Symphonic Cinema - Concertgebouw · 2020. 7. 10. · Stravinsky verschillende nationaliteiten heeft...

18
lesmateriaal De vuurvogel project voor bovenbouw VMBO-HAVO - VWO Symphonic Cinema

Transcript of Symphonic Cinema - Concertgebouw · 2020. 7. 10. · Stravinsky verschillende nationaliteiten heeft...

  • lesm

    ater

    iaal

    De vuurvogel

    project voor bovenbouw VMBO-HAVO - VWO

    Symphonic Cinema

  • De educatieprojecten van Het Koninklijk Concertgebouw worden mede mogelijk gemaakt door VSBfonds, Stichting Thurkowfonds, Vandenbroek Foundation, Prins Bernhard Cultuurfonds, SNS Reaal Fonds, Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    1

    Inhoud

    Voorwoord ..................................................................................................................................... 2

    Inleiding ......................................................................................................................................... 3

    Geluidsfragmenten en filmpjes ....................................................................................................... 4

    Les 1: Stravinsky en zijn Vuurvogel ................................................................................................. 5

    Les 2: Het symfonieorkest .............................................................................................................. 8

    Les 3: Symphonic Cinema ............................................................................................................. 10

    Extra opdrachten .......................................................................................................................... 12

    Les 4: Zing of speel zelf! ................................................................................................................ 13

    Les 5: Zing zelf! ............................................................................................................................. 14

    Les 6: Zing en speel zelf! ............................................................................................................... 15

    Verwerkingsles ............................................................................................................................. 16

    Bijlagen ........................................................................................................................................ 13

    Bladmuziek .................................................................................................................................. 14

  • 2

    Voorwoord

    Symphonic Cinema is een filmgenre dat in 2007 werd geïntroduceerd

    door filmregisseur Lucas van Woerkum. Dit filmgenre vertaalt de

    verhalen in klassieke en hedendaagse orkest- of kamermuziek naar

    filmscenario’s. Een Symphonic Cinemafilm wordt synchroon met de

    live uitgevoerde muziek vertoond. Zittend in het symfonieorkest

    stuurt regisseur Van Woerkum de filmbeelden aan vanaf een iPad met

    speciaal ontwikkelde software. Tijdens het Symphonic Cinema CKV-

    project De Vuurvogel in Het Koninklijk Concertgebouw wordt de film

    begeleid door het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding

    van Pablo González.

    Willem Voogd, Hannah Hoekstra en Gijs Scholten van Aschat spelen

    mee in de film. De film, die ongeveer 50 minuten duurt, is op 2 oktober

    2014 in première gegaan op het filmfestival van Utrecht.

    In dit lesmateriaal staan lessen beschreven waarin kennis gemaakt

    wordt met componist Igor Stravinksky en de muziek van het door hem

    geschreven stuk De Vuurvogel. Muzikale thema’s uit dit stuk worden

    als basis gebruikt voor de actieve vervolglessen waarin wordt

    gezongen en gespeeld. Het lesmateriaal is ontwikkeld door Claudia

    Lotti. De arrangementen zijn van Hans Veldhuizen.

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    3

    Inleiding

    Ter voorbereiding van het bezoek aan Het Koninklijk Concertgebouw waar jullie Symphonic Cinema De Vuurvogel zullen zien, zijn in dit lesmateriaal verschillende lessen opgenomen. Je maakt kennis met de componist van de muziek: Igor Stravinsky, één van de belangrijkste componisten van de 20

    e eeuw. De muziek die

    wordt gespeeld tijdens de film is de muziek van De Vuurvogel. Dit stuk schreef Stravinsky oorspronkelijk als ballet en het ging in 1910 in première. In de Symphonic Cinema is de muziek als uitgangspunt gebruikt voor de beelden. Het verhaal van de film is een moderne versie van het verhaal van het ballet. In les 1 t/m 3 leer je over de componist, de muziek, het verhaal en het genre Symphonic Cinema met daaraan gekoppelde opdrachten. In Les 4 t/m 6 ga je zelf actief aan de slag met de muzikale thema’s uit De Vuurvogel. De verwerkingsles is bedoeld voor na het bezoek aan Het Concertgebouw. Alle geluidsfragmenten en filmpjes staan op www.concertgebouw.nl/symphoniccinema Wij wensen jullie veel plezier bij de voorbereiding van dit project.

    http://www.concertgebouw.nl/symphoniccinema

  • 4

    Geluidsfragmenten en filmpjes

    Via de website www.concertgebouw.nl/symphoniccinema vindt je de geluidsfragmenten en filmpjes die je nodig hebt om de opdachten uit de lessen te kunnen uitvoeren. Geluidsfragmenten 1t/m 15 De Vuurvogel

    16. Muziek en beeld: Audio 1 17. Muziek en beeld: Audio 2 18. Muziek en beeld: Audio 3 19. Muziek en beeld: Audio 4

    Filmpjes

    1. Symfonieorkest

    2. The making of: Kashkei 3. The making of: Dansers 4. The making of: Kashkei en Elise

    5. Muziek en beeld: Scène 1 6. Muziek en beeld: Scène 2 7. Muziek en beeld: Scène 3 8. Muziek en beeld: Scène 4

    9. Muziek en beeld: Scène 1, audio 1 10. Muziek en beeld: Scène 1, audio 2 11. Muziek en beeld: Scène 1, audio 3 12. Muziek en beeld: Scène 1, audio 4 13. Muziek en beeld: Scène 2, audio 1 14. Muziek en beeld: Scène 2, audio 2 15. Muziek en beeld: Scène 2, audio 3 16. Muziek en beeld: Scène 2, audio 4 17. Muziek en beeld: Scène 3, audio 1 18. Muziek en beeld: Scène 3, audio 2 19. Muziek en beeld: Scène 3, audio 3 20. Muziek en beeld: Scène 3, audio 4 21. Muziek en beeld: Scène 4, audio 1 22. Muziek en beeld: Scène 4, audio 2 23. Muziek en beeld: Scène 4, audio 3 24. Muziek en beeld: Scène 4, audio 4

    http://www.concertgebouw.nl/symphoniccinema

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    5

    Les 1: Stravinsky en zijn Vuurvogel

    De film en het verhaal van dit project zijn gebaseerd op de muziek van De Vuurvogel van componist Igor Stravinsky. In deze les maak je kennis met de componist, zijn grote invloed op de muziekgeschiedenis en leer je over het stuk De Vuurvogel.

    Componist Igor Stravinsky Igor Stravinsky is geboren in 1882 in Rusland, vlakbij Sint Petersburg. Doordat hij lange tijd in het buitenland heeft gewoond, heeft hij ook de Franse en de Amerikaanse nationaliteit gekregen. Op jonge leeftijd begon hij met piano spelen en vanaf dat moment was muziek heel belangrijk in zijn leven. Van zijn ouders mocht hij alleen niet naar het conservatorium, dus ging hij rechten studeren. Iets waar hij eigenlijk helemaal geen zin in had. De rechtenstudie was toch handig, want daardoor leerde hij de vader van een studiegenoot kennen: Nikolaj Rimski-Korsakov. Hij was componist en heeft Stravinsky met privélessen geholpen om hem verder te bekwamen in het componeren. Toen zijn vader overleed stopte Stravinsky al snel met zijn studie rechten en bracht hij veel tijd door bij Nicolaj Rimski-Korsakov, die een tweede vader voor hem werd. In 1909 maakte Stravinsky kennis met Sergej Diaghilev. Hij was artistiek leider van de “Ballets Russes” en maakte daarmee balletvoorstellingen. Dat was een Russisch gezelschap, maar hun voorstellingen werden in meerdere landen uitgevoerd en vaak in Parijs. Diaghilev vroeg Stravinsky om voor verschillende van zijn balletten muziek te schrijven. Dankzij deze balletten is Stravinsky wereldberoemd geworden als componist. De bekendste balletten die hij schreef zijn De Vuurvogel, Petroesjka en de Sacre du Printemps. Niet iedereen vond Stravinksy’s muziek trouwens meteen mooi. De première van de Sacre du Printemps in 1913 in Parijs staat bekend om de reactie van het publiek. De mensen waren gechoqueerd door de muziek en begonnen zo hard te praten dat de muziek bijna niet meer te horen was. Maar soms moeten mensen even aan nieuwe dingen wennen. De Sacre wordt nu, ruim 100 jaar na de première, nog steeds regelmatig uitgevoerd en de mensen vinden het prachtig. Opdracht 1

    a. Bedenk vijf vragen die je aan Stravinsky zou willen stellen naar aanleiding van wat je hierboven hebt gelezen. Zoek daarna de antwoorden op je vragen op.

    b. Welke politieke/historische gebeurtenissen hebben ervoor gezorgd dat Stravinsky verschillende nationaliteiten heeft gekregen?

    c. Stravinsky is één van de belangrijkste componisten van de 20e eeuw. Noem

    een aantal kenmerken van zijn muziek die hiervoor gezorgd hebben. d. Beluister geluidsfragment 5: in hoeverre komen de hierboven genoemde

    kenmerken in dit fragment naar voren?

  • 6

    Stravinsky en zijn Vuurvogel De Vuurvogel is het eerste ballet dat Stravinsky schreef voor Diaghilev en zijn gezelschap Ballets Russes. Hij was 28 toen hij het schreef. Het publiek en de recensenten waren meteen heel enthousiast en het stuk was zijn doorbraak als componist. Het verhaal In het verhaal worden twee Russische sprookjes gecombineerd: De Vuurvogel (die staat voor het goede) en tovenaar Kastchei (die staat voor het kwaad), spreek uit: Kaskei. De tovenaar houdt meisjes gevangen en verandert mannen in stenen als iemand de macht van de tovenaar aantast. Kastchei is onsterfelijk zolang zijn ziel onaangeraakt blijft. Zijn ziel wordt in de vorm van een ei bewaard in een kistje. De jonge prins Ivan Tsarevitch vangt de Vuurvogel in de tovertuin van Kastchei vanuit de bomen met de gouden appels (de gouden appels staan symbool voor het eeuwige leven). De Vuurvogel smeekt om vrijlating in ruil voor haar hulp. Prins Ivan gaat akkoord en trekt een veer van de Vuurvogel uit als voorwaarde voor haar vrijlating. Ivan ontmoet daarna 13 meisjes en hij wordt verliefd op één van hen, Tsarevna. Hij komt erachter dat de meisjes prinsessen zijn die

    gevangen zijn genomen door Kastchei. Als het licht wordt moeten zij terugkeren naar het paleis van de tovenaar. Ivan breekt de poort open, maar hij wordt gesnapt door de wachters van Kastchei. De tovenaar zal ook Ivan in een steen laten veranderen. Dan bedenkt Ivan zich dat hij de veer van de Vuurvogel heeft en zwaait daarmee om haar hulp te vragen. De Vuurvogel betovert Kastchei en zijn hulpjes, laat ze een dans uitvoeren en zingt hen vervolgens in slaap. Aan Ivan vertelt de Vuurvogel het geheim van de tovenaar en brengt hem naar de grot waar het ei, de ziel van de tovenaar, verborgen ligt. Ivan gooit het ei kapot en de tovenaar sterft direct. Al zijn betoveringen worden verbroken en de gevangenen zijn weer vrij. Ivan trouwt met Tsarevna die dankzij hem niet meer gevangen is. Opdracht 2 Het verhaal van De Vuurvogel is gebaseerd op een Russisch sprookje. In de Symphonic Cinema wordt een moderne versie van dit verhaal verteld. Stel je voor dat jij de regisseur bent van de Symphonic Cinema: hoe ziet jouw versie van het verhaal in de huidige tijd er dan uit? Schrijf

    dit verhaal op in ongeveer 250 woorden.

    Programmaboekje van de première van de Vuurvogel.

    Kostuumontwerp Vuurvogel

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    7

    Instrumentatie Een componist denkt bij het schrijven van een stuk goed na over welk instrument wat speelt. Dat noem je instrumentatie. Als een viool een melodie speelt klinkt dat heel anders dan wanneer je dezelfde melodie door een trompet laat spelen. Afhankelijk van wat je wilt vertellen met je muziek bepaal je als componist dus welk instrument wat speelt. Stravinsky was beroemd om zijn instrumentatie. Opdracht 3

    a. Beluister geluidsfragment 6 (tot minuut 0:50). Het is de muziek van De Vuurvogel. Welke twee instrumenten/instrumentgroepen spelen het thema (na elkaar)? Hoe verandert het muzikale verhaal van het thema als het door andere instrumenten wordt gespeeld?

    b. Beluister geluidsfragment 4. Welk personage uit het verhaal wordt hier in de muziek wordt verklankt? Waarom heeft de componist voor deze instrumentatie gekozen denk je?

    Opdracht 4

    a. Houd een klassengesprek over jullie muzikale loopbaan door over onderstaande onderwerpen te praten: – Wat voor muziek vind je leuk en waarom? En wat vind je niet leuk en

    waarom? – Hoe belangrijk is muziek voor jou? – Wat doet muziek met je? – Welk concert heb je in de afgelopen tijd bezocht? – Heb jij wel eens een concert meegemaakt waarvan je helemaal in de

    war raakte net als de mensen bij de première van de Sacre? – … (eigen invulling)

    b. Beluister geluidsfragment 10 en bespreek de muziek met de klas. – Wat vind je mooi? Wat vind je minder mooi? En waarom? – Wat voor gevoel en beelden krijg je bij de muziek? – Wat valt je op aan het instrumentgebruik? – Hoe herken je de stijl van Stravinsky in dit fragment?

    Het Koninklijk Concertgebouw Je zult de muziek van de Vuurvogel tijdens de Symphonic Cinema horen in Het Koninklijk Concertgebouw, één van de beroemste concertzalen van de wereld. Opdracht 5 Lees de informatie uit bijlage 4 over Het Koninklijk Concertgebouw ter voorbereiding op je bezoek.

  • 8

    Les 2: Het symfonieorkest

    In deze les leer je over het symfonieorkest en degene die daarvoor staat: de dirigent. Tijdens de Symphonic Cinema zal een symfonieorkest de muziek live spelen bij de film.

    Over het symfonieorkest In een symfonieorkest zitten veel soorten instrumenten die in verschillende groepen zijn ingedeeld. Elk instrument heeft zijn karakteristieke klank en de combinatie daarvan bepaald hoe een stuk klinkt. Strijkinstrumenten zijn over het algemeen minder hard dan blaasinstrumenten en slagwerk. Daarom zitten de strijkinstrumenten in een symfonieorkest in grotere groepen. Van de blaasinstrumenten zijn er vaak maar 3 of 4 per instrument en het zal je niet verbazen dat er bij het slagwerk maar 1 musicus per instrument is. Er is een vaste opstelling van het orkest. Deze staat in bijlage 3 afgebeeld. In de tabel eronder staat aangegeven welk instrument het is en tot welke instrumentengroep deze behoort. Opdracht 1

    a. Bekijk bijlage 3 en beantwoord de volgende vragen. Je kunt eventueel gebruik maken van het internet om de vragen te beantwoorden

    – Zet de strijkinstrumenten in de goede volgorde van klein naar groot: altviool- cello- viool-contrabas

    – Zet de strijkinstrumenten in de goede volgorde van hoogst klinkend naar laagst klinkend. Wat valt je op?

    – Wat zijn de verschillen tussen een dwarsfluit en een piccolo? – Hoe heet het laagste koperblaasinstrument? – Wat is het verschil tussen houtblaasinstrumenten en

    koperblaasinstrumenten? – Op welke slagwerkinstrumenten genoemd in bijlage 3 kun je

    verschillende tonen spelen? b. Bekijk film 1, het orkest speelt muziek van de Vuurvogel. Zie je de

    verschillende instrumentgroepen en hun opstelling? c. Heb je na het zien van het filmpje nog vragen over het symfonieorkest,

    vraag dan je docent of klasgenoten hoe het zit of zoek het antwoord op je vraag op.

    Dirigeren Een dirigent staat voor het orkest en zorgt ervoor dat alle orkestleden gelijk spelen. Het is nodig dat er één iemand is die dat aangeeft, omdat het anders heel erg moeilijk is om zoveel mensen precies tegelijk te laten spelen. Omdat een orkest heel groot is, zitten sommige musici ver uit elkaar en kunnen elkaar daarom niet goed horen. Dus dan weet je ook niet of je gelijk speelt. Soms horen de musici de muziek van de collega’s door de plek waar ze zitten ook vertraagd. Omdat licht sneller gaat dan geluid is het handig om op zicht (het kijken naar de dirigent) te spelen, zodat iedereen gelijk speelt en het geluid zo goed in de zaal en de oren van het publiek terecht komt. Ook zullen musici die een hard instrument spelen, zoals een trompet, minder goed horen wat de violen doen als zij zelf aan het spelen zijn. Ook daarom is het handig als je kan zien in welk tempo je precies moet spelen. Maar een dirigent doet veel meer dan alleen de maat slaan. Hij laat zien hoe hij de muziek wil laten klinken: hard, zacht, kort en krachtig of juist heel vloeiend. Door de manier waarop een dirigent beweegt gaan de musici uit het orkest anders spelen. Dirigeren is een apart vak waarvoor je een opleiding aan het conservatorium kunt doen. Daar leer je over alle verschillende instrumenten, de muziektheorie en

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    9

    natuurlijk ook de techniek van het dirigeren zelf. Dat dat nog niet zo makkelijk is ervaringen jullie in de volgende opdracht: Opdracht 2

    a. Vorm een groep van een aantal personen (de hele klas kan eventueel ook) en laat 1 iemand de dirigent zijn. De dirigent gaat aangeven wanneer de rest van de groep een toon zingt. Zorg dat dit zo gelijk mogelijk gebeurt. Als het niet gelijk gaat past de dirigent zijn manier van aangeven aan, zodat de groep snapt wanneer ze precies moeten beginnen.

    b. Als dit goed gaat kan iemand anders de dirigent zijn. Nu gaat de groep een ritme klappen dat iemand uit de groep bedenkt. De dirigent geeft aan wanneer het ritme ingezet moet worden en geeft aan in welk tempo dit moet. De dirigent blijft de maat slaan en de groep klapt door. Als de dirigent wil dat de groep stopt geeft hij dit ook met een gebaar aan.

    c. Als dit goed gaat kan weer iemand anders de dirigent zijn. Zing nu een lied dat jullie allemaal kennen. De dirigent geeft aan wanneer de groep begint met zingen en blijft daarna de maat aangeven totdat het lied uit is. De groep kijkt goed naar de dirigent en past zich aan het tempo van de dirigent aan. Luister steeds goed: gaat het gelijk? Snapt de groep de bewegingen van de dirigent? Zo niet, wat zou de dirigent dan anders kunnen doen om de groep gelijk te laten zingen?

    Het boekwerk van een dirigent: De partituur De dirigent moet van alle instrumenten weten wat ze wanneer spelen. Dat staat allemaal opgeschreven in de partituur van het stuk. De musici uit het orkest hebben op hun bladmuziek alleen staan wat ze zelf spelen, maar in de partituur staan dus alle partijen beschreven. Je zult begrijpen dat de partituur van een stuk als De Vuurvogel een heel boekwerk is: ruim 170 pagina’s! In bijlage 1 en 2 zie je twee bladzijdes uit de partituur van De Vuurvogel. Opdracht 3

    a. Bekijk bijlage 2, kun jij ontdekken welke regel bij welk instrument hoort? b. Vergelijk bijlage 1 en 2. Wat zijn de overeenkomsten? Wat zijn de

    verschillen? Wat zou dat voor invloed hebben op hoe de muziek klinkt? c. Beluister geluidsfragment 4 van minuut 0:25-0:30 en lees mee met bijlage 1.

    Herhaal dit een aantal keer, zodat je de verschillende stemmen in de muziek kunt meelezen.

    d. Beluister geluidsfragment 15 van minuut 2:19-2:45 en lees mee met bijlage 2. Herhaal dit een aantal keer, zodat je de verschillende stemmen in de muziek kunt meelezen.

  • 10

    Les 3: Symphonic Cinema

    In deze les maak je kennis met het genre Symphonic Cinema en het verhaal van de film die jullie gaan zien. Ook leer je over leidmotieven in de muziek.

    Symphonic Cinema – het genre Het genre Symphonic Cinema vertaalt de verhalen in klassieke en hedendaagse orkest- of kamermuziek naar filmscenario’s. Een Symphonic Cinemafilm wordt synchroon met de live uitgevoerde muziek vertoond. Zittend in het symfonieorkest stuurt de regisseur de filmbeelden aan vanaf een iPad met speciaal ontwikkelde software. In een Symphonic Cinema komt geen gesproken tekst voor. De muziek en de beelden vertellen het verhaal. Opdracht 1 Bekijk via www.concertgebouw.nl/symphoniccinema film 2 t/m 4 met beelden van de making of van de Symphonic Cinema en krijg zo alvast een indruk. Hieronder staat per filmpje een toelichting beschreven.

    Film 2 Kashkei Kashkei is één van de hoofdpersonen uit de film. In deze scène bereikt hij zijn dieptepunt in het verhaal. Je ziet het licht door het raam doorbreken. Buiten staan 12 gigantische lampen om de zon na te bootsen. Op het teken van de gaffer (hoofd van het lichtteam) worden er door twee assistenten grote zwarte platen weggehaald voor de lampen, waardoor het licht binnen schijnt. Voor deze scène hadden we 3 sets met servies. Het servies is van een speciaal soort kunststof, dat alleen wordt gebruikt voor filmopnamen. De tafel is erg zwaar maar acteur Gijs Scholten van Aschat wilde per se de tafel oppakken om de scène nog dramatischer te maken. Hij loopt met de tafel naar het raam omdat hij niet tegen het licht kan dat voor het eerst sinds jaren in zijn kamer schijnt.

    Film 3 Dansers Je hoort de rookmachine blazen in deze scène. Het duurt zeker een half uur om de hal vol rook te zetten. We moesten dus snel filmen wanneer de rook klaar was. Je ziet de dansers van de trap af rollen. In de film wordt deze scène reverse afgespeeld, waardoor de dansers juist de trap óp rollen. De cameraman heeft de camera in een apparaat zitten waarmee alle schokken worden gestabiliseerd: de MoviCam. In de film is dit een belangrijke scène waarin de personeelsleden van Kashkei langzaam veranderen in dansers die naar de Vuurvogel worden getrokken op het dak van het paleis.

    Film 4 Kashkei en Elise Dit is één van de weinige scènes waar we muziek op de set hebben gebruikt. Normaal gesproken werk ik zonder muziek op de set, omdat iedereen zijn eigen gevoel heeft bij de muziek. Ik wil juist mijn specifieke interpretatie van de muziek laten zien en daarom laat ik de muziek normaliter alleen vooraf horen aan de acteurs. In deze scène is de muziek sterk verbonden met de bewegingen van de dans, waardoor de acteurs de muziek echt nodig hebben. In de film is dit het moment waarop de dronken Kashkei één van zijn personeelsleden probeert te verleiden.

    http://www.concertgebouw.nl/symphoniccinema

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    11

    Symphonic Cinema – het verhaal In les 1 heb je het verhaal van het ballet van De Vuurvogel kunnen lezen en daar een moderne versie voor geschreven. In de Symphonic Cinema is het verhaal van de Vuurvogel ook in een nieuwe variant verwerkt: De Vuurvogel is de enige dochter van de keizer. Ze wonen in een kasteel met bedienden en een tuin waar gouden appels groeien. Ook heeft de keizer een gouden ei in een kistje die zorgt voor het eeuwige leven. De moeder is bij de geboorte van de Vuurvogel overleden. De keizer heeft daardoor een trauma opgelopen en kan zijn dochter geen liefde geven. De Vuurvogel gaat daarom op zoek naar liefde. Zal dit zorgen voor een verandering? Leidmotieven In de Symphonic Cinema wordt gebruik gemaakt van leidmotieven. Een leidmotief is een muzikale melodie die meerdere keren in een stuk voorkomt en gekoppeld is aan een personage. De koppeling ontstaat doordat de melodie steeds klinkt als het personage voorkomt en de luisteraar de melodie daardoor met dit personage gaat associëren (zo werkt dat bijvoorbeeld ook met reclametunes die je aan een bepaald product doen denken). Het leuke is dan dat je in een later stadium van je stuk of film je een personage aanwezig kunt laten zijn zonder dat je de persoon ziet. Zo kan je bijvoorbeeld duidelijk maken dat een personage A aan personage B denkt, doordat je personage A ziet terwijl het leidmotief van personage B klinkt. Een leidmotief kan ook worden gekoppeld aan een bepaalde handeling of een bepaalde plaats. Opdracht 2

    a. Beluister geluidsfragment 6 (minuut 1:45-3:01). Welk instrument heeft hier de belangrijkste partij? Bij welk personage zou dit leidmotief horen en waarom?

    b. Beluister geluidsfragment 15 (minuut 0:00-0:31). Door welk instrument wordt het gespeeld? Bij welk personage zou dit leidmotief horen en waarom?

    c. Beluister geluidsfragment 9 (minuut 2:34-3:02). Welke instrumenten spelen er? Welke personages horen daarbij? Wat valt je op aan dit fragment?

    Muziek en beeld In de Symphonic Cinema wordt niet gesproken en zijn muziek en beeld dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar om daadwerkelijk een verhaal te kunnen vertellen moet de combinatie wel kloppen. In de volgende opdracht ga je oefenen met het combineren van muziek en filmbeelden. Opdracht 3 Het materiaal voor deze opdracht is beschikbaar op www.concertgebouw.nl/symphoniccinema

    a. Bekijk film 5 t/m 8 beschrijf wat je ziet (snelle/langzame beelden, de sfeer, de gebeurtenissen). Bij deze beelden zit geen geluid.

    b. Beluister geluidsfragmenten 16 t/m 19 en beschrijf wat je hoort (snelle/langzame muziek, de sfeer, de opbouw)

    c. Bepaal daarna welk filmfragment het beste bij welk geluidsfragment hoort en waarom. Bekijk en beluister je combinatie via film 9 t/m 24.

    d. Wat gebeurt er met de beelden als je er een ander geluidsfragment onder zet? Hoe kan dit?

    http://www.concertgebouw.nl/symphoniccinema

  • 12

    Extra opdrachten

    Maak je eigen Symphonic Cinema op muziek van De Vuurvogel.

    Bekijk film Coco Chanel & Igor Stravinsky.

    Schilderopdracht: maak een schilderij op een fragment van De Vuurvogel

    Bekijk de documentaire over Stravinksky: http://www.youtube.com/watch?v=FSJQwkBKKBo

    Luister naar een ander stuk van Stravinsky, wat vind je ervan?

    Bekijk via uitzending gemist een aflevering van het programma Maestro en kom zo meer te weten over dirigeren.

    Bekijk via uitzending gemist de aflevering van Kunstlicht Next ‘Kunst en de romantie’. Deze documentaire gaat in op de geschiedenis van Het Concertgebouw.

    http://www.youtube.com/watch?v=FSJQwkBKKBo

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    13

    Les 4: Zing of speel zelf!

    In deze les luister je naar een muzikaal thema uit De Vuurvogel (thema 1) en ga je dat vervolgens zelf zingen. Je hebt hiervoor de bladmuziek van thema 1 nodig. Warming up

    Ga in een kring staan en stel vast wie de ‘dirigent’ is van deze oefening. De dirigent klapt in zijn handen in een bepaalde richting. Diegene naast de dirigent klapt nu in zijn handen enz. Zo gaat de klap de kring door. Probeer het ritme van de klappen zo gelijkmatig mogelijk te houden, hiervoor moet iedereen goed geconcentreerd zijn. De dirigent kan de klap even stopzetten en weer opnieuw inzetten.

    Als dit goed gaat ga je het tempo van de klap opvoeren, maar wel zo, dat het ritme van de klappen nog steeds gelijkmatig is.

    Luisteropdracht 1

    Luister via naar onderstaande fragmenten. – Geluidsfragment 9 (minuut 0:59-1:20) – Geluidsfragment 9 (minuut 2:34-3:02).

    Schrijf per fragment op welk(e) instrument(en) het thema speelt/spelen. Luisteropdracht 2

    Beluister nogmaals het eerste fragment uit de vorige opdracht en luister nu goed naar het thema. Uit hoeveel muzikale zinnen bestaat het thema? Welke zinnen zijn hetzelfde en welke zijn anders?

    Stuk instuderen

    Werk samen in tweetallen of in een kleine groep.

    In de bijlage staat de bladmuziek van het thema (thema 1) waar je naar geluisterd hebt. Zing het thema nu zelf. Leer het zin voor zin aan (dus per 4 maten) en begin met de stukjes die hetzelfde zijn.

    Speel nu op piano, keyboard of xylofoon de begeleiding zoals die onder variatie 1 in de bijlage beschreven staat, de ander zingt het thema.

    Voeg daarna de regel toe die beschreven staat in variatie 2 en maak met je tweetal of groep een verdeling wie wat zingt of speelt. Eén iemand kan de groep eventueel dirigeren.

  • 14

    Les 5: Zing zelf!

    In deze les luister je naar een muzikaal thema uit De Vuurvogel (thema 2) en ga je dat vervolgens zelf zingen. Je hebt hiervoor de bladmuziek van thema 2 nodig. Warming up

    Ga met de groep in een kring staan en stap op je plaats in een rustig ritme. Zorg dat iedereen tegelijk stapt. Steeds maakt iemand met de stem een geluid, de rest van de groep doet dat na. Ga zo de kring rond totdat iedereen en geluid heeft bedacht en de groep het steeds na heeft gedaan. Varieer van met hoog-laag, hard-zacht, kort-lang etc.

    Luisteropdracht 1

    Luister naar onderstaand fragment: – Geluidsfragment 9 (minuut 0:14-1:28)

    Welk instrument speelt het thema? Luisteropdracht 2

    Beluister nogmaals het fragment uit bovenstaande opdracht en luister nu goed naar het thema. Uit hoeveel muzikale zinnen bestaat het thema?

    Stuk instuderen

    Werk samen in tweetallen of in een kleine groep.

    In de bijlage staat de bladmuziek van het thema (thema 2) waar je naar geluisterd hebt. Let erop dat in de bladmuziek het thema twee keer voorkomt en het eind van de melodie de tweede keer iets anders is. Zing het thema nu zelf. Leer het zin voor zin aan (dus per 4 maten).

    Zing het thema vervolgens in canon. In de bladmuziek staat aangegeven wanneer de tweede partij inzet.

    Bedenk een ritme onder de canon met bodypercussie en klap dit terwijl je de canon zingt. Eventueel kan ook een deel van de groep zingen en een deel van de groep het ritme uitvoeren. Eén iemand kan de groep dirigeren.

  • De Vuurvogel Symphonic Cinema

    15

    Les 6: Zing en speel zelf!

    In deze les luister je naar een muzikaal thema uit De Vuurvogel (thema 3/4) en ga je dat vervolgens zelf zingen. Je hebt hiervoor de bladmuziek van thema 3/4 nodig. Warming up

    Ga met de groep in een kring staan en stap op je plaats in een rustig ritme. Zorg dat iedereen tegelijk stapt. Steeds klapt één iemand een ritme voor, de rest van de groep doet dat na. Ga zo de kring rond totdat iedereen en ritme heeft bedacht. Varieer van met snel-langzaam, hard-zacht etc.

    Luisteropdracht 1

    Luister naar onderstaand fragment: – Geluidsfragment 15 (minuut 1:45-1:58)

    Welke instrumentengroep speelt het thema? Waarom heeft de componist voor deze instrumentengroep gekozen?

    Luister naar nu onderstaand fragment: – Geluidsfragment 15 (minuut 2:18-2:45)

    Wat is er nu anders dan het thema in fragment 1? Luisteropdracht 2

    Beluister het eerste fragement uit de vorige opdracht en luister nu goed naar het thema. Uit hoeveel muzikale zinnen bestaat het thema? Wat valt je op aan het ritme van het thema?

    Stuk instuderen

    Werk samen in tweetallen of in een kleine groep.

    In de bijlage staat de bladmuziek van het thema waar je naar geluisterd hebt. Kies de versie thema 3 of thema 4.

    Speel of zing de eerste regel en let op de wisselende maatsoort.

    Voeg daarna de andere partijen toe en maak met je tweetal of groep een verdeling wie wat zingt of speelt. De regel ‘timpani’ kan het best gespeeld worden op een trommel. Eén iemand kan de groep eventueel dirigeren.

  • 16

    Verwerkingsles

    Deze les is bedoel voor na afloop van het bezoek aan Het Koninklijk Concertgebouw. In deze les bespreek je genoemde onderwerpen in tweetallen of in kleine groepjes. Het gebouw

    1. Hebben jullie de bijzondere akoestiek van de zaal goed opgemerkt? 2. Wat is je verder opgevallen aan het gebouw?

    Het orkest

    3. Was het orkest zoals je had verwacht? Wat was er anders dan je verwachtte?

    4. Welke instrumenten heb je gezien? Hoe klonken deze? 5. Heb je de dirigent gezien? Wat is je daaraan opgevallen?

    De film

    6. Wat vond je van de beelden? Vond je ze goed bij de muziek passen? Waarom?

    Het verhaal

    7. Wat vonden jullie van het verhaal? Kon je het goed begrijpen ondanks dat er in de film niet werd gesproken? Hoe komt dat?

    8. In het verhaal komt de moeilijke band tussen vader en dochter naar voren. Hoe werd de moeilijke situatie tussen vader en dochter in de film opgelost?