zorgde indruk heeft gemaakt,In 1580 werd de uitoefening van de katholieke eredienstin de provincie Utrecht verboden, dus ook in Veenendaal.Na de afzwering van Philips II (hij -,verd vervallen ver-klaard van zijn status als Heer der Nederlanden) kwamenkerken en kloosters onder de Staten-Conventie van Utrecht.Aangezien de veenge noten en veenraden eigenlijk de kerkin eigendom hadden, waren zij het, die behalve de pas.,

38

Page 78: TABULA BATAVORUM 1979

toor ook de koster, de doodgraver en de schoolmeesteraanstelden en betaalden en die nu ook een kerkmeesterinstalleerden, die de administratie deed. In 1825 werdde kerk'aan de invloed der veenraden onttrokken.Op 16-9-1795 werd Veenendaal al bij resolutie van derepresentanten van Utrecht als afzonderlijk gerecht ge-constitueerd en is vervolgens tot op de dag van van-daag een zelfstandige gemeente gebleven.Geraadpleegd werd;l» Artikelen van wijlen de heer D. Philips.2. Het veen der Gelderse Vallei in de Praehistorie door

H.G. Bellen3» Bodemprofiel in de Gelderse Vallei3 door J.C. Pape.if. Gemeentearchief Veenendaal.

JODENTOPONYMEN.Wie van onze lezers kan informatie verschaffen over deperceelsnaam JQQDSE PAS, gemeente Maurik, sectie L

nr. 12 ?Namens de heer J. Becker te Uden zouden wij graag gegevensontvangen omtrent;

a. herkomst van de naam JOODSE PASb. datum vroegste vermelding in archieven,

kaarten, atlas, literatuur en andere bronnenc. mogelijke andere joodse perceelsnamen in on^-e

streek.Inlichtingen worden gaarne ingewacht aan het adres vande redactie, Nassaulaan 7j 041 CE Resteren. 1

t

Page 79: TABULA BATAVORUM 1979

Ontstaan en bewoonbaarheid van het landschap rondomK'es'terenV ~ " ' ' ' ' ' ' ~ '' ~ ~ "'' "~ "'"'"" ~~ *""~~Ir. K. J. Hoeksema 'en ir. ". . van de , esteringh.Vakgroep Bodemkunde en Geologie, LandbouwhogeschoolWageningen.De bedijking zal allereerst bestaan hebben uit een afdam-ming van laagten in de oeverwallen. Zeer waarschijnlijkhebben de achterdijken eerder een duidelijk karakter alsdijk getoond dan de lagere kaden op de hoogste gedeeltenvan de oeverwallen 3 Zeer vaak zal er een waterstand opge-treden . zi jn, waartegen de lage dijken geen weerstandkonaen bieden. Als gevolg hiervan zijn ze steeds verderopgehoogd, maar v.' a s het ook heel vaak noodzakelijk dedijk te verleggen vanwege weggeslagen stukken. De uitge-kolkte wielen of waaien heeft men vaak buitengedijkt. Hetzeer kronkelige verloop van vele dijken is hiermede gro-tendeels te verklaren, evenals de zeer steile dijktaluds.Deze ontstonden doordat men op een zeer smalle voetsteeds verder opgehoogd heeft.Door de di jkverleggingen is ook vaak een breder winter-bed ontstaan. Soms v;as het dan ook mogelijk om op deuiterwaard een nieuwe dijk aan te leggen met een veelbredere voet en minder steile talu'ds. Een mooi voorbeeldvan een forse nieuwe dijk met een recht tracé is gelegenten oosten van Ochten bij Elclik; deze is gelegd na dedoorbraken van 182?=. (1.3). Het verschil met de nieuwe dijkvalt vooral op als vvfc bij de vielen naar de oude dijkgaan kijken, waarvan de kruinhoogte ongeveer 5 meterlager ligt dan die van de huidige en waarvan het verloopzeer sterk kronkelt in verband rnet die vele oude door-braken. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat deze oudedijk, die maar ongeveer 1-J nieter hoger ligt dan hetomringende land, een beschermende functie had bij hogeWaalwaterstanden JDe beschermende functie van dijken was dan ook eeuwen-lang zeer onvolkomen* Zolang er regelmatig rekening moestworden gehouden met instroming, moest er benedenstroomsook een mogelijkheid bestaan voor onbelemmerde uitstro-ming. Maar door de beperkte mogelijkheid tot waterber-ging in het vinterbed en ook tengevolge van de versterkteopslibbing van het v.interbed, verd niet alloen de moge-

Page 80: TABULA BATAVORUM 1979

lijkheid tot uitvvatering beperkt 5 doch kon zelfs van be,riedenaf instroming, plaats hebben. Toen dit steeds vakergebeurde, moest men wel het besluit nemen (eind 13e s be-gin 1/ e eeuw) om de dijkring te sluiten.In samenhang hiermee heeft men met weteringsystemen inde afwatering moeten voorzien. Deze afwateringen hebbenop veel plaatsen gebruik kunnen maken van reeds aanwe-zige natuurlijke laagten. Men heeft altijd weteringen inde kommen moeten graven, maar ook wanneer men door eenoeverwal heen moest. De werkzaamheden werden allereerstdorpspoldergewi ja uitgevoerd (denk in dit verband aande achterdijken) 5 maar wanneer men 'de afwateringssystemendoor het territorium van een andere dorpspolder moestaanleggen, gebeurde dit met ondersteuning van hoger ge.,zag (b. v. graaf Reinald II van Gelre)...; Zulke besluitenzijn historisch; beter in akten vastgelegd dan de aanlegvan de eerste, meer lokale dijken. Zowel in het sluitenvan de dijkring als in de aanleg van de weteringen zienwe dus de geboorte van een waterstaatkundige organisatie(1320 en 1321: Grafelijke brieven over de aanleg van deDrielse en Bommelse Weteringen in de Bommel erwaard (14);1327: dijkbrieveri voor de Over- en Neder-Betuwe (15>13)en voor de Tieler- en BommelerwaardHoe zeer al in vroege tijden de hoge overheden betrokkenwaren bij waterstaatkundige problemen moge blijken uithe.t volgende citaat uit het boek van Dr. Gottschalk (16)rtÉen ander gegeven dat r1 oor het constateren van de groteactiviteit van de rivieren in deze periode (1135-1160)meer reliëf krijgt, is de oorkonde van keizer FrederikEarbarossa uit het jr?.r 1165. Deze oorkonde werd uitge-vaardig d naar aanleiding van een tot de keizer gerichtverzoek van de biaschop van Utrecht, de graaf van Hol-land (Floris III) 9 de graaf van Gelre en de graaf vanKleef, om maatregelen te nemen in verband met de nood-toestand in het rivierengebied, waar de bewoners dage-lijks net ernstige overstror-lngsschade werden bedreigd;velen waren reeds van :il hun bexittinger beroofd. Dekeizer verleende ^ervolgsr.s toestemming tot het gravenvan een kanaal door de j'Oda (Nude bij f.'ageningen) , op-dat Rijnwater naar de nabije zee kon afstromen (via deGelderse Vallei nr.ar de Zuiderzee), zonder veel schadete berokkenen-,

41

Page 81: TABULA BATAVORUM 1979

De dam in de Eijn bij v-'ijk bij Duurstede, die daar reedsvanouds lag om de overstrofflingswateren te keren, mochtvvorden gehandhaafd, maar een andere dams die de graafvan Holland wederrechtelijk bij Stekede (polder Steekt)of Swadenburg (Zv/aimnerdam) had laten aanleggen, die deoorzaak was van veelvuldige overstromingen waardoor zeerveel mensen gedupeerd werden, moest worden verwijderd

• opdat Rijnwater ongehinderd kon afstromen evenals vroe-ger. De dara in de Oude Rijn bij Zwammerdam was klaar-blijkelijk door de graaf van Holland aangelegd om hetuit Utrecht toestromende \.<ater. te weren. De wederzijdsebelangen kwamen daardoor echter mot elkaar in conflict.Deze dam moet een stuwende, werking hebben uitgeoefendop het achterland, waarvan het Sticht Utrecht en mis-schien zelfs Gelre de nadelen ondervonden, vooral bijhoog opperwater.l'/aar de belangen zo tegenstrijdig waren en geen oplossingvoor het probleem kon worden gevonden, v/er d een. beroepgedaan op de allerhoogste instantie, de keizer.."Tot zover Dr. Gottscnalk, ui e' verder nog vermeldt, dathet afwateringskanaal van Wapeningen naar de Zuiderzeeblijkbaar nooit tot stand is gekomen. Ons inziens warende technische moeilijkheden voor de verwezenlijking vaneen dergelijk kanaal in die tijd nog te groot om op telossen. . ,Hoewel een betere bedijking bescherming tegen de bedrei- .gingen van direkte overstromingen bij hoge waterstandengaf5 bleven er toch grote problemen met de afwatering. .•••Het hoge buitenwater vergrootte binnendijks het water-bezwaar door het optreden van kwel. (het lekken van ri-vierwater onder de dijk door .. red.). Behalve de over-tollige neerslag moesten de weteringen.ook grote hoe-veelheden kwelwater afvoeren naar een lozingspunt.datbenedenstrooms lag. Maar daar was ook bijna altijd deinvloed merkbaar van langer aanhoudende hoge waterstan-den, die ean gevolg waren van de bedijking.Allereerst moest elke waterstaatkundige eenheid (meestaleen aorpspolder) zijn eigen overlast opvangen in eenlager, liefst meer stroomafwaarts gelegen, gedeelte,,meestal de kommen die als hooilanden in gebruik waren •of nog als broeken (moerasland .. red.) aanwezig waren.Bovendien hadden alle stroomopwaarts gelegen dorpspolders

42

Page 82: TABULA BATAVORUM 1979

toch betere lozingsmo^elijkheden dan die welke stroom-afwaarts lagen. Dit uitte zich in de mogelijkheden vanbodemgebruik e .u in het nederzettingspatroon.Hoe beter de afwatenrigsmogelijkheden waren in de Betuwe,Tielerwaard, Bommelerwaard enz»; des te groter de opper,vlakte stroomruggrond die vanouds als bouwland (winter-granen) en later als boomgaard gebruikt kon worden. Deboerderijen lagen 'meestal verspreid over de stroomruggen,b.v „ Bemmel, El et, Resteren, Zoelen en het oostelijk ge~deelte van de Tielerwaard. De dorpskernen rondom de kerkv/aren in die periode zeer klein (b.v. Resteren, Fadenooyen),behalve in een ple.ats als Eist, dat een bestuurs- enmarkt centrum v/as.De meer strooraafwaarts gelegen ciorpspolders hadden zo veel.vuldig wateroverlast, dat de oppervlakte bouwland meestalgering was en in sommige gevallen kon men alleen maarzomergewassen verbouwen, zoals b.v. in Brakel in deBommelerwaard, dat vanaf het begin van de 19de eeuw,toen wateroverlast nog steeds voorkwam, een belangrijkeaardappelverbouv; had. In zulke gebieden met herhaalde-lijke wateroverlast zien we dan ook een duidelijke op-hoging van de boerenerven, zoals dat b.v. zeer fraai tezien is bij boerderijen als Groot Breedslag op de oudestroomrug van de Grote Brug naar Maurik. Daarbij heeftde burgerlijke nederzetting zijn toevlucht gezocht totdorpskernen langs de dijken. In extreme gevallen, zoalsAalst en Poederooyen in de Bommelerwaard 5zijn ook prak-tisch alle boerderijen tegen de dijk aangebouwd.De bewoning aan weerszijden van de Rijn van Amerongen _Ingen tot Wijk bij Duurstede - Rijswijk verschilt. Aande relatief hoge Utrechtse noordkant met betere afwa-teringsmogelijkheden is destijds maar weinig bewoningop dijkhaogte geweest. Daarentegen zijn aan de Eetuwsezijde veel meer woningen tegen de dijk aangebouwd als&evolg van de veel grotere wateroverlast door gebrek-kige ..afwateringsmogelijkhecle.ru Biruiendijkeri, zoals deAalsdijk van Buren naar Beusichem, waren bedoeld om zichte beschermen tegen wateroverlast, die door bovenstroomsgelegen dorpspolders veroorzaakt werd. Anderzijds bete-kenden zulke dwarsdijken ook, dat het land aan de boven-stroomse kant van de dijk lang drassig bleef. Zo stopteb.v. de inundatie van 19 4/1-5 dan ook bij de Aalsdijk.

Page 83: TABULA BATAVORUM 1979

Koe v as nu de situatie'van Resteren in uit geheel vanbfcdijkingen en aanleg van weteringen? Resteren was ont-staan op dre zuidelijke oeverwal van een Rijnarm. Nogomstreeks 1200 liep een (of de belangrijkste) stroom-bedding van de-Rijn langa Restoren. Deze was toen ooknog bevaarbaar) waarvoor tollen opgericht werden ("deTollenburg") ,. Kort na 1200 is de Rijn in een nieuwebeddin& langs Rhenen gaan stromen. Vermoedelijk was diteen geul onderaan do Keimenberg, die he.t water uit deGelderse Vallei afvoerde. Bij Vec-nendaal lag een grootveengebied, dat hoger lag dan het gebied onderaan deGrebbeberg; het water ervan werd dan ook in zuidelijkerichting naar de Rijn afgevoerd. Kort vóór 1232 moetde belangrijkste stróombedding van de Neder-Rijn langsRhenun zijn komer; te liegen, want uit oen oorkonde uitdat jaar (17) blijkt; dat die toestand pas sinds kortetijd bestond. Het gevolg hiervan was, dat de Rijn langsResteren als een dode of oude Rijn bleef liggen. "DeTollenburg" verloor zijn betekenis. In Rheneu werd eennieuwe rivier tol opgericht. In natuurlijke landschappenslibben zulke dode rivierarmen op den duur dicht, maardat is met deze Oude Rijn niet geheel gebeurd, omdat debedijking dit onmogelijk maakte, Het bovenstroomse ge-deelte ervan, bij "do Spces", zo blijkt uit bodemkar-teringen, is duidelijk dichtgezand. (16)De Rijndijk ter bescherming van Resteren werd op de zui.delijke oeverwal van de (Oude) Rijn aangelegd. De noor-delijke oever heeft vermoedelijk nooib ecu echte dijkgehad. Dit was ooit minder noodzakelijk omdat de gebrui-kers van dit gebied op de hoge gronden bij Rhenen woon-den* Daar hadden zo ook hun bouwland. Hot Rhencnse ofgtichtse gebied aan de Betuwse kant var de (Nieuwe)Rijn diende hun al» hooi., e^i weidegebied; de Mars. DeMars was het slecht ont^^terde gebied met 'wat zwaarderegronden. Het gebied van d.o lichtere gronden v/as Lede enOudewaard, dat niet ^tichts naar Gelders was. Wel zalmen aanvankelijk, plaatselijk in de Mars eu in Lede enOudewaard getracht hebben? mot kaden de ergste water-overlast te keren» Zcuwonlang hebben deze gebieden ineen waterstaatkundig ongunstige situatie verkeerd.Het opwerpen van do B-stuwco dijk had aan de andere kantvan de Rijn tot ; ëvolg dat hoogwater verder de Gelderse

44

Page 84: TABULA BATAVORUM 1979

Vallei in drong.. Uiteindelijk leidde dit ertoe, dat dereeds eeuwen bestaande Nude-kade tussen de 'VageningseBerg en de Grebbeberg opgewerkt werd tot -de Grebbedijk(19, 20).Vermoedelijk als gevolg van veranderde gezags- en bezits-verhoudingen werd in 1529 door Karel.van Gelre de Mars-

dijk aangelegd (20) , waardoor ditgebied beter beschermd werd tegen hoge -rivierstanden.Niet altijd bood de dijk voldoende bescherming, zoalsnog bleek op 5 maart 1855» toen hoog water met ijsgangeen doorbraak bij "de Spees" veroorzaakte,.gevolgd doordoorbraken bij Lienden. Terwijl 'de hoogst gemeten water-stand bij de Grebbe op if januari 1926 10,69 m bedroeg,was de hoogste stand op 5 maart 1-055 zelfs 11,04 m iUit het voorgaande -„„..„. de natuurlijke ontwikkeling vaneen rivierkleilandschap3 de bedijking en de aanleg vanweteringen door de mens in de late middeleeuwen en dehistorische, voornamelijk agrarische ontwikkeling ...-_volgt tevens dat v;e Kesteren in de Romeinse tijd losmoeten zien van het beeld van rivieren en dijken zoalsdie er nu zijn, maar dat we dit meer mo.eten bezien inrelatie tot oudere rivierbeddingen met hun oeverwallen.In hoeverre de tegenwoordige Oude Rijn langs Kesteren -Lienden als de (open) Romeinse Rijn langs Kesteren be-schouwd kan worden, moet op' grond van bodemkundig enarcheologisch, onderzoek uitgemaakt worden.Allerlei situaties en benamingen kunnen vaak duidelijkgemaakt worden als men ze beziet vanuit hun landschappe-lijke ligging, de landbouwkundige gebruiksmogelijkhedenof de. historische /toponymische achtergronden (21).Laat -men voor h.et Achterdorp in geen geval een fatsoen.,lijker naam bedenken, want het Achterdorp, het Boven-en tiet Nedereind geven in hun' namen nog steeds een stukjegeschiedenis van Kesteren v/eer l

Ljltjsratuur.1. Stichting voor Bodemkartering (1973). "l'odeuücaart van

Nederland, sch-aal l : 50.000> blad 59 West + Oost.2. H.Egberts (1950)- I>e bodemgesteldheid van de Betuwe.

Deel VIII van De fiodemkartKring van Nederland.

Page 85: TABULA BATAVORUM 1979

C. H. Edelman u. c.. (1950). Een bodemkarterin^ van deBonii,ielerv,'aard boven den Meidijk. Deel VII van De rodeni-kartering van Nederland.

3» r.J.:.;. MOLidernian (1950) eu ,-i. Jllgbei ts (zie lic. ur .2)Verder; F. J.:.. Modder, ..an (1949) • Het oudheidkundig, on-derzoek van de oude veengronden in de Over., en Neder-Letuwc . oudheidkundige. Mededelingen van het. Rijksmuseumte Leiden^ K. 11. 30> blz.. 6É-93.

4* A. J. lïavinga .(1969)- A physio^.rapnic analysis of apart o i' the B e t u w e , - D.utch river clay-area. Medede-lingen van de Lanclbouvjhoge school , G9--3-

5. I. Glazema (1951). Oudneid.kunc.igo onderzoekingen in deprovincie Gelderland ,\ o du r en d e u e j ai' on 1940 tot enmet 1950: Eist. Bijdragen en Mededelingen G.elre3 deel51, blz. ,:':-33.J. E. A. Th. Donors (1955)« Ds Gallo_Roi «einse tempels teEl&L in de Ovcr_Bocuv;e.

6. J. A. HeuiT Asn (1905)* Opgraving van de Hooge ,'oerd teKesteren, 1904-1905» Ei j draden en Mededelingen Gelre,doel O, blz. XXXII-XLII.G. J. Erenkrnan (1912) De opgravingen te Kssteren in1909 on 1910. Eijdra&un en Mededelinson Gelre, deel 15blz. 593-609.

7. Tabula Batavorum. Diverse nummers. Bovendien da resul-taten vai (te opgravingen t' o Resteren*

G. Zie lit. nr 2 en 3* En verder; F.J._;. Modderman (1955)De bewoonbaarheid van het rivierkleigel-iüd in do loopder eeuw on. Tijdschrift van het Kon.ï:ed. Aarc'.ri jkskun-dig Genootschap, Tweede Roek$ dtcl 72, blz. 30-38, enInleiding in Do Monumenten van Geschiedenis en Kunst,deel; De Be Luwe, (R. F. P. de Beaufort en H.M. van den

) 5 blz. 1-15.9« P. Glazeraa (1951)* Ou/nuidi:undige cncorz'jekin,. en in de

erovinciu Gelderland gedurende de jaren 1946 tot en met1950; Kesteren. Fijo.ragen en Mededelingen

Gelrc. deel 51, Llz. 45 -50 .H. F. P. de Beaufort en Herma '•'. va n dor Berg (1968).De Monuïiien L~. -_n van Geschiedenis en Kunst , doel: DeB e t u w e , blz. 290-301. 4 o

Page 86: TABULA BATAVORUM 1979

10. W. van de Westeringh. Bedijking on de gevolgen ervanvoor de dijk en het bedijkte land. (in bewerking).K.J. Hoeksema (1978). Bewoonbaarheid van het rivier-kleigebied in het onbedijkte en bedijkte stadium;met bijbehorend: Nederzettingsgeschiedenis. Tekst vanvoordrachten (op stencil),, maart en oktober 1978.

11. R.C. Hol (1977) Zeshonderdvijftig jaar Neder-Betuwe.Zie ook Egberts (lit.nr. 2).

12. P. Buringh (1951). Over de bodemgesteldheid rondomY/ageningen. Deel IX van De Bodeinkartering van Nederland.

13. R.C. Hol (1977). Zeshonderdvijftig jaar Neder.Betuwe.l U 0. Moorman van Kappen e.a. (1977). Tieler- en Bomraeler-

. waarden 1327 - 1977.15. C.J. Mentink (1977). Het Anbt van Over_Eetuwe geschouwd,

(in druk)16. M,K.E. Gottschalk (1971). Stormvloeden en rivierovor.

stromingen in Nederland, deel I; de periode vóór 1 00.17. V/, van Iterson (1966). De stad Ehenen; de resultaten van

een rechts-historisch onderzoek.18. Vakgroep Bodemkunde -n Geologie van de Landbouwhoge-

school te \7ageningen. Resultaten en kaarten van karte-ringen in de Marspolder.

19. A.A. Beekman (1932). Nederland als Polderland. Zie ookBuringh (lit. nr. 12)

20. M.K.S. Gottschalk (1975). Stormvloeden en rivierover-stromingen in Nederland, deel II: de periode 1 00-1600

21. C.H. Edelman en A. W. Vlam (1949). Over de percwels-namen van het Nederlandse rivierkleigcbied. Boor enSpade,deel III, blz. 231 .. 28 >.

N.B. redaktie. Het eerste deel van dit artikel verscheenin de Tabula lle jaargang, nummer l, april 1979-

k-7

Page 87: TABULA BATAVORUM 1979

Bij de tentoonstelling ter gelegenheid van de opening vande Openbare Bibliotheek te Heteren op 2 februari j.l.bleek uit verschillende reacties, dat er erg weinig be-kend was over de Uilenburg. Behalve het artikel van deheer '.'•:. van de YJesteringh "Bijdragen tot de geschiedenisvan Heteren" beschikken'ive over een transcriptie, dieons welwillend is afgestaan door de heer j. Essers uitDriel, welk stuk we hieronder graag afdrukken. Beide ge-schriften dragen aeker bij tot de kennis omtrent dezeoude Heterense perceelsnaam.Uit de Rechterlijke Archieven van het ambt van Over»Detuwe in Arnhem.

Terug vordering van teveel betaalde1gelden.Ingevolge van d 'authorisatie van die Hoogh Edel en r.-el_geboren Gestrengen Heer Gaspar Anthonis van Lijnden totHessens Amptman ende Richter des Aalpts Overbetuwe de datoden 21 Meij 16953 tuijgc en certificeren ick FrederickRaesinck Scholtus des Scholtampt Heteren hiermede, datick ter instantie van die "Welgeboren Heeren ChristoffelSpieringh botten "Rooden Toorns", Qttho van Doeijenburgh 'tot Laeckemontj niede interveniërende voor die oock V-el-geDoren Heere Engelbertus van Schrieck, in qualiteitenals Oomen ende Curateurs van die oock .Welgeboren minder-jarige kinderen van wijlen die mede Keigeboren HeereSteven van ^oeijenburgh ende' Vrouwe N. van Schrieck inleven gewesene echtelui jderi, hebbe geastirnesrt ofte latenastimeren door dese onderbenoemde ende bridergeteeckendepersonen, Imert Roeloffsen ende Jan Gooders meesterentimmerluijden, die nae haere beste kennisse, wetenschapende gedane inspectie, hebben geastimeert, so ende alsoff sij die selvige nieuw gemaeckte en op hare costenaengenomen en alles daertoe gelevert hadde alc eerste-lijck het bouvjhuijs ad seshondert agt vijfftigh guldenen agt stuijver, de schuer ad tweehondert sestien gulden,. uijtgesondert den bergh ende duijff huijsen, so en ge~lijck die selven staen, den bergh ad een en sestigh gul-den, item twee duijff huijsen ad sestigh gulden, gelijckoock Mr. Hendrick V-illemsen stro de-cker heeft geastimeertop manieren als vooren verhaelt, 't dack lasten, bant-garden en teen etc. vant bouvhuijs ad hondert en tiengulden, vande schuer ad negen en veertigh gulden tien

Page 88: TABULA BATAVORUM 1979

stuijvers, den bergh ad seventien gulden ende dan nochde twee duijff huijsen ad sestien gulden en vijfftienstuijvers gelijck mede Mr. Lambert v. Beuckerinck metse-laar op boven gemelte maniere gepriseert heeft, de mueren-aen het bouwhuijs, de vloer in de keueken, de mueren inde bottelerij ende den backoyen, ad hondert ses en negen-tigh gulden, staende op den "Ulenburgh" onder den Kerspelvan Heteren Ampte van Overbetuwe gelegen, eijgendcrmblijcktoecomende Vrouwe Inghuijsen douagiere van Schrieck endealso hier acte van versocht is, nebbe deselve niet cunnenweijgeren, maer desen mede gedeijlt, en in oorconde derwaerheijdt, hebbe ick Scholtus ende voornoemde meesters,dese ijder met "sijn eijgen handt onderteeckent.Actum den 21'Mei j 1695.Hendrick Willemsen, DeckerLambert van Beuckering, metselaer tot WageningenMeester Imert Roelo'ffsen, timmerman" Jan Gooders, "

Frederick Raesinck,Scholtus.

^BIBLIOTHEEK HISTORISCHE KRING KESTEREN EN OMSTREKEN.'Nieuwe aanwinsten:Tiel omstreeks 1900.'Facsimile van de uitgave van 1957 met een korte levens-'fbeschrijving van G.J. Peters van de hand van N.M'.F. La,houwers en A. Houtkoop.,Uitgave Boekhandel De Letterbak, Tiel 1979-.Gemeentelijke herindeling Mljiden~Betuw_e.,Nota van Gedeputeerde Staten van Gelderland inzake,de gemeentelijke herindeling van de Midden-Betuwe.,Arnhem 1979. "

Page 89: TABULA BATAVORUM 1979

De oorlog in Midden-Nederland 1939—1945.J.K; van Alphen.

Aangezien er inmiddels een werkgroep geformeerd is, diede krijgsgebeurtenissen in de Betuwe vanaf de mobilisatiein 1939 tot de beëindiging van de gevechten in mei 1945zal proberen uit te zoeken on te zijner tijd op enigerleiwijze te publiceren, is mij in de hoedanigheid van voor-zitter van voornoemde werkgroep gevraagd een artikel tewijden aan deze tijd, doch wel bijzonder aan de lucht-oorlog.Zoals de ouderen onder U zich hun leven lang zullen blij-ven herinneren begon de oorlo0 in ons gebied met een oor-verdovend lawaai van overtrekkende en aanvallende Duitsevliegtuigen, vermengd niet het daardoor veroorzaakte Ne»derlandse afweervuur. Dit afweervuur was vooral hevigrond Rhenen, Culemborg, Tiel, Geldermalsen enz. Cp dedoor dit afweervuur behaalde resultaten zal in een laterstadium nog uitgebreid worden teruggekomen.Wie van mening is dat het luchtgöbeuren boven Nederlandin de mei_oorlog van 1940 een uitsluitend Nederlands/Duitse aangelegenheid was, kan reeds medegedeeld wordendat er ook Engelse .en zelfs Franse toestellen in deze om-geving bij betrokken waren. Als voorbeeld hiervan dienteen geval dat zich bij Echteld afspeelde:De Duitse piloot, Leutnant Fluder van het 5e Staffel vanJG/£? schoot met zijn jager, type Me_1093 een EngelseBlenheim.,IV neer bij Echteld. De Blenheim behoorde tothet 57ste eskader van de Engelse luchtmacht en kwam vande basis Crécy in Frankrijk. De opdracht van de bemanning-van het Engelse i; ;0;: _:uidde: het uitvoeren van verken-ningen, waarbij zo ri;;^ig van -de wapens gebruik gemaaktmocht worden. Twee bemanningsleden van de Blenheim sa Br-ei en tijdens de oorlogsdagen dood of gewond naar Hoek vanHolland overgebracht. Als zij gewond waren, dan zijn zijdaar later overleden, want zij zijn in Hoek van Hollandbegraven. Hun functies, rangen en namen zijn;

piloot, f/O , A. Thomasboordtelegrafist/luchtschutter, soldaat 1ste klas

L-F. JordanHet derde bemanningslid, de waarnemer-sergeant p.L. Thomas,werd in de maand juni 1940 tussen Buren en Buurmalsen 50

Page 90: TABULA BATAVORUM 1979

uit de Linge 'Opgehaald en in Buurmalsen begraven.Dat vriend en vijand soms gelijktijdig ten onder gingen(in dit geval zowel letterlijk als figuurlijk) zal uithet volgende geval blijken;Qm. ongeveer 11.30 voormiddags vond boven de gemeenteTiel een luchtgevecht plaats* tussen een lichte Duitsebommenwerper en een Duits jachtvliegtuig enerzijds eneen geallieerd (Brits) jachtvliegtuig anderzijds. Debommenwerper en het Britse jachtvliegtuig stortten metzeer grote snelheid in de rivier de Waal, enige kilo-meters ten westen van de stad» Het Duitse jachtvlieg-tuig is verder gevlogen. Voor .zover bekend was' het Brit-se jachtvliegtuig een spitfire. l\och van het jachtvlieg-tuig noch van de bommenwerper is ooit iets teruggevon-den. Wel is er do.or middel van duikers-naar gezocht, dochwaarschijnlijk hebben beide toestellen zich zo diep inde bodem van de rivier geboord dat het zoeken vruchte-loos is gebleven.Na de mei„oorlog van 19 -0 gingen Engelse bommenwerpersoverdag de rivieren langs om te controleren hoever deverzameling van gevorderde rijnaken, sleepboten enz. alop gang was gekomen..Van de rijnaken werden de koppenafgezaagd en vervangen door andere voorstevens met demogelijkheid hieruit, bij een eventuele invasie vanEngeland, voertuigen, materiaal en troepen te lossen.•'s Nachts werden door Engelse bommenwerpers eveneensdiverse vluchten gemaakt, de meeste naar de havens e.d.in Nederland, doch ook diverse naar Duitsland. De vluch-ten naar Duitsland hadden een meervoudig doel;1. Het opdoen van ervaring in het nacht-navigeren en-bombarderen, waarbij het vooral in de praktijk moei-lijk bleek het Roergebied te treffen, daar dit gebiedbijna voortdurend onder een gordijn van rook, roet enmist was verborgen. Bovendien naderden het najaar en dewinter, waardoor de klimatologische omstandigheden erniet beter op werden*2. Het afwerpen van pamfletten,, enerzijds voor propa-ganda-doeleinden, anderzijds als bewijs voor de Duitseburger-bevolking dat het Duitse luchtruim wel degelijkvoor Engelse toestellen bereikbaar was. 51

Page 91: TABULA BATAVORUM 1979

3« Door de Engelse aanvallen werden de Duitsers genood-zaakt een luchtverdedigingssysteem op te bouwen. Dit be-stond aanvankelijk uit luchtafweergeschut en zoeklich-ten, doch werd later uitgebreid met nachtjagers.Het e.erste toestel dat in 19 0 's nachts in Midden-Ne-derland neerstortte kwam tijdens de nacht van 18 op 19juni 19 -0 in.de buurt, van Culernborg naar beneden. Het;tO'estel 'was een Whitley van het 58ste eskader. Hetgrootste deel van het wrak kwam bij. de zogenaamdeSchalkwijkse Heul aan de overkant van Culernborg langsde Lek terecht, Enige bemanningsleden werden dix r aande: Culemborgse zijde van de rivier aahgetroffen3 o.a.één in een knotwilg.In Culemborg liggen begraven:

piloot (sergeant 1ste klas) C4.J. Fordwaarnemer (sergeant) E. Jones-Roberts

Er werden die nacht aanvallen uitgevoerd op Breinen enHamburg, doch dit was de enige machine die verloren ging.In het najaar vari 194-0 werd 's nachts in het veld tus-sen Zoelen en Maurik, waarschijnlijk door een in noodverkerend vliegtuig, een aantal bommen neergeworpen,die alleen wat materiële schade aanrichtten.Hadat op 14 mei 194-0 en de daarop volgende dagen deDuitse troepen binnen- en doorgetrokken waren en de be-volking alsmede het vee geleidelijk van hun evacuatie-adressen naai" huis terugkeerdens kwam het dagelijksleven in de meeste plaatsen weer op gang. Uitzondering^hierop vormden uiteraard die gebieden waar krijgs- en/of inundatiehandelingen min of meer ernstige schadeveroorzaakt hadden. Het verkeer tussen de plaatsen werdbovendien nog bemoeilijkt door opgeblazen bruggen, aan-gebrachte vernielingen en dergelijke.Het enige troepenvertoon van Duitse zijde iu ons ge-bied waren de door de Duitse militairen georganiseerdezogenaamde oriënt.eringsritten, waarbij tevens de be-volking op zachte doch besliste wijze werd getoond datde Duitse bezetter wel' degelijk in persoon aanwezig was.Het Nederlandse leger, voor zover, niet tijdelijk afge-voerd in krijgsgevangenschap3 werd na de capitulatie'nog gedeeltelijk als Arbeidsdienst ingezet en slechtteo.a. stellingen, ruimde uuin, mijnenvelden t.d.

• 52

Page 92: TABULA BATAVORUM 1979

Het burgerlijk bestuur onderging in het begin van debezetting slechts zeer- geleidelijk wijziging, hoeweldit ook wel van gemeente tot gemeente verschilde.Indien mocht blijken dat het hier behandelde onderwerpU interesseert, dan zal getracht worden meerdere arti-kelen hierop te laten volgen, u* reacties/Aanvullingen/correcties enz. worden derhalve ook ten zeerste opprijs gesteld.

53

Page 93: TABULA BATAVORUM 1979

De g es c h i e d e n i s v an_ Lienden.A. Pouvver

Aan het eind van het vorig jaar is met toestemming vanhet dagelijks bestuur van de gemeente Lienden en met hulpvan het administratief personeel een begin gemaakt methet verzamelen van gegevens uit het gemeentearchief omdaaruit een geschiedenis van Lienden op te bouwen. Ditin aansluiting aan de gegevens welke wij, de heer VanBroekhuizen en ondergetekende, reeds in Kesteren verza-meld hadden.Dat dit zeer zinvol was bleek al 'dadelijk uit het feit,dat Lienden en Kesteren in de Franse tijd één gemeentegevormd Hadden-;'Met aan het hoofd daarvan de "maire"Sp'eyart van'Woerden en 'de assessoren Aart Verbrugh enJan van Druiapt, waarbij ae eerste Lienden en de andereKesteren.Vertegenwoordigde. Ook had men een gezamenlijkegeneesheers vroedvrouw en brandspuit, zoals uit gegevensbleek.Onze bedoeling is nu verder na te gaan hoe de bestuurlijkeontwikkeling verder verliep en welke personen hierbijeen rol speelden. Daarnaast proberen we na te gaan hoede demografische en economische ontwikkeling vanaf± 1800 tot nu verlopen is en welke factoren daarbij eenrol speelden. In een agrarische gemeente als deze is delandbouw daarbij een belangrijk onderwerp. Naast areaal-en opbrengstgegevens van landbouwgewassen is het van be-lang, iets over de gebruikers van de gronden te weten.Ten dele is dit uit de archiefgegevens te halen, maar wezouden liet ook op prijs stellen als we over in particulierbezit zijnde gegevens uit vroegere tijden over de land-,bouw in Lienden konden beschikken. Dit kunnen gegevenszijn over opbrengsthoeveelheden, prijzen van grond,vruchtwisseling;, speciale gewassen en andere voor delandbouw van belang zijnde zaken. Uiteraard is hiermeeook de veeteelt en de fruitteelt bedoeld. Ook willen wemet het archiefwerk een overzicht krijgen ten aanzien vanhet gebeuren op onderwijsgebied en andere zaken, welke ineen dorpsgemeenschap een rol spelen.Het zal voor zich spreken dat v;e naast ons dagelijks werkslechts beperkte tijd overhouden voor dit werk, zodatniet verwacht kan worden dat we op korte termijn een uit-gebreid overzicht samen kunnen stellen. Het ligt dan ook

54

Page 94: TABULA BATAVORUM 1979

in de bedoeling.., om 'kleinere.-mededelingen over de geschie.denis van Liendèn,,te/girbliceren in 'd'e "Tabula".

Aawe humor,'D& vroeger de we.tg-eve'r.. der ok wel nêv-e was, vertelde'Art. i+6l Wetboek van Strafrech. Dor stond in; "Hij diej'zonder dörtoe gërechtig te zijn, '-óver- ....un aandërs grond,;v»'6rvan de' toegang dur de" recllhebbende is vërbbojë, "lop,rrij'j of vee 16t l'opë» wor gestraf". ..'Liggë op diej grond was. dus nie;j strafbOr. In- ons daarp'kwamë diej bordjes dan ok veur, rnirs op diej plekke wOr'lang h.oojgres un vrijjënd pOrt'je on, ut gezien, onttrok.'Veldwachters wiestë dor echter w el' 'Tooi op. Ze bleve ge_'woon de tijd afwach't'të tot de boosdoeners op kwamë dage.'Dan liepë zé dus, en w.örë strafbör.'Op un zondag snordët. un •yéldv.'ap.h.ter -un.' port -je in De'Batterij je; Bang .'p'ulïi.e gcziqh te verliezë. tiggë huis'en kerkgënotë, vr'oeigë 'ze Me veldwachter of tiej astë~'blief un bekeuring VJQUW, raakë vur rijjë zoïidër lich ....'Ut gaf te' denkë', .. '. . . ;

Page 95: TABULA BATAVORUM 1979

INHOUD,

blz. l Titelpagina" 2 Samenstelling bestuur11 3 Bronnen voor de geschiedenis van de streek

rond Resteren in het Streekarchief Tiel,Buren en Culemborg

.2.1 Kesteren in dt negentiende ee^-.vJ. T. M. van Broekhuizen24 Het grafveld aan de Mauriksestraat te ZoelenJ. J. Jager

32 Ontstaan van het dorp VeenendaalJ. W. v. d. Kuinder-Hamer

40 Ontstaan en bewoonbaarheid van het landschaprondom Kesteren(2e deel, slot)Ir.K.J.Hoeksema en

Ir. W.v.d.Westeringh48 Transcriptie uit de Rechterlijke Archieven

van het Ambt van Over-Betuwe in Arnhemafgestaan door J.Essers

50 De oorlog in Midden-Nederland 1939-1945J. M. van Alphen

54 De geschiedenis van LiendenA.Pouwer

56 Inhoud

NOOT VAN DE REDACTIE.Door een ongewoon grote toevloed vanartikelen zijn wij in de gelukkigeomstandigheid reeds nu het spoedigeverschijnen van een derde nummer indit verenigingsjaar èeakunnen,-.aan-kondigen.

56

Page 96: TABULA BATAVORUM 1979

'-•1.TielDB Grote ürug ranci 1JUÜ

2.Tielifjt.AQnietenstra. t.Links het spaarbankgebouw dat tot C!E2e wereldoorlog dienst deed sis schouwburg.In het midelen do Jt. Cecilickapel , vroeger de "kleine kerk"van de Hervarnu e Gemeente, nu Luthorse Kerk.üez kapel vormt hst restant van hot vaarrnfdiLS at.Cecilinkr.;;;.;!.

3.KesterenKerk rncrfc pastorie ornstrenks 1. ilü

4.GchtenGezicht op de Wr-al en de ].osvvr-.l

5.Chranicon ïielenseTiteibl.-.ü van D'G dnor J.ü.vo.n Leeuwen uitcfe^i-ven transcrip-tie V.'-MI hst Ce boc;k v c? n deze mid> . oleeuwse kroniek. Utrecht17; j j .

G. ÜpheusiJenHuize Vrf8svvijk,in ILi ,'7 woning van "/6thouor.r J. .Arundts.Het huis werd tijdene de 2e wer:;ldoorlor> ver.;oest.

7 . Reclc-me anno 1J67Ner'Bntienc'e-cieu'-vüe vcrknnpstunt ter vt;rha;:in< van deomzet in c-rbolzuur.

G.ZoBlen-üostVondst van een coivinl; r^t ta.i'i-a sif'illn-'r- borcijr-j tijot-nsde jongste op; re.vin;j van de archeologische werkgroep.

9. Actie 137 JJonr; en oud rond de nomeinen

10. Kasteel Tsr HorstGelegen in Achterberg, tussen i^nenen en VeBnendo/'l, booddeze sterkte vveerc.tc.nd aan de "Golüersen"

Page 97: TABULA BATAVORUM 1979

ln

T A B U L A B A T A V O R U M

SiEPE STILUM V E R Ï A M U S

H I S T O R I S C H E K R I N GK E S T E R E N E N O M S T R E K E N

Page 98: TABULA BATAVORUM 1979

StreekarchiefOommelerwaard

TABULA BATAVORUM

Mededelingenblad van deHistorische Kring Kesteren

en Omstreken.

lle jaargang, nummer 3S november 1979.

Page 99: TABULA BATAVORUM 1979

De vereniging is opgericht op 25 oktober 1967 enKoninklijk Goedgekeurd op 2 januari 1974.Verenigingsbes tuurA Datema, voorzitterJoost van den Vondelstraat ls 4041 XJ Kesterentel.: 08886 - 1354Mevr. M.J. Desmet .„ Goethals, secretaresseBoterhooksestraat 14» 6666 GA Heterentel.: 08306 - 22611A.J. vari Drunen, penningmeesterNassaulaan 7, 4041 CE Kesterentel.: 08086 _ 1727J.T.M, van BroekhuizenScherpenzeelseweg 56s 3956 KG Leersumtel.: 03434 - 1119A. pouwerJan Steenstraat 27? 4041 GC Kesterentel.: 08886 - 1345J. HoekstraSilvanusstraat 24, 4041 AM Rasterentel.: 08886 - 1782

H.J. GerritsenKastanjelaan 11, 6666 AB Heterentel.: 08306 - 22452Redactie;Het BestuurHet is niet toegestaan artikelen of gedeelten ervan overte nemen zonder toestemming van de redactie.

Page 100: TABULA BATAVORUM 1979

GEACHTE JUBILARIS,Ter gelegenheid van het 25»jarig ambtsjubileum van deheer A. Datema werden ook namens de Historische KringKeste-ren en Omstreken enige vriendelijke woorden aan hetadres van de jubilaris gericht. Hieronder volgt de tekstvan deze korte toespraak:

Geachte jubilarisEchtgenote van de jubilaris

Familie, vrienden en andere relaties van diezelfdejubilaris.

Het is een goede gewoonte om bij een jubileum het lij-,dend voorwerp in lovende bewoordingen toe te spreken.Met dit oud-vaderlandse gebruik nu wil ik hier breken.Liever belicht ik temidden van dit gezelschap een mijnsinziens kwalijke karakterfout van de man in ons middel-punt.Voor de mensen aan wie het niet duidelijk is om welkereden spreker zich achter deze lessenaar ophoudt, zij hetvoldoende dat ik de heer Datema ken als de voorzitter vande Historische Kring Resteren en Omstreken.Het zal de meesten Uwer wel duidelijk zijn dat ik juisthiermee een van de jubilaris zijn zwakste zijden belicht.Immers, is het niet vreemd, dat een schoolhoofd met 25dienstjaren zijn kostbare vrije tijd verdoet met het door-zoeken van het afval van voorbije beschavingen? Met hetdoorwroeten van de mestvaalt der geschiedenis?Is het niet eigenaardig, dat iemand op de zaterdagmiddagen,gehuld in ketelpak en kaplaarzen, Rivierenland rondstormtom dolgelukkig, de Betuwse bagger tot in zijn haar, metwat roestige spijkers, schamele scherven of in onbruikgeraakte muntjes thuis te komen?Arme echtgenote! Arme kinders!Is het niet zorgwekkend, dat een stel heren op leeftijd,wilde kreten slakend, Indianendansen uitvoert bij alleswat onze goede bodem meer bevat dan komklei?En toehoorders, was dit maar alles?Of het voorgaande niet voldoende is, stort de heer Datemazich met hetzelfde elan op de streekgeschiedenis.

Page 101: TABULA BATAVORUM 1979

Nota bene, alweer om alles aan de weet te komen van men-sen die allang dood en begraven zijn."History is bunk" (geschiedenis is rotzooi), zei HenryFord, de autofabrikant.Woorden, geachte heer Datema, van iemand die er verstandvan heeft, dus waard orn ter harte te nemen.Aanvankelijk uit nieuwsgierigheid> doch allengs met stij-gende bezorgdheid, heb ik dit fenomeen nu al enkele jarenach^rwen gadegeslagen.Bezorgdheid over hoe iemand zich zo kan vergetens zodrahij boor, spade of een oude foliant beroert.Het is dezelfde bezorgdheid die het bestuur van onze ver-eniging tot de overtuiging bracht dit doldrieste enthou-siasme van zijn voorzitter in andere banen te moetenleiden.Wat een gelukkig toeval toch, dat di't jubileum hiertoeeen unieke gelegenheid biedt.Heer Dateraa, namens een aantal van Uw archeologische enhistorische kornuiten, die helaas niet allen aanwezigkunnen zijn, mag ik U hierbij enkele, ik mag wel zeggeneducatieve geschenken aanbieden.Moge dit eerste cadeau Uw woeste oudheidkundige omzwer-vingen doen overgaan in een rustiger liefhebberij alshet verzamelen van echt antiek.En kan dit tweede present mogelijk bijdragen tot eengroeiende interesse voor alles wat leeft en groeit enaltijd weer boeit.Mag ik tenslotte bij het overhandigen van dit laatsteflauwekulletje de hoop uitspreken dat U het voorgaande welaangehoord, maar niet ter harte genomen hebt en dat wenog lang getuige mogen zijn van Uw archeologische enhistorische strapatsen.

Page 102: TABULA BATAVORUM 1979

LEERVOEDSTEN UIT VECHTEN .C. van Driel-Murray

Bij wegaanleg in de buurt van Vechten kwamen grote hoe-veelheden Romeins materiaal bloot, die door leden van deHistorische Kring Resteren en Oms-treken geborgen werden,omdat het bij de amateur-archeologen ter plaatse aan be-langstelling ontbrak. (Tabula Batavorum 10, l, p.29).Het leer werd mij ter bestudering gegeven, maar het is deverdienste van de heer N. Wigcherink dat het leer schoon,soepel en handelbaar gemaakt werd, zonder dat het huid-oppervlak door dikke lagen olie of vet onherkenbaar werd.De goede staat van het oppervlak leidde tot een nogal op-merkelijke waarneming, waarop ik later zal terugkomen.Zoals bij alle vondsten van Romeins leder zijn ook hierschoenzolen, al dan niet in fragmentaire staat, verre inde meer eL-iieid. Het boVenleer lijkt altijd sneller tevergaan; vondsten van complete Romeinse schoenen zijn danook in o»ze streken tamelijk zeldzaam. Behalve de dunnerandjes, die vastgeklemd zaten tussen de twee schoenzolen,is er hier geen enkel fragment van het bovenleer bewaard.Toch is de vorm van de schoenen te reconstrueren aan dehand van indrukken en naaigaatjes in de zolen en met be-hulp van elders beter bewaarde voorbeelden. Van de 46zoolfragmenten zijn er slechts acht vrijwel compleet.Er zijn drie typen schoenen aanwezig: sandalen (vierstuks), één genaaide huisechoen of pantoffel, en bespij-kerde (wandel- en werk.)schoenen.Sandalen bestaan uit twee leren zolen, langs de rand aanelkaar gespijkerd, met een aantal extra spijkers eldersonder de voet. Twee spleten aan de voorkant van de binnen-zool (nrs. 2, 3> 5)s waardoor een riem getrokken werd,maken het type makkelijk herkenbaar. Van de riem zelf envan de riem, die over de wreef liep, is nergens een spoor,doch de zool nr. 6 vertoont twee indrukken, die alleenafkomstig kunnen zijn van een wreefband. Vergelijkt mennu een exemplaar uit de Saaiburg (Busch, 1965» tf.6 =fig. 5), dan kan men de sandaal reconstrueren.Nr. 2 is een binnenzool, die kennelijk niet alleen metijzeren spijkers, maar ook met houten pennen aan de bui-tenzool bevestigd v/as. Ook al is het gebruik van houtenpennen tamelijk zeldzaam, toch komt het regelmatig voor,b.v. in Zwammerdam en in Ouddorp (Marschalleck, 1959>P«77).

Page 103: TABULA BATAVORUM 1979

Het is opvallend, dat deze techniek pas weer opduikt inde 17 eeuw, na ca. veertien eeuwen in onbruik te zijngeweest. Hij wordt dan vooral voor de bevestiging van dehak gebruikt. De Romeinen kenden geen hakken onder hunschoenen.Een eveneens voor Romeinse sandalen karakteristieke wij-ze van bevestiging van de zolen was, deze te naaien.3>ol nr..3 vertoont brede spleten, die voor het naaieningestoken werden. Zij gaan volledig door de buitenzool,doch de blnnenzool werd alleen aan de onderkant geraakt;een z.g. "halve leersteek". De bedoeling was, dat hetstiksel niet zichtbaar was aan de bovenkant van de san-daal, totdat door slijtage kleine spleetjes in het op-pervlak verschenen. Deze scheurtjes zijn als lijntjeszichtbaar in de tekening van zool 3*Het binnenoppervl&k van zool nr. 5 is versierd met inge-stempelde "fleurs_de_lis" langs de rand. Een dergelijkerandafwerking komt dikwijls voor op sandalen. (Zwararaer-dam, Vechten b.v.). In de boven- (voet-)kant van zool 6zijn de letters Q I O ingeponst. Het zouden de voorlet-ters van de schoenmaker kunnen zijn. (schrijver dezes,1977, voor meer voorbeelden) of, wat meer waarschijnlijkis, van de leerleverancier, want er zijn aanwijzingen datdit een tussenzool van een sandaal met drie zolen is ende inscriptie was dus niet zichtbaar voor de koper,Genaaide pantoffels komen altijd in de kleinere matenvoor; het lijkt om schoeis.el voor vrouwen te gaan. Hetcomplete zooitje nr. l vormt geen uitzondering: maat 36.De grote naaigaten aan de binnenkant van de zool wijzener op dat de voetbekleding vastgenaaid was, zoals tegen-woordig het geval is bij Noorse sok-pantoffels. De bo-venkant, die bij een zool van het type nr. l behoort is,bij mijn weten, nog nooit gevonden. De vergelijking metde Noorse jjantoffels is dus niet meer dan een veronder-stelling, al kenden de Romeinen zeker sokken. (Wild, 1968,199). Textielvondsten uit de Romeinse tijd zijn echter inhet algemeen zeldzaam.Het meest voorkomende Romeinse schoeisel is de zware ge_.sloten leren calceus. Tot dit type behoren de meeste zooi-fragmenten uit Vechten. Meestal is slechts een bespijkerdrestje over, doch er zijn toch een aantal stukken die onswat meer vertellen over de techniek waarover de Romeinse

Page 104: TABULA BATAVORUM 1979

schoenmaker in onze streken beschikte om een dergelijkeschoen te vervaardigen.De calceus heeft een binnenzool en een buitenzool, eenaantal kleinere stukjes leer ertussen, en het bovenleer,dat uit een enkel stuk of uit twee aan elkaar genaaidestukken leer bestaat.De schoenmaker nam eerst twee of meer kleine tussenstukjes,die hij met een leren veter vastreeg aan de onderkantvan de binnenzool (vgl. zolen nrs. 7j 8, 9 en tussenstuk-jes 50 en 51)»vervolgens naaide hij een hielversterkingvast (hielversterkingen nrs. 52 en 53). Daarna werd het.geheel op de ijzeren of houten leest geplaatst om hetbovenleer erover te vormen, en wel zo, dat de randen omde tussenstukjes sloten. Helaas is er uit Vechten geenbovenleer bewaard, maar de indrukken op de zolen en eencompleet schoentje uit Zwammerdara maken de manier vanwerken duidelijk (zie ook fig. /+).Om de randen van het bovenleer op hun plaats te houdenreeg de schoenmaker deze óf onderling óf aan de binnenzoolvast. Het eerste geval is zichtbaar op zool 11, waar deindrukken en naaigaten van het rijgen zichtbaar zijn opde onderkant van het tussenstukje, en ook op zool 8 entussenstukje 51« Het tweede kan men vaststellen bij zool10, waar grote rijggaten op de binnenkant van de zoolvoorkomen. Rijgindrukken komen ook voor op de randen vanbovenleer, nrs. 50 a en b.Pas daarna werd de iets grotere buitenzool op zijn plaatsgelegd en met ijzeren spijkers bevestigd. De punten van despijkers werden op .de ijzeren leest omgebogen (zool nr. 12)opdat ze geen pijn meer zouden veroorzaken. De puntigekoppen van deze spijkers sleten bij langdurig gebruik:vooral aan de buitenzijde van de.hiel zijn de spijkersplatter van vorm. Zo is het te zien, dat hielfragmentnr. 12 van een rechterscnoen afkomstig is.Er bestonden natuurlijk verschillen tussen de schoenmakers:soms wordt het bovenleer vastgenaaid aan de hielverster-king, zoals bij nr. 52, soms ook, zoals de steekgaatjesin nr. 50 doen vermoeden, aan het tussenstukje.Er zijn niet voldoende complete zolen om iets te kunnenzeggen over schoenmaten of over de verhouding man - vrouw-kinderen.Behalve schoenzolen zijn ar ook enige lappen leer metnaden, zomen of stiksels.- Het is meestal moeilijk, de

7

Page 105: TABULA BATAVORUM 1979

functie van dergelijke incomplete fragmenten vast testellen. Men kan de kleinere stukjes pas hun juiste plaatsgeven als er ergens een compleet exemplaar opduikt. InVechten is er een voorbeeld van zo'n vondst.Hr. l is een prachtig, compleet beursj e, uit een enkelstuk fijn geiteleer gesneden, dubbel gevouwen en langsde randen vastgenaaid. Het open eind heeft een gekartel-de afwerking. In tegenstelling tot de beurzen uit Val-kenburg (Z.-H.) (Gr oenman-Van V-'aateringe 5 1967, p.122-125) en Bargercornpascuum (Dr) (afgebeeld in Z-adoks-Josephus Jitta & V? n, Es, 1974» p.62 en pi. 22) ontbre-ken gaatjes voor een rijgdraad: aan de plooien te zienis het waarschijnlijk, dat het aan de buitenzijde meteen riempje werd dichtgebonden. Het hint dus niet aaneen gordel of aan de pols; men moest het in een tas ofzak dragen. Opvallend is de kartelrand; we vinden ditterug in een tweede fragment uit Vechten en ook bijtwee fragmenten uit Zwammerdam (Van Dricl-Murray, 1977 a,p.27ö). Het is dus mogelijk, dat al deze eerst nietidentificeerbare fragmenten van dergelijke beurzen af-komstig zijn.De naaigaten langs de randen van het vierkante stukjenr. 6 zijn gedeeltelijk weggesneden. Misschien maaktehet oorspronkelijk deel uit van een groter stuk, of v/ashet als verstevigingsstuk in andere stukken leer ge-naaid. Het geiteleer is opvallend dik; gaat het om eenonderdeel van paardentuig? Dat was vaak rijk versierdmet gekleurde stiksels en leerapplieken en werd vaak ookuit wat grovere huiden vervaardigd.Raadselachtig is fragment nr. 3« Het is een oorspronke-lijk langwerpig stuk, versierd met in^ekerfde lijnen eneen opgenaaide appliek. De stiksels lange de randen ende indruk van een er op bevestigd stuk leer laten zien,dat het cm een onderdeel van iets groters gaat. Een etui?Misschien geven de grotere fragmenten uit de R.O.B.-opgravingen te Vechten de oplossing.Zeker afkomstig van een etui is het rechthoekig stuknr. 4» het sluitstuk van een enveloppe-achtig tasje,dat gesloten werd met behulp van veters, die vastzatenaan de voorkant en door de paarsgewijs geplaatste gatenin de flap geregen werden. Dergelijke sluitingen vondenwe ook in Valkenburg a.-H. Nr. 5 zou mogelijk een onder-deel van nr. 3 kunnen zijn. Het heeft in ieder geval een

O

Page 106: TABULA BATAVORUM 1979

4

i

5

^l

7

l S

Page 107: TABULA BATAVORUM 1979

12 58

Page 108: TABULA BATAVORUM 1979

identiek randstiksel en heeft ook dezelfde breedte.Een aantal stukjes leerafval bewijzen, dat ter plaatseleerbewerkers hun bedrijf uitoefenden, dit in tegenstel-ling tot Valkenburg Z.-H. en Zwammerdam, waar zeer wei-nig afval gevonden is. Nr. 7 is het weggesneden randjevan een geitevel, dat nog de gaten vertoont van de spij-kers die ingeslagen werden bij het spannen van de huiddirekt na het looien. Stuk 8 is weggegooid nadat een rondvoorwerp er wat slordig uitgesneden was.De vaststelling om welk soort leer het gaat is te dan.-.,ken aan de uitstekende wijze, waarop"de leervondsten uitVechten behandeld zijn; het oppervlak van Romeins leeris vaak slecht bewaard, al was het maar omdat het meerdan 1600 jaar in de grond heeft gelegen..Heel vaak ver-oorzaken uitdroging en onoordeelkundige behandeling,b.v. door gebruik van dikke vetten en oliën verdereschade. Het is van groot belang} dat juist het huidop-pervlak ao goed mogelijk bewaard blijft: omdat de haar-inplant van elk dier verschillend is, kan men onder gun-stige omstandigheden met behulp van een stereo-micros-coop de diersoort vaststellen.Als gevolg van de goede behandeling van het leer .uitVechten was het mogelijk, de schoenzolen als runderhuidte identificeren, terwijl het in twee gevallen mogelijkwas, aan de hand van de bewaarde randjes vast te stel-len dat het bovenleer uit schape- of geiteleer vervaar-digd was. De lappen leer bestaan alle uit geitevel. Ditsoort leer is sterk, doch licht en soepel. Het werd inde Romeinse tijd bij voorkeur gebruikt.' De afvalstukjeszijn afkomstig van geite- of runderleer, met .uitzonderingvan één stukje dat een ander patroon vertoont; volgensMevr.Dr.Groenman-:Van Waateringe, die dergelijke patronenvan het middeleeuws materiaal uit Haithabu kent, is heteen hertehuid. Dit is het eerste geval van het gebruikvan dé huid van één wild dier in een Romeinse contextdat ik onder ogen heb gekregen.Uit het voorgaande kunt U opmaken dat c? leel wat vast-zit aan die natte, zwarte lappen die uit de grond tevoorschijn komen. Wil men iets hebben aan de bestuderingvan het Romeinse leer, dan heeft men heel erg veel ma-teriaal nodig, waarbij een klein stukje, hoe onooglijkook, een schakel kan zijn in een reeks feiten die pas

Page 109: TABULA BATAVORUM 1979

veol later een verklaring vinden: voor het vaststellenvan een fun'ctie moet men vaak lang wachten tot een com-pletere vondst elders gedaan wordt. Alleen door verza-melen en publiceren van allerlei materiaal kan er op denduur een totaalbeeld ontstaan. Omdat zij daartoe hebbenbijgedragen verdienen de leden van de Historische KringKesteren en Omstreken dank.

Literatuur.Busch, A.L., 1965, He römerzeitlichen Schuh- und Leder-

funde der Kastelle Saalburg, Zugmantel undKleiner Feldberg, Saalburg-Jahrbuch, 22, 1965,pp 158-210.

van Driel-Murray, C.,1977a, Leatherwork in : j.K.Haalebos,19773 Zwammerdam Nigrum Pullum. Ein Auxiliar-kastell am niedergermanischen Limes. (Cingula 3)Amsterdam, 1977.

van Dr.iel-Murray, C.,1977b, Stamped leatherivork fromZwammerdam .in;B.L. van Beek, R.W.Brandt &V/. Groenman- Jan Waateringes 19775 Ex Horreo(Cingula 4) Amsterdam, 1977.

Groenman - Van Waateringe, V/., 1967, Romeins lederwerk uitValkenburg Z.-H., Groningen, 1967.

Marschalleck, K.H., 1959- Römisches Schuhwerk an Rhein-und Scheldemündung, mit einer Zusaamenstellungprovinzialröiuischer Schuh- und andere Leder-,funde. Berichten R.O.E. 9, 1959. pp 68-84.

Wild, J.P., 1968. Clothing in the North West Provincesof the Roman Empire. Bonner Jahrbücher 168,1968, pp 166-240.

Z5idoks Josephus Jitta, A.N. & Van Es? w;.A.s 197 -. Muntwij-zer voor de Romeinse tijd. 's~Gravenhages 1974.

C. van Driel-MurrayAlbert Egges van Giffen Instituutvoor Prae~ en protchistorie,Singel 453Amsterdam. , , , ,

10

Page 110: TABULA BATAVORUM 1979

2

1J 3 4

S

Page 111: TABULA BATAVORUM 1979

s

Page 112: TABULA BATAVORUM 1979

--'i-.

Page 113: TABULA BATAVORUM 1979

Leden . . .. ':Op 31 december 1976.bedroeg het aantal leden 98, waarvan5 jeugdleden.

Kesteren, 22 februari 1977. "J.A.E. de Kleuver, secretaris.

Bijlage IVerslag van de Archeologische Werkgroep van de HistorischeKaing Kesteren, en_Onstreken over het .laar 1,976.Ook in dit verslagjaar is deze werkgroep weer zeer aktiefgeweest. De vaste kern van deze werkgroep was praktischiedere zaterdagmiddag op pad. Er was weer veel werk aan dewinkel. Een probleem van de groep is, dat de verkenners ende opgravers groter in aantal zijn dan de verwerkers vanhet -gevondene. En zonder de verwerking is het vinden en •verkennen ninder zinvol. Leden van deze werkgroep zoudenbij zich zelf te rade noeten gaan of ze hun aktiviteitenook eens zouden noeten gaan richten op de verwerking. Menlaat het graag aan de enkeling over on dan wel bij de grote-re gebeurens acte de presence te geven. Moge de werkgroepin het jubileunjaar 1977 het tegendeel van het hierbovengesignaleerde ten deel vallen.In het vorige verslagjaar is reeds op uitgebreide wijzenelding genaakt van de opgravingen te Zoelen - Oost. Hier-riede is voortgegaan in 1976 en wel tot half r- naart, toende beide putten net zand en klei werden gevuld. Dank aande Rijkswaterstaat voor de medewerking die gegeven werd.Een uitgebreid verslag over deze opgraving lijkt aanstaande.Het grote gebeuren in 1976 was ongetwijfeld de opgravingte Dodewaard bij Uien, waar in het Hiensche Veld op hetperceel genaand de Wuurdjes bij het rooien van een boon-gaard een bewoning uit de Roneinse tijd werd blootgelegd.Het was wel geen grote bewoningsplaats, doch nietteminzeer interessant. Veel dank zijn we verschuldigd aan derentmeester van dit terrein en de aannener, die de boon-gaard rooide. Laatstgenoemde zette herhaalde nalen zijnbulldozer dn on ons het zware werk te verlichten. De akti-viteiten hier werden gepleegd van half naart tot en net nei.Juni stond in het teken van verkenningen op de Boutenburg

9

notitie
Paginanummer is al gebruikt.
Page 114: TABULA BATAVORUM 1979

te Lienden. Ook hier werd een bewoning uit de Roneinse tijdonderzocht. Ook laat het Eiland van Maurik ons nog niet netrust. Enige verkenningen in de naand juli leverden echterniet veel op. Buren kreeg eon beurt in augustus. Daar werdop een akker sporen van bewoning aangetroffen vanaf de Ro-meinse Tijd tot en net de Late Middeleeuwen. In septenbernoesten de verkenningen lijden onder het noodzakelijke werkin het depot. Daar werd toen gewerkt aan de stellingen voorde berging van onze vondsten. Hiervoor waren we in staatgesteld door een financiële bijdrage van het AnjerfondsGelderland. Alles is nu overzichtelijk opgeborgen. Moge hetnu ook nog eens geïnventariseerd en verder bewerkt en ver-werkt worden» .De naand oktober werd weer besteed aan veld-verkenningen te Geldernalsen en te Zoelen en omliggendegebieden. Novenber bracht ons op vele plaatsen, naar hetsucces was ninder. Geen resultaat is ook een resultaat.In de naand decenber werd net het oog op een opgraving vande R.O.B, ten oosten van "Villa Maria", aan de Uedereindse-straat te Kesteren, naspeuringen verricht. Aanvankelijk netweinig resultaat, totdat een afvalput werd ontdekt, die. eenofficiële opgraving weer zinvol deed schijnen. Ook dit jaarwaren we weer aan vele derden dank verschuldigd voor hunbereidheid de Archeologische Werkgroep op hun wijze testeunen. Enige zaterdagmiddagen vielen uit voor het gravenvanwege een bezoek aan het Museum te Rhenen, een bezoek aanhet Museum Kan te Hijnegen, de tentoonstelling te Buren eneen excursie door het Betuwse landschap o.l.v. onze ledenPoelman en Potiwer, die poogden onze geologische kenniste verrijken, waar zij ongetwijfeld in slaagden. Verder iser niets vermeldenswaardig, hetzij dan dat de ernst van hetzoeken en uitzoeken van diverse zaken gepaard ging netgepaste gezelligheid.

, A. Datena

10

notitie
Paginanummer is al gebruikt.
Page 115: TABULA BATAVORUM 1979

GEMEENTELIJKE HERINDELING

Het bestuur neeft gemeend te moeten reageren op de plan-nen tot gemeentelijke herindeling van de Midden-Betuwezoals deze kort geleden aan de bevolking werden bekend-gemaakt. Hieronder de reactie van de Historische Kring.

Aan het College van Burgemeester en Wet-houders van de Gemeente Kesteren te Op-keu s d en.Kesteren, 21 juni 1979.

Naar aanleiding van de door ons ontvangen plannen voorherindeling van de "Midden-Betuwe" nemen wij de vrijheidU mede te delen, dat we deze ontwikkeling op historischegronden gezien zeer betreuren. Wij menen, dat het zelf-bestuur van de door de eeuwen, lieen historisch gegroeidegemeenten niet lichtvaardig mag worden doorbroken. Hetopgaan in veel grotere eenheden doet dit inherroepelijkverdwijnen. Dit zelfbestuur is ontstaan uit de eeuwen-lang bestaan hebbende dorpspolders, welke in de Fransetijd (t 1790-1815) tot gemeenten samengevoegd zijn* Zozijn bv. Opheusden en Dodewaard, Kesteren en Lienden enandere tot gemeenten verheven met aan het hoofd eenschout of maire, met assessors als bestuurders. Rond1820 zijn dan de gemeenten Lienden, Kesteren, Dodewaarden Echteld ontstaan. Hoe deze ontstaanswijze verlopen isvergt nogal wat studie en kan hier in kort bestek nietverder op worden ingegaan.We hebben hiermede alleen maar willen aangeven, dat dehuidige bestuursvorm meer dan 150 jaar oud is en als eengoede democratie fungeert in deze leefgemeenschappen.We hopen dat Uw college zich duidelijk bewust zal zijndat dit zelfbestuur van deze, op dit moment klein ge-achte, gemeente wel dicht bij de bevolking staat en invele opzichten efficiënt en slagvaardig kan v;erken, doorkennis van en rekening te houden mot de wensen van dezeleefgemeenschappen.Het opgaan in veel grotere gemeenten betekent voor dehuidige gemeenten het verlies van hun zelfbestuur en be-langenbehartiging in eigen kring. De voorgestelde voor-delen bewegen zich ons inziens in hoofdzaak op terrei-nen, welke grotendeels door intergemeentelijke samen-werking opgelost zouden kunnen worden, zoals tot nu toe

11

Page 116: TABULA BATAVORUM 1979

in toenemende mate het geval geweest is. Hierbij hebbenwe wel begrip voor het feit, dat dit ook bezwaren in. kanhouden. De nadelen van groto ,;enheden zijn vooral ge-legen in toenemende bureaucratie en een bestuur, datveel^verder van de bevolking af gaat staan. Dus afnamevan de democratie en het zelfbestuur voor de huidigebevolking.Zou men evenwel, krachtens opdrachten van het Provin-ciaal en/)f Landsbestuurs tot herindeling moeten be-sluiten, dan lijkt het ons op historische gronden, waar-van in het voorgaande iets genoemd is, gewenst als "kern"Kesteren, Lienden, Dodewaard en Echteld bijeen te hou-den. Mede gezien de voorgeschiedenis, de aard der be-volking en de sterk overeenkomende belangengerichtheid.Aan de gemeente Maurik dient'dan de keuze gelaten teworden zich hierbij, geheel of in delen, aan te sluitenof zich aan te passen bij Buren, resp. Culemborg.Ten aanzien van Hemmen en Zetten kan zelfs overwogenworden of deze niet beter bij de hierboven genoemde kernzouden kunnen aansluiten.Dit temeer als, naar te verwach-ten valt, de gemeente Heteren zich meer naar Valburg ofEist zal richten.Met deze korte notitie willen v.'i j hieromtrent volstaan,omdat deze historisch te verdedigen valt en uiteraardook maatschappelijk. We hopen dat deze overwegingen vol-doende in de besluitvorming komen omdat ze ons inzienszwaarder wegen dan andere, welke vaak tijdgebonden zijn(vaak slechts enkele jaren spelend).De door U gevraagde suggesties voor naamgeving van denieuwe gemeente (gemeenten) op historische grondslag isnog moeilijk te verwezenlijken daar er nog geen indica-ties zijn hoe de herindeling zal gaan verlopen. Indiengewenst willen we hieraan te zijner tijd gaarne meewerken.Tenslotte is er voor ons nog een belangrijke zaak bijeventuele herindeling en dat zijn de bestaande archie-ven der onderscheidene gemeenten. Raar ons bij een eerstekennismaking gebleken is, zijn deze onvervangbaar en ookonmisbaar om de plaatselijke geschiedenis vanaf ± 1800vast te leggen. Dit klemt .des te meer daar er tot nutoe nog nauwelijks iets van voor het nageslacht beschre-ven is. In de loop der tijden is gebleken3 dat verande-ringen in bestuur vaak geleid hebben tot het verlorengaan van buitengewoon waardevolle stukken voor de plaat-

12

Page 117: TABULA BATAVORUM 1979

selijke geschiedenis. We hopen hiermee beklemtoond tehebben dat het zeer, gewenst is-de ..aanwezige archieveniii de huidige staat, apart' en toegankelijk voor studie,in de naaste omgeving op een goede en veilige plaatsop te slaan.In deze korte reactie kon slechts-summier op het om-vangrijke rapport gereageerd worden. Indien gewenstgaarne ïot nader overleg bereid.

t

Namens het "Bestuur der Historische'Kring Resteren en Omstreken,A. Dateraa, voorz. H.J.Desmet, secr.

o-o-o—o-o—o-o-o-o

OICLIOIHEEK HISTORISCHE KRING KESTEREN EN OMSTREKENNieuwe aanwinsten:

A story in words and pictures of the 32lst SliderField Artillery Battalion in World War IIBattery Pres,s,P.O,Box 3l07,Uptown otation,NashvilleTennessee 37219 1977.De Laatste RiviervissersPiet Lobregt en Johan van ÜsStichting Riviervisserij Nederland te Heerewaardenen De Walburgh Pers te Zutphen.Van Dorestadurn tot WaderloAlbert t)elahayeZundert, 1977.

» - _ ,Publiteatie nr, 37 van hrt Archivariaat "Nassau-Brabant"Albert DclahayeZundert, 1977.Pottersyuren J.angs de VechtAardewerT-T^ronrl "l Uo' liït UtrechtAnton BruynUitgave Stichting Het Nederlandse Gebruiksvoorwerp 13Langbroek, 1979.

Page 118: TABULA BATAVORUM 1979

Lunulae..M.J. Desmet-Goethals.

Vier bronzen voorwerpen, die in 1973 door de H.K.K. en O.in Maurik gevonden werden, zijn ter bestudering uitgeleendaan bcroeps-archeologen* Hieronder volst de beknopte in-houd van de resulterende studie.A.N. Zadoks - Josephus Jitta en Ant. üitteveen, Roman BronzeLunulae from the Netherlands, inj Oudheidkundige Medede-lingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, LVIII(1977), blz. 167-195 on platen 26-36.Dé auteurs bestudeerden lunulae,amuletten in de vorm vaneen halve maan (lunula=i,.:aantje) , hetzij in de vorm van eenhanger, hetzij rechtopstaand op een speld.Uitgaande van do bekende vondsten tonen zij aan welke ver-spreiding die voorwerpen kenden, door wie zij gedragen wer-den en welke betekenis eraan toegeschreven werd. De oudstevondsten dateren uit het Mesopotamië van rond 4.000 vóórChr. Geleidelijk breidde het gebruik van lunuls/e zich uitover de andere landen van het Midden-Oosten. Na 1.000vóór CLr. kv/amen ze ook in Griekenland voor en vandaarging de verspreiding steeds verder west- on noordwaarts.Aanvankelijk eerden deze soort voorwerpen alleen in ver-band met vrouwen gevonden en als symbool en stimulansvan vruchtbaarheid bleef de lunula op vrouwenbeelden enin vrouwensieraden ook later dominerend. Vanaf de 5c eni+e eeuw vóór Chr. echter kwam deze halve uaanvorm ookvoor bij jongens, Vondsten uit de vroege La Töne-periode(450-250 vóór Chr.), een periode van de Keltische bescha-ving, toonden voor het eerst tiet gebruik van lunulae aanin paardentuigen. Zo verplaatste de betekenis van de lu_nula zich tot een amulet tegen het Boze Oog, werkzaam vooriedereen, zowel voor mens als voor dier. Om goed werk-zaam te zijn moesten de uiteinden van de halve maan vrijhangend (pendant) of vrijstaand (speld) zijn. Indienanders voorkomend., bv. als hanger in de vorm van eenhalve maan ;uet de punten omhoog, zouden ze louter alssieraad te beschouwen zijn.In het Romeinse leger waren de halve-mae.nvormige amulet-ten bijzonder geliefd. Zo wer.den er zowel door de sol-daten als door hun paarden gedragen. Het materiaal ervani R bijna steeds brons, terwijl in het gebruik buiten het^ & i

14

Page 119: TABULA BATAVORUM 1979

leger ook veel goud, zilver, verguld of verzilverd brons,glas en voor kinderen zelfs hout voorkomt.Ook in de Middeleeuwen bleef het gebruik van deze amu-letvorm in voege. Uit schilderijen van de Renaissanceblijkt dat lunulae ook toen nog door paarden gedragenwerden. Nog heden zijn ze in sommige Zuid-Europese landenin gebruik voor paarden sn voor kinderen. In Engelandkomen ze nog voor in paardentuigbeslag en de auteurs-vanhet artikel brengen het gebruik van het ophangen van eenhoefijzer in verband met het halve-maanvormig amulet.Eveneens wordt vermeld, da. '.e amuletvorm bekend is inde Indiaanse traditie.Na dit algemeen overzicht stelden de auteurs een catalo-gus samen van alle in Nederland gevonden lunulae. Zijtelden er 64 en onder deze bevonden zich dus de vierbronzen lunulae van Maurik.

O—8^-GJMD—O—O-O-Q

15

Page 120: TABULA BATAVORUM 1979

Speurend langs oude stromen en burchten.H.K. Budding

Als we Resteren verlaten bij de voormalige herberg erihet koetshuis in de Nedereindsestraat, met het doel nogeens te speuren naar restanten uit het verre verleden,dan zijn we in het buurtschap Aalst onder de gemeenteLienden. We staan dan op de Sctiaapssteeg, welke weg degrens is tussen Resteren en Lienden. Zo te zien een zeeroude wég, die in het verre verleden de verbinding vormdetussen de Hoge Woerd en de Eikenburg. Als we dan langs desmidse kijken zien we daar oen laagte in de richtingvan de Rijnbandijk, waar aan de overzijde het restantvan de Oude Rijn ligt. En iets naar liet oosten ligt eenperceel grond dat vroeger de Oude Dam v.'erd genoemd. Ookligt daar de Ganzenweide.Gaan we in gedachten in de go s ch i e den-i s terug, dan ishet ons duidelijk wat hier vroeger lag en is gebeurd.Een stroom, die langs de Eikenburg liep, is daar afge_damd. Die Eikenburg moet dan wel een zeer belangrijkeplaats in de Bataafs-Romeinse geschiedenis zijn geweest.Een knooppunt eigenlijk, daar er waarschijnlijk een be-waakte rivierovergang was. Bovendien ligt het op eensteenworp afstand van de Kampen, wat ons iets zegt overstrijd of legerkarvip. Aangezien achter de Kampen destijdszeer lage of moerasachtige gronden lagen, welke zeerzeker onbegaanbaar waren3 was men voor transport ver-plicht de Schaapsteeg of de weg die dicht bij de Rijn-bandijk lag te nemen om in Aalst, Colverschoten en Lien-den te komen. Van de weg die ca, 25 m. van de Rijnbandijklag,'yond ik in 1934 restanten nabij het Iele uielewaait je, in de boomgaard, van Rijmen van Drumpt. Het magmisschien raar klinken, doch ik ben altijd van meninggeweest dat de Nedereindsestraat en vervolgens de wegover Aalst, naar ik meen Burgemeester Houtkopersweg ge-heten, vroeger een oude rivierloop was. Bij aanleg vande klinkerbestrating kou men duidelijk zien dat beidewegen meer dan een meter zijn opgehoogd. Ook kan men hieren daar duidelijk zien, dat de naastliggende grondenveel hoger liggen dan bedoelde wegen. Het is voor mijduidelijk, dat in de omgeving van de Eikenburg wel watverborgen ligt.

16

Page 121: TABULA BATAVORUM 1979

We vervolgen de weg in de richting Lienden en passereneen bord "De Boutenburg". Dat de eigenaar van dit per-ceel grond de historie eer aandoets deed me goed, wantde naam komt regelrecht uit het verre verleden. Weer eenrivierovergang, welke naam een burcht aan een rechterivier of beek zou kunnen: betekenen. Om welke redenenhistorici deze beide belangrijke punten botweg hebbenovergeslagen kan ik niet begrijpen. Is het misschienomdat men bij de Eikenburg het spoor kwijt was?Nabij de Haar had deze stroom verbinding met de Leygraafen voerde zo naar Lienden. Daar komen we later op terug.Rest nog de vraag hoe de naam van deze stroom was. Yvashet de Nabalia? Wie het weet mag het zeggen. Vel weet ikzeker dat de familie Peters gerust mag dromen dat zij opbelangrijke historische grond woont. Wie weet wat daarnog voor de dag komt.Speurend door Lienden.Lienden bestaat uit de oude heerlijkheid "ter Linden",h-et dorp Ingen (gewijd aan de Germaanse god Ing?)en eenflink aantal buurtschappen. Het is een zeer vriendelijkeplaats in onze Betuwes met veel eenvoudige en hardwer-kende mensen. We hebben er zo'n week rondgezworven, menigpraatje gemaakt, doch we-zijn er erg weinig wijzer ge-worden. Het is niet dat de mensen zich niet interesserenvoor de .historie, dat heus wel, doch mijns inziens zijnvele dingen in het vergeetboek geraakt door onwetendheid.De heer H. van Tongeren, die destijds graafmachinist wasvoor de steenfabriek Ten Cate in de Mars, vertelde mijenige dingen die noemenswaard waren. Hij groef boomstam-men uit, die op het moment van uitgraving steenhard warenen wat later als poeder uiteen vielen. Ook werden daartamelijk grote keien en rood zand in de bodem gevonden.Ook heeft men daar een vrij gave en grote urn gevonden,die door de directeur, de heer Van Dongen, is meegenomen.Het is wel een raadsel hoe deze urn daar terecht is ge-komen. Hogelijk lag de Utrechtse heuvelrug vroeger watmeer naar het zuiden en zou crëze tot rolgoed behoren,Daar in de toekomst in dit gebied heel wat wordt afge-graven, lijkt het mij de moeite waard, de Mars goed inde gaten te houden. Ook op de Tollewaard, in de volks-mond ."de, beneejeste ove", is met het zandzuigen een Ro-meinse munt en scherfgoed gevonden. De munt is door de

17

Page 122: TABULA BATAVORUM 1979

fabrieksbaas verkocht. Ik heb nog geprobeerd wat scherf-goed te zoeken, doch het was niet meer te achterhalen.Fietsend over de Rijnbandijk zien we, dat Lienden velewielen telt en ruimschoots zijn deel heeft gehad vanoverstromingen. Er is daar nog een streek binnendijks,die men de Kleine Heerlijkheid noemt. Aan het einde vande Beemdsestraat staat een bordje "Rijndijk". Mijns in-ziens een vergissing, daar dit deel duidelijk bij deRijnbandijk hoort. Weinig glorie is er over van Verhuyeenen Aspremonde. Er staan nog wat boerderijen en een dijk-omlegging vertelt ons waar eerlang het kerkje stond, datvolgens overlevering grotendeels met klokken en al inhet door overstroming ontstane wiel verdween. Het wielheeft er de naam UCLokkenwaai aan overgehouden. Ook deafrit naar het veer van Remmerden is er nog.Bij het Haagje zijn we over de Bonté Morgen gereden.Het is een smalle lange straat met aan weerszijden hui-zen en een geheel aparte gemeenschap. Veel van deze men-sen werkten vroeger op de steenovens. Ik had zo het idee,dat in vroeger eeuwen hier de slaven van de HeerlijkheidAspremonde gewoond hebben. \'.'e passeren een flinke wetering,die naar men vertelt het overtollige water uit de Marskan afvoeren. Dan zijn we in de 'Lange Wei s waar ookeen rijtje huizen staat. Weer een gemeenschapje apart.Wat verder op komen we een rare naam tegen: ie Somberg,De betekenis hiervan ontgaat me, daar ik geen berg ofheuvel zie. Doch misschien heeft het iets te maken metde Hogebrink, waarlangs lang geleden een riviertjestroomde. De Hogebrinksestraat ligt geheel in een dal.De naam is dus verkeerd gekozen.In de Brinkstraat wordt het moeilijker die stroom tevolgen, daar in perceel 31» bewoond door de heer B.Albers,eertijds een panoven was. Aan weerszijden van dit perceelvonden afgravingen plaats. In welke tijd hier dakpannenwerden gemaakt kon hij me niet vertellen. In 1939 is deBrinkstraat door militairen flink opgehoogd} dus wasde'ze straat een vervolg van de stroom als bedoeld in deHogebrinksestraat, die naar de rivierendelta bij de Haarliep. Of deze stroom dicht bij het gemeentehuis verbin-ding had met de Nagraaf kan ik U niet met zekerheid ver-tellen, doch gezien de situatie vermoed ik van wel. Eenzuidelijke splitsing liep naar het dal van Meerten. Deze

18

Page 123: TABULA BATAVORUM 1979

oude beek is al omschreven door de heer Schoemaker inons jubileumnurmaer van 1977 en kan zonder enige moeitegevonden worden bij de Baron van Brakellweg. Daar heb iknog even gesproken met de heer Van Beusichem, die mijvertelde dat hij op de oliemolen woonde. Op de boerderijprecies tegenover de Burgheuvel. Hij kon mij evenwel nietvertellen of er ooit een molen stond en olie werd ge-slagen. De Brink bij de kerk is een vrij hoge en oudestroomrug. Het is een gezellig en vriendelijk pleintje,waar de voetsporen va.n ue Heren te Linden en ter Lee degrond hebben gedrukt. Het moet al zeer vroeg in onze ge-schiedenis bewoning gekend hebben. Daar staande dacht ik,Lienden duizend jaar, kom nou! Ik vind het erg jammerdat ik U weinig kan vertellen over de heersers van Lien-den. Ook niet waar hun kasteel op deze stroomrug stonden evenmin waar ze een laatste rustplaats hebben.We kijken nog wat rond bij de kerk, waar men met herstel-werk bezig is. Oude graven zie ik niet meer. Waar zijnze gebleven? Wel zien we dat er kiezel om de kerk is ge-strooid. De voorvaderen van Lienden zijn dus voor eeuwiggestenigd. Ik moet op dit moment even denken aan eenstukje, dat ik eens las in een oud boek. "In de Bethev 'werden de Aedelheydt en de Reycken begraefen ondersercken of in de kercken, soodat wolven hunne leyckenniet en souden plunderen. Ut arme volck werd derhalveniet aen de syde der verheefen luyden toegelaeten of be_graf f en. In leeven werden deze luyden geschouvvdt alsLuysen". Hiermee werd natuurlijk het arme volk bedoeld.Lienden heeft 'zeer zeker wel en wee gekend.We hebben ook het buurtschap Meerten opgezocht, waar weonderweg de mooie naam "Gildeland" tegenkwamen. Naar ikmeen was er vroeger in deze omgeving een plek of straat,die "de Griebuc" werd genoemd. Als we de Achterstraatinrijden, zien we de kapitale villa van de fam. Zaayer,die voorheen een school was, gesticht door de baronesseVan Brakell. Dan naderen we ;'cten Eng" en Ommeren. Het isde moeite waard om het. landhuis alleen van buiten te be-kijken. Even zijn we in het bos aan de andere zijde vande Provinciale weg geweest, waar de baron en zijn echt-genote rusten in een door water omgeven begraafplaats.Ook zijn lievelingshond zou hier begraven zijn. Duide-lijk stond hier de tijd stil.Aan de Hoofdstraat van Ommeren ademt men duidelijk de

19

Page 124: TABULA BATAVORUM 1979

sfeer der Bataafse geschiedenis. Doch men moet de Asch-heuvel en Kroonheuvel wel zoeken. Het zou heus geen schan-de zijn orn daar eens nette oorden met opschriften neer tezetten. Voor onze verre voorouders waren het immers hei-lige plaatsen. Er is zelfs een goede mogelijkheid, datJulius Civilis daar als Batavenhoofdman werd gekroond.Waar in het oude Batavenland vindt men nog meer kroon-heuvels? Ik heb me wel eens geërgerd aan historici, dievernederend over de Bataven schreven. Aan de hand van demij beschikbare gegevens wil ik proberen, dit in een an-der licht te stellen.V'?o zijn door Ommerenveld gereden en zagen daar een paareigenaardige terpen. Geheel afgezonderd liggen hier debuurtschappen Spilbergen en Hoogmeien. Ook spreekt menin deze omgeving over de Blauwe Kamp en Echteldse Kamp.Het heeft mijns inziens te maken wet gras- of hooiland.Men vindt daar een zalige rust.Wat mij is opgevallen, is dat in Lienden nogal wat mensenwonen, die streekg-ebonden achternamen hebben. Het is. on-mogelijk om alle te noemen, doch ik wil volstaan met devolgende namen: van Linden, van Lienden, van Meerten,van Ommeren en van Ingen. In Ingen vond ik de oude Bataaf,se naam "de Ganzert".Historie of niet, het is de moeite waard eens langs dedoor mij genoemde buurtschappen te fietsen, ik kan ze Uwarm aanbevelen.

'Aawe humor. ,»fKees Goochëm stond in de' elleworswinkël van Jennëk'^,un 'winkel die j der nouw niej meer is, en bestelde un zwarte' >,pet. Jennëkë gedienstig as altijd, vroeg welke mot of !

(ta tie ha. ',"Mar mina"» zeej Kees, nda witte toch onderhaand wel} '(das Jönus toch.'T; '.Jennëkë hél moe j te urn der gè'zich in plooj té' haavvë. Toe ze1,dër achter was welke petmöt tiej ha, leej ze un stuk of{v-él zwarte pettë vur urn neer. s

Kees stond efkus te twijfels en vroeg toe:"Hedaë niej'iets donkërdërs as Zwart?:i 'l S

Page 125: TABULA BATAVORUM 1979

HET LAATSTE NIEUWS OVER .HET GRAFVELD AAN DEMftURIKSÈSTRAAT. TE ZOELEN.

In ons artikel in d•; Tabula van september j.l. beloofdenwij, U op cie hoogte te houden van nieuwe ontdekkingenbetreffende het 'grafveld te Zoelen. Het eerste nieuwskunnen wij U nu reeds melden!Zaterdag 29 september was onze Kring gastheer bij de na- -jaarsexcursie van de Archeologische Werkgemeenschap Ne_deri'and. Een 70-tal A.Vu'.N. JLedun werd in de Betuwe eengevarieerd programma getoden.en één van de onderdelen vandat programma was een bezoek aan een kleine tentoonstel-ling, ingericht dooi de werkgroep archeologie en door dewerkgroepen streekgeschiedenis van onze Kring.Op die tentoonstelling had de werkgroep archeologie, zo-als gebruikelijk, een aparte opstelling gewijd aan "delaatste vondst", Dat was ditmaal het grafveld en op eentafeltje stond de kundig door Bob Wigcherink gerestau-reerde inkeemse pot uit graf 2, geflankeerd door hetT.S.-bord uit graf , d.e: fibula uit graf en 2 fragmen-ten van potten uit de graven 9 &n 12.Het was ket A.WoN. -hoofdbestuurslid Drs. A.Peddemorsdie ons erop opmerkzaam maakte, dat de bodemfragmentenvan de graven 9 en 1.2 uit de Bronstijd stamden.Dat betekent, dat pp dit grafveld, waar wij dateerbare2e-eeuwse voorwerpen aantroffen, eveneens voorwerpen ge- .vonaen zijn die circa 1;00 jaren ouder zijn.De betreffende bodemfragmenten zijn door ons gevondenin h.et zand, veel dieper dus dan vele andere voorwerpendie in de klei op het. zand gevonden zijn. In de pottenbevonden zich crcuatieresten en op het zand vlak bij depotten vonden we restanten van lijkbegravingen. Door denieuwe datering \an de fragmenten zijn al deze merkwaar-digheden au te vorklaren.Dat er in de Bronstijd bewoning in de omgeving van hetgrafveld geweest is wisten wij reeds uit vondsten op deBeldert, de Hevel en Zoelen-Kanaalverbredirig.Het vorenstaande overziende moeten wij constateren, dathet toch wel bijzonder jammer is, dat de R.O.B, het graf-veld niet volledig onderzocht heeft, maar het onderzoekbeperkte tot het vastleggen van de verkleuringen, die degreppels in het zanc. achterlieten.

21

Page 126: TABULA BATAVORUM 1979

Waarschijnlijk zijn de antwoorden op een groot aantalvragen verdwenen in de dijken op Terschelling.Resteren oktober 1979- • J.J. Jager '

o-o-o-o-o-o

Ter gelegenheid van zijn driehonderdjarige sterfdag zal in.zijn huis,nu het Koninklijk Kabinet van Schilderijen,Mauritshuis,een grote tentoonstelling worden gehouden overJohan Maurits van Nassau-Siegen(1604—1679),een-van deboeiendste figuren uit Nederlands verleden.Op de tentoonstelling,gewijd aan deze veelzijdige en kleur-rijke figuur,zullen naast schilderijen moer dan tweehonderdobjecten worden getoond,zoals tapijten,bealden,prenten,te-keningen, zilver, kaar 'een, planten en opgezette dieren,afkomstig uit verzamelingen in Europa,Amerika en Brazilië.Een grote rijkdom nan materiaal maakt de bezoeker duidelijkwat deze nieuwe en bizarre wereld van Nederlands koloniein ürazilië onder het goeverneurschap van iv1auritsndeBraziliaan"voor onze voorouders in de 17e enuw heeftbetekend.Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt een rijkgeïllustreerde catalogus met 120 zwart-wit afbeeldingen en20 kleurafbeeldingen a f 25,-,Daarnaast verschijnt een wetenschappelijke essay-bundelvan 500 pagina's met 200 afbeeldingen,waarin 1ü bijdragenvan internationaal bekende deskundigen uit binnen- en bui-tenland zijn opgenomen,onder de titel"Johan-Mauriits VanNassau-8iegen,n humanist Prince in Europe and Brazil".Mauritshuis,Den Haag.OpeningstijdenDagelijks ven 10.00 tot 17.00 uurWoensdag van 10.00 tot 21.00 uurZondeg vran 11.00 tot 17.00 uurToegangsprijsf 5,- voor personen tussen 13 en SS jv.arf 3,- voor personen in groepenf 2,~ voor houders van kaarten on voor personen beneden 18of boven de 35,

22

Page 127: TABULA BATAVORUM 1979

DE MOLEN VAN BETEREN.Ook ditmaal ontvingen wij van de heer Th. Escers te He-te-ren enkele belangwekkende transcripties, ditmaal betreffendede molen te Heteren. Hieronder volgen zij, zo mogelijkin chronologische volgorde.Op heederi den 25 October 1?1? is tusschen den Heer Wilhelmde Reet, raedt van Haer Hooghgraeffelicke Excellentie deregeerende Gravinne tot den Bergh, op approbatie vanHooghgemelte Heer Excellentie, en jonan Draack molenmees-ter overcommen en veraccordeert, dat soo rasch mogelijckhij molenmeester sal opsijne kosten optimmeren eenennieuwen molen tot Heteren, het hout aldaer uijt het watermet eijgen touwen en gereetschap op de wagens helpen,den ouden molen uijtter een doen, Haer Excellentie salhet hout vierkant gehouwen op de moleplaets leveren.Dat hout dat van den ouden molen nogh gebruijckt kanworden, sal op kosten van Haére Excellentie worden ge„saaght;Dat verder hout van den ouden molen blijfft tot proffijtvan .Haere Excellentie, de spaenen sal den molenmeestertot brant mogen gebruljcken, en niet daermede connendetoekommen, sal verneren branthout bij Haere Excellentieversorgt worden;En voor voorseijden arbeijt betaalt worden, aenden mo-lenmeester eens.eene somme van vier hondert ses en veer-tigh gulden Hollants halff te betalen prima Januarie 1?18,ende de andere halffscheijt soodrae als den molen salsijn opgenomen en gepresenteert.IJserwerck en nagels blijfft tot laste van Haere Excel-lentie.In teicken der waerheijt sijri hiervan gemaeckt en ge-teickent twee gelijck luijdende accoorden.S5 Herenbergh, dato als boven,Jan Draeck. wilhelm de RaedtWij Leopoldine regerende Gravinne tot den Bergh Marck_gravinne tot Bergh op Zoom.Gesien bovenstaende .accoort approberen en ratificeren .hetselve in alle deelen,Gedaan op Slot S, Heerenbergh, den 25 October 1?1?.

Leopoldina.Dit moet hierblieven en het aendere aan Jan Draeck gegevenwórden. 23

Page 128: TABULA BATAVORUM 1979

Conditie van den Heterschen Koorn en Windmoolen.1. Den Panter zal bij aanvank van de moolen gehouden zijnaan ,t Hoog Graeffelick Huijs te vergoeden de moolenstee-nen die door kenners gemeeten zullen worden, en zal voorijder duim zoo wel van leggen als loopen betaalen agtDaalder Hollants zonder korting der pagtpenningen, ge-lijk meede zal moeten vergoeden alle zeijleri, touwen,staven 3 handboorn, billen,, en , t geen verder den af gaandenmolenaar in eijgendom toebehoord tot taxatie van onpar-tijdige des verstaande.2. Den Pagter zal den moolen in goede agtinge neemen metdecken smeeren als andersints op zijne kosten, en na ex_piratie der pagtjaaren wederom leeveren in zulken staatals hij dezelve aanvaardt heuft, ten welken einde de moo_leri door des verstand hebbende opgenomen s en van haeregelegenheid notitie gemaakt zal worden en zal de verbe-tering zo wel die door de oude pagters gedaan is, alsook dit de nieuwe pagters zouden moogen doen bij de vol-gende nieuwe pagter vergoedt worden.~j>. Den Pagter zal op zijne kosten doen alle reparatieaan ,t gaande werk, en voorts wat noodig is te repareerenzoo onder de agt gulden een ijder stuk gereekent moetendoen, zonder iets daarvoor aan de pagtpenning te sioogenkorten, maar aangaande de swaere reparatie ,t noodig houtdoor ,t Hoog Graeffelick Huis Bergh op den Rhijn tegens-over de moolen, alwaar men ,t best kan aanlanden wordenbesorgt ,t geen alsdan door den pagter op zijne kostenonder de moolen zal worden gebragt, ook de moolen lassenen alle het hout dat tot V-.'aageningen Arnhem off omtrentHeeteren vjord gekogt op zijne kosten haaien en onder demoolen brengen, en zal daar en booven ook de timmerliedenin kost en drank behoorlijk verpleegen, sullende ,t HoogGraeffelick Huis bij dusdaane swaare reparatie ,t daag-loon aan de Umnerlieden betaalen.k» vVegens stilstand der moolen zal den pagter geene kor-ting mogen pretendeeren en zal pagter aangaande de repa-ratie van ?t huis sig moeten gedragen na inhoud van deGeneraale voorwaarden op heeden alhier verleesen.5. Den pagter zal wel sorge dragen dat de gemeente onderzijn gemaal resorteerende wel word gereevun en zal vanalle graanen ,t sestiende vat voor Molser profiteeren.

24

Page 129: TABULA BATAVORUM 1979

6. Pagter zal zelfs niet booven bij het kaar moagen staanveel minder scheppen maar daartoe eenen goeden knegt totgerief van de gemeente houden die alvoorens zijnen eedvan wel en getrouwelijk te zullen handelen zal hebben tepresteeren ter plaatse alwaar ,t Hoog Graeffelick Huiszulx zal goedvinden en verkiesen.7. Pagter zal zijn beloofden pagt promtelijk en precisemoeten betaalen in vier termijnen, te weeten t,ellekensna omloop van drij maanden off vierendeel jaars met gul-dens a 20 stuiver, dog in val zulx niet precise mogt wor-den geobserveerdt zo zal pagter naar omloop van een jaarniet alleen gefrusteert zijn van zijn pagtrecht aan demoolen, zonderling zal ook als dan de gulden met 22 stui-ver moeten betaalen, verblijvende de verponding tot las-ten en voor reekening van ,t Hoog Graeffelick Huis Bergh.8. fial den pagter sig in allen deelen hebben te gedragenna den inhoud van de Grae.ffelic.ken voorwaarden in zooverre dezelve alhier applicabel en.niet veranderd zijn.Na dat de voorschreven conditien beneffene de generaalevoorwaarden de pagteren van woort tot woort waren voor-geleesen, zo heeft Jan van Heumen de voornoemde moolenwederom de novo ingepagt.

Controle °P molengereetschap.Op de roeden is bevonden 12 banden en 12 bouten achtienhensels aen de corden een kettingh aen de seijl, elf bil-len met het geene daer aengedragen worden-, een hantboomen een kous v de kettingh aen praem met het hael, de ket_'tingh aan het windass. Vier banden aan het runsel 3 boutendoor het ruutsel, de caebel, de r.oider, die binnen enbuijten touw, boogfa holt met twee beijtels, twee strijken,de kettingh aan de teersDe moffterkist kamen en staevenDit boven staende moolen gereetschap opgenomen doormeester Jan Leendert Sweringh en Evert Wieghman.Samt in mijn presentie

Rutger Lippis.

25.

Page 130: TABULA BATAVORUM 1979

Separatie aan het mo^lj5naarjsjauijs_J;_e^Heteren.

51 Huijs bij de Heterse molm een aenmerkelijke repara-tie nodig hebbende is, voorbehoudens d approbatie vanHare Doorluchtichh >it geconvenieert, dat den pagter vanHeumen alle materialien kalk steen houdt en v/at verdersdaertoe nodig sonder uitsondering bijhalen selfts bekos-tige en all ,t arbeijtsloon soude betalen, alles soo enin diervoegen als thans affgesproken en den opsigter overde timmeragie'n bekent, alleen uijtgesondert ik sporenaght ribben vier vensters en een deurraem, hier voor egtersonder verven en glasen, waertegen item de pagtjaren naexpiratie deser lopende nog voor 6 jaren sullen wordeverlengt tegen betaling van 5t teijtgeld en schrijffgelden prestatie van minen borgen ter genoegen van den tijde-lijken rentmeester.Specificatie van , t gene dat aen de reparatie manqueerten dat heel noodtsakelijck is.Voor eerst een nuewe paerde krib met drie joffers lanckijder dartigh voedt.Noch een planketsel voor de put meden rinck daer bovennu wordt bevonden dat de roede, inde kleijne bergh allevijf nij moeten wesen wandt de oude den arbeijdt nietwaerdt zijn.Noch moeten beijde de bergen ande een zijde van ,t huijsende scimer nij gedeckt worden waer toe tenminsten nodighzijn vijf en dartigh vimmen dack.Waer voor ick ondergeschreveri belove ijder vim te leve-ren voor vier gulden.De deckers komen te vorderen van ijder vim te deckeneene gulde. En ,t Duijsent teen te leveren voor eenegulde, en hondert bantgarde eene gulde.Ick ondergeschrevene versoecke van de Heere Regente vanzijn Graavelijcke Exalentie Heere Grave tot den Berge.Dat sulekx magh geschiede wandt dit alles heel nootsake-lijck is tot voordeel van zijn Exelentie.Verwacht hier van schriftelijck antwoort.Eist, den 5 Juli;} 1?2?.

Jan Hoogveldt

Page 131: TABULA BATAVORUM 1979

Bijdragen tot de .geschiedenis, van .Koteren.II. Oude namen (slot). Ir. F.v. d.Westeririgh., Heteren..6. Mogelijke naarosvorkiaringGn.a. Het Harken."Het Harken" is vermoedelijk hetzelfde als.Het Haerken ="kleine Haar". Oorspronkelijk was dit een bezitting vanhet O.L. Vrouwe Vikarie te Driel. Het Huis Bergh bezat teHeteren ook de Hair_tienden. Verder werd er in de 15deeeuw ook van een Haar^weg gesproken.h. Rode Toren. 'Indien ':de Rode 'J'oren!( hetzelfde is als h.et veel oudere.".Rotkem (= rot_hem; rot = rooien, kern = nederzetting),dan zou Rode Toren weieens een verbastering kunnen zijnvan "Rothem's Toren" oftewel de Toren (het kasteel) vanRot k-e m". ,c. Boveneind.Het "Boveneind" als een soort buurschap is afgeleid van -;teind" en "boven"_aan, d.w.z. aan de grens van en stroom-.,opwaarts gelegen van het dorpsgebied. Er zijn ook dorpen'die een benedeneind kennen. Zo heeft Resteren nog steedsde Boveneindsestraat en de Nedereindsestraat.d. Bj-nnenveld. •Met "het Binnenveld" werd vermoedelijk dat gedeelte van .het veld aangeduid dat binnen de haardijk of -weg of erf-straat lag. Het Binnenveld lag dus vlakbij het dorp enkon als cultuurland blijvend gebruikt worden.e. '_t_Hq£f.Het is waarschijnlijk dat " 't Hoff" eeuwenlang een- soortbestuurscentrum geweest is3 waar ondermeer de scholt(= schout) woonde. In elk geval ifa het epn belangrijk goedgeweest binnen cl<- bezittingen van het- klooster van Renkum.In p.a. de 17de eeuw woonde hi.er het geslacht Van Cruchten,waaruit verschillende sch.ql.tcn van Heteren voortkwamen'.Het Hof f heeft zeer waarschijnlijk niets te maken met" deHof van Heteren. . . •<• 'f. SteenkuilL. : :

t . . ' ' . ' . • . 'Met "Ste.enkui.l" werde:n op veel plaatsen in Nederland deplekken aangeduid waar land afgegraven was ("kuil") ten

27

Page 132: TABULA BATAVORUM 1979

behoeve van het bakken van stenen. Hierbij behoeft nietc'iirekt aan een steenfabriek, g'cdacht te \.vordens maar kanook aan een veldoven voorden gtedachtj waarin stenen ge-bakken werden voor een s t en* en gebouw. Gezien de ligging'van 'dé Steenkuil zouden hiervoor in aanmerking kunnenkomen: het ïüijburg, de Molen of de Molenbouwing of even-tueel het Hof f. : . .g. u& 'Ontij.Vermoedelijk is de naam "de Ontij" oorspronkelijk hetland geweest van Arien Ontij t, die in 1602 genoemd wordt.Het^. land van hem begrensde noordwaarts de Beerad.h . N_i euv/lajldjsbpuwing .De:tNieuwlandsbouwing" behoorde vermoedelijk oorspronke-lijk tot een bbuwing van ruim 30 morgen van het geslachtIngen Nulandt, welk bezit zeer lang steeds samen met deFles vermeld wordt. Nadat dit gebied, en de- Fles beideverkocht waren, heeft men deze bouwing kennelijk aange-duid als de "Nulandts-bouwing" , oftewel verbasterd tot"de -Niomvlandsbouwing". .-"-* Maas se n o o om"Maassenboomgaard;i was oorspronkelijk de boomgat^rd vanAlard Verrnaessen, gelegen aan de schaardijk. (Meerdereperceelsnamcn zijn ai"'geleid van vroegere eigenaars).j . polder s traat .De "Polderstraat" is afgeleid van ;;de poli; en niet van"polder". Vroeger word het ook \.:ol alc Pollerstraat ge-schreven. Het is het ..odeelte van de huidige Polderstraatdat vanaf het dorp in zuidelijke richting naar het Weer-,broek loopt. Het west-oost lopende gedeelte van de tegen-woordige Polderstraat werd vroeger ook \vel air; Kruisstraataangeduid.k. Bo'terhpeksj3_straat_._Het gedeelte van de "Achtorstraat" ctat vanaf de (voormalige)driesprong in Heteren in westelijke richting haar 3and_wijk loopt, v.iord ma de oorlog omgedoopt tot "BOterhoek-sestraat", genoemd 'naar de eraan gelegen boerderij "deBOterhoek". De "Achterstraat" heette ondermeer in de'18'd-e eeuw ook wel TiErf straat". Hoogstwaarschijnlijk isde Er f straat dezelfde straat als de "Haarweg". of "Haar-dijk", die al in de 15de; eeuw genoemc1 werd. 28

Page 133: TABULA BATAVORUM 1979

In de naamsverandering van deze straat van Haar^weg naarErf -straat, vervolgens naar Acht er -straat" en tenslottenaar Boterhoekse -straat ligt een stukje cultuurhistorieopgesloten. . . .

De "Dorpsstraat" is het oostelijke deel van het OnzeLievevrouwestraat je. Het westelijke gedeelte van dezedoorgaande straat onderlangs de dijk draagt nog steeds denaam Onze Lieve Vrouwe-Straat. "•ra. Kas t an j e l aan . ,Oorspronkelijk heette de gehele (oude) dijk "Vluchtheu-vel". 'De naam Vluchtheuvel is vermoedelijk in gebruik ge-komen nadat in de vorige eeuw de nieuwe en: hogere zgn,groene dijk aangelegd werd. De oude dijk, die vanaf toengeen bandijk meer was, zal bij de vele overstromingen,vooral in het begin van de 19e eeuw, dikwijls een vlucht-heuvel voor mens en vee geweest zijn. Toen deze dijk, diegeen waterkerende functie meer heeft,, met kastanjebomenbeplant werd en begroeid raakte, (wat nooit bij een water-kerende dijk toegestaan zou zijn), is de naam Kastanjelaaningevoerd. . .Het is te betreuren, dat na de laatste oorlog in elk gevalvoor het gedeelte bij de Hervormde Kerk en bij. het huis"De Vluchtheuvel" niet de naam Vluchtheuvel behouden ge-bleven is.n. Buidelmaker.Een mogelijke naamsverklaring is, dat deze weilanden goedland waren, dat de buidel "maakte"of vulde.o. p_e_, Stee_g_.De naam "de Steeg" wordt zowel voor een oude boerderijmet land als voor de weg vanaf de dijk ernaar toe ge-bruikt. Oorspronkelijk was een steeg een weg die iets 'opliep (stijgen, steeg). Voor deze weg van de boerderijnaar de dijk met een op- en afrit is de naarn dus zeertoepasselijk. De boerderij ligt ook iets ho^er dan deomgeving.p. Haantjes.De benaming "de Haantjes" voor een boerderij, nu woonhuis,is ontstaan doordat v')or het huis enkele struiken ston-den die in de vorm van "haantjes" geknipt waren. Tot na delaatste oorlog sierden deze haantjes de voortuin.

Page 134: TABULA BATAVORUM 1979

q. Uilenburg.Over het ontstaan van Mde Uilenburg" en de betekenis vandie naam is reinig bekend. Het is vrijwel zokers gelet opde namen van enige eigenaars, dat het oorspronkelijk be-hoord heeft tot de Rode Toren.In 16 9 heeft Rutger Roelofsen in pacht van de Jonker vanUlft "een halve bouwinge genaerat de Uijlenburch groot om-trent 32 niergen, Jaerlicx volgens huercedul voor 300 gul-den. Een beschrijving in een vordering uit 1695 --- zieelders in dit nummer van de Tabula --- geeft ons een aar-dig beeld hoe de gebouwen van deze bouwing eruit gezienmoeten hebben.Van der Aa schrijft in de vorige eeuw (18 8) het volgendeover de Uilenburg: voormalig kasteel (?) in de Over_Betuwe, -J uur gaans oostelijk van Heteren» Ter plaatsewaar het gestaan heeft, ziet men thans eene daglooners-woning, terwijl de daartoe behoorende gronden eene opper-vlakte beslaan van l bunder, 70 vierkante roeden en 10vierkante ellen."In een volgende aflevering van Tabula Eatavorum zal opverschillende uitgangen van perceelsnarnen, zoals -waard,-veld, -broek enz. ingegaan worden.Bronnen.De voornaamste bronnen, v/aarin de meeste oude namen ende ligging der diverse percelen zijn gevonden, wordenhieronder vermeld. Behalve uit deze geschriften zijn uitniet vermelde bronnen eveneens gegevens geput.Een perceelsnamonkaart van de voormalige dorpspolder He-teren, berustend op gegevens van de Stichting voor Bodem-kartering en- aangevuld met eigen ^egeveiis, zal t.z.t. af-gestaan worden aan het archief van de Historische KringRestore».1. Registers op de leenaktenbocken van het VorstendomGelre en de Graafschap Zutphen.Eveneens de registers van andere lenen in Gelderland.2. Qouire vande rncrgentalen,, landen onde goederen liggendein het kercpel van Heteren ..... (16 9)-3. Staet der Geestelicke goederen des NijmechschenQuarthiers .... (1602).

30

Page 135: TABULA BATAVORUM 1979

*f. Enkele delen van de Bijdragen .en' Mededelingen Gelre(o. a. de artikelen van Dr. Maris over. de Sint, Werenfrieds-kerk te Eist (1954) en de Genealogische Staten over IngenNulandt (1958).5. Rechterlijke Archief van Ovor-Betuwe; Vrijwilligerechtspraak, Protokollen van Bezwaar van Heteren.

N.B. redaktie: Het eerste deel van dit artikel verscheenin de Tabula, lle jaargang, nummer l, april 1979»

o-o-o-o+++^-+*++++++H-++++**44-+HH--l4++++++-!-++++++^

Catalogus bibliotheekVoor de belangstellenden ligt er een .'eenvoudige catalogus wamde bibliotheek van de H. K. K. en ü. gerend.Een kattebelletje of telefoontje, naar fite penningmeester i'svoldoende om U van oen exemplaar te vcrzeksren.

+

Op zaterdag 3 november toog een twintigtal leden en belang-stellenden naar Leiden,Om 11 uur ontmoetten de deelnemers elkaar bij heft Leidse station om na een kopje koffie gezamenlijk naar de Lakenhal tewandelen.Dit museum bleek voor de mees ten een aangename verrassing. Detijd bleek wat kort om alles in ogenschouw te nemen.Waarschijnlijk was dit echter een' voordeel omdat de groepfe middags een uitgebreide rondleiding in het rijksmuseumvoor oudhedöm .wachtte .Na de lunch volgde de hoofdmoot van deze museumdag.Do hoer L.P.Louwe Kooymans, conservator aan bovengenoemdmuseum en zeker gc3en onbekende voor de regelmatige bazoekersvan onze lezingen nam ei1 ruim de tijd voor om ons te over-tuigen van het rijke bezit aan historische en vooral ar-cheologische collecties. Vooral de Nehellenniazaal bleekuiterst boeiend. Daarnaast werd vnel aandacht besteed aanvergelijkingsmateriaal uit Steen-, Brons- en Ijzertijddoor- de ' amateur-archeologen ondar ons.Pas ttegon sluitingstijd namen wij afscheid van do heerLouwe Kooymnns. o— Q-O-O-O-O-O 31

Page 136: TABULA BATAVORUM 1979

ffafl.z. 1 Titelblad" 2 Samenstelling bestuur" 3 Geachte jubilaris" 5 Leervandsten uit Vechten

.C. van Driel-Murray" 11 Gemeentelijke herindeling

Reo.ctie bestuur11 13 Nieuwe aanwinsten bibliotheek H.K.K, en 0." 14 LLunulae

--: ., M. J.Desmet-Goethals16. Speurend langs oude stromen en burchten

H.K.Budding" 21 Het laatste nieuws over het grafveld aan de

MauriksBstraat te ZoelenJ.J.Jager

" 22 Zo wijd do wereld strektAankondiging Mauritshuis

" 23 De molen van HcterenTh.Essers

" 27 Bijdragen tot de geschiedenis van HeterenW.v.d.Westeringh

" 31 Diverse mededelingen" 32 Inhoud

32